brugge, 25 november 2010 blankenberge - giswest · blankenberge ontwerp rup 21 dumonkwartier...

49
baron ruzettelaan 35 | 8310 brugge | tel (050) 36 71 71 | fax (050) 35 68 49 | www.wvi.be 05318 Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen houdende de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 21 ‘Dumonkwartier’ (Blankenberge) goedkeuringsbeslissing met ref.:RP/DEP/010/386, Brugge, 25 november 2010 Voor de provinciegriffier (afwezig) De voorzitter, (Get.) de financieel beheerder Patrick Braet (Get.) Dirk De Fauw

Upload: others

Post on 22-Aug-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

baro

n ru

zett

elaa

n 35

| 8

310

brug

ge |

tel

(05

0) 3

6 71

71

| fa

x (0

50)

35 6

8 49

| w

ww

.wvi

.be 05318

B l a n k enbe r g e

On twe r pR U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r

p l a n _ i d 2 . 1 4 _ 2 1 _ 1

j u l i 2 0 1 0

Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen houdende de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 21 ‘Dumonkwartier’ (Blankenberge)

goedkeuringsbeslissing met ref.:RP/DEP/010/386, Brugge, 25 november 2010

Voor de provinciegriffier (afwezig) De voorzitter,

(Get.) de financieel beheerder Patrick Braet (Get.) Dirk De Fauw

Page 2: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

datum aanpassing| fase

algemeen directeurGeert Sanders

coördinator cel ruimtelijke planningDavid Vandecasteele

ruimtelijk plannerKatrien VervaetNele Vanderstraeten

januari 2008 Opmaak schetsontwerp februari 2009 Aanpassingen schetsontwerp naar voorontwerpmei 2009 Aanpassing voorontwerp juni 2009 Aanpassing voorontwerp, zitting CBS 02.06.2009november 2009 Aanpassing voorontwerp ingevolge advies Gecoro 27.08.2009januari 2010 Aanpassing voorontwerp naar ontwerp aan schriftelijke adviezen van de plenaire vergadering 12.10.2010 en opmerkingen CBSjuli 2010 Aanpassing ontwerp naar aanleiding van adviezen en bezwaren openbaar onderzoek

Page 3: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van 16.03.2010

De Secretaris, De Burgemeester,

zegel der gemeente

het college van burgemeester en schepenen verklaart dat onderhavig RUP voor eenieder ter inzage heeft gelegenvan 01.04.2010 tot 30.05.2010De Secretaris, De Burgemeester,

zegel der gemeente

gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van 07.09.2010

De Secretaris, De Burgemeester,

zegel der gemeente

Page 4: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen
Page 5: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

inhoud

Page 6: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen
Page 7: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

Memorievantoelichting 9

Inleiding 11

1. Beslissing en motivering tot opmaak .................................................................................................................112. In uitvoering van GRS ..........................................................................................................................................11

Feitelijkeruimtelijkecontext 12

1. Situering ............................................................................................................................................................... 122. Bestaande ruimtelijke structuur ......................................................................................................................... 13

Juridischeruimtelijkestructuur 17

1. Juridisch kader .................................................................................................................................................... 172. Vergunningen ....................................................................................................................................................... 18

Planningscontext 18

1. Op Vlaams niveau ................................................................................................................................................ 182. Op provinciaal niveau.......................................................................................................................................... 183. Op gemeentelijk niveau ....................................................................................................................................... 19

Gewenstestructuur/planopzet 21

1. Knelpunten /tegenstrijdigheden binnen het bestaande planinstrumentarium .............................................. 212. Vooropgestelde wijzigingen t.a.v. het bestaand planinstrumentarium. ......................................................... 223. Plankeuzes ........................................................................................................................................................... 24

Toetsing 25

1. Watertoets ............................................................................................................................................................ 25

Opteheffenvoorschriften 25

ruimtebalans|planschade|planbaten 26

Page 8: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

Planproces 26

1. Onderzoek tot milieueffectrapportage ....................................................................................................................... 262. Procedure RUP ............................................................................................................................................................. 26

Stedenbouwkundigevoorschriften 29

Artikel0:Algemenebepalingen 31

Zone1:zonevooréén-enmeergezinswoningen 36

Zone2:Multifunctionelezone 43

Zone3:zonevoorautobergplaatsenenstapelplaatsen 47

Zone4:zonevooropenbaardomein 48

Bijlage 49

Page 9: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

Memorie

van

toelichtin

g

Page 10: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

10 R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

Page 11: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

11w v i | j u l i ‘ 1 0 | R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r

Inleiding

1. Beslissingenmotiveringtotopmaak

Het rup omvat de integrale herziening van het BPA Du-monkwartier, goedgekeurd bij MB 24.06.2004, met de bedoeling om, naast het integraal omvormen naar een rup-procedure, enkele fouten, onnauwkeurigheden en tegenstrijdigheden te corrigeren, o.a :

� Het aanpassen van de onderlegger met een cor-recte perceelsstructuur

� Het beperkt verfijnen van een aantal voorschriften � Een aantal verkeerd ingekleurde bestemmingen

corrigeren

2. InuitvoeringvanGRS

Het vigerende BPA was reeds in opmaak bij het tot stand komen van het GRS, het BPA is dus reeds een verdere vertaling en invulling van de planopties die binnen het GRS werden gepositioneerd. Er zijn bijge-volg geen concrete acties vermeld met betrekking tot het plangebied in het gemeentelijk ruimtelijk structuur-plan.

Page 12: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

12 R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

Feitelijkeruimtelijkecontext

1. Situering

Het plangebied behoort tot het stedelijk gebied van Blankenberge, meerbepaald tot het centrumgebied van Uitkerke. Het centrumgebied van Uitkerke bevindt zich ten zui-den van het stedelijk stadsweefsel van Blankenberge, maar doordat beide kernen in de loop van de jaren naar elkaar zijn toegegroeid, vormen deze morfolo-gisch één geheel.

Grenzen van het plangebied : � Ten noorden : de Ontmijnersstraat, het Molenhoek-

pad, de Willem Tellstraat en de Dumontstraat � Ten zuiden : Evendijk - West � Ten oosten : de Kerkstraat � Ten westen : de Scharebrugstraat en de Ontmij-

nersstraat

schets situering plangebied

Page 13: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

13w v i | j u l i ‘ 1 0 | R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r

2. Bestaanderuimtelijkestruc-tuur

2.1. NederzettingstructuurDe woonwijken en handelsactiviteiten langsheen de Kerkstraat van Uitkerke sluiten aan op deze van Blan-kenberge. Toch is het centrumgebied van Uitkerke als woonentiteit nog herkenbaar. Dit door zijn eigen cen-trumfuncties zoals:school, kerk en commercieel cen-trum (langsheen de Kerkstraat).

Het plangebied omvat in hoofdzaak het residentiële weefsel rond de Uitkerkestraat - Willem Tellstraat en de Kerkstraat en kan grotendeels onderverdeeld wor-den in twee ruimtelijk gedifferentieerde gebieden:

� Het bebouwd weefsel ter hoogte van de Kerk-straat.

� De bebouwing geënt op de Kerkstraat vormt een gesloten bebouwing, variërende tussen de 2 à 4 bouwlagen hoog. De bebouwing maakt deel uit van de commerciële as die uitmondt in de stedelijke commerciële as van Blanken-berge, met als eindpunt de zeedijk.

� De bebouwing bestaat uit een mix van één-gezins- en meergezinswoningen, verweven met enkele commerciële activiteiten, zoals een petshop, een bank, een bloemenwinkel en een kapper.

� Enkele gebouwen zijn opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed (VIOE, vroeger IAP, nl.

� Kerkstraat nrs. 261-265. Z.g. “Villa Ypriana”, “Villa Leon-Josephine” en “Villa Marcelle-Juliette”, samenstel van drie eclectische burgerhuizen van begin 20ste eeuw, nr. 265

gedateerd “1905”, nr. 263 gebouwd in 1904 n.o.v. architect J. Heyneman (Uitkerke), nr. 261 van 1911 n.o.v. zelfde architect. Bel-etagewoningen waarvan de lijstgevels uitgewerkt zijn in kleurrijke baksteen, nr. 263, geglazuurde baksteen. Brede venstertravee-en geaccentueerd topgevels voorzien van houten imitatiewindveren, ijzeren balkons, erkers (foto boven)

� Kerkstraat nrs. 269, 289 (foto onder). Neoclassicistische beletage - burgerwonin-gen van begin de 20ste eeuw; nr. 269 nov. architect J. Heyneman (Uitkerke) van 1905. Verzorgde, geschilderde neoclassicistische cementering, voorzien van pilasters, imita-tievoegen, mooi uitwerkte consoles voor de houten kroonlijst. Houtwerk bewaard, ijzeren

situering bebouwd weefsel ter hoogte van de Kerkstraat

Page 14: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

14 R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

balkonleuningen, bij nr. 269 art-nouveau-vormgeving van de balkonleuning.

� Het achterliggende residentiële gebied. � De bebouwing ten westen van deze as maakt

deel uit van het residentiële kernweefsel van Uitkerke en wordt gevormd door hoofdzakelijk bebouwing in gesloten en halfopen structuur.

� Op enkele plaatsen komt open bebouwing voor. � Twee bouwblokken en een woning kennen een

meer achterwaartse inplanting t.a.v. de rooilijn, nl. enerzijds ter hoogte van de Ontmijnerstraat en anderzijds ter hoogte van de Evendijk West.

� De woningen bestaan in hoofdzaak uit éénge-zinswoningen, hier en daar zijn enkele meer-gezinswoningen (gemiddelde van een 3- tal woonentiteiten per gebouw) opgetrokken.

� De interne indeling per bouwblok varieert naar: � Ofwel tuinzone � Ofwel achterbouw en koterrijen � Ofwel garagecomplexen.

� De beeldvorming per bouwblok komt in het straatbeeld zeer uniform en gelijkvormig over, zowel naar materiaalgebruik, bouwhoogte, voortuinstrook ,….

� De meeste woningen kennen een bouwhoogte van 2 bouwlagen met hellend dak. Een uitzon-dering wordt gevormd voor het bouwblok t.h.v. de Willem Tellstraat - Rerum Novarumstraat waar 3 bouwlagen met een plat dak bepalend zijn en een bouwblok t.h.v. de Scharebrugstraat waar de dakvorm plat is.

� Ongeveer de helft van de woningen beschikt over een garage op het gelijkvloers, binnen het bestaande woonvolume. Afzonderlijke garages per individueel perceel zijn slechts fragmentair terug te vinden.

Situering bebouwing in gesloten - halfopen typologie

Situering bouwblokken-woning met achterwaartste inplan-ting

Situering alleenstaande bebouwing

Page 15: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

15w v i | j u l i ‘ 1 0 | R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r

2.2. Natuurlijkestructuur-openruimtestructuur

De groenstructuur binnen dit vrij stedelijk weefsel be-perkt zich binnen het plangebied tot het interne tuin-weefsel en stedelijk groen, onder volgende vorm :

� Openbaar groen binnen het bestaand straatweef-sel

� Speelplein ter hoogte van de Sint-Elooistraat (foto) � Individueel groen onder de vorm van voortuinstro-

ken

2.3. VerkeersstructuurDe Kerkstraat, als uitloper van de Brugse Steenweg, vormt een bovenlokale invalsweg naar het stedelijk gebeuren van Blankenberge toe. De overige wegen binnen het plangebied zijn interne woon- en verzamel-wegen. De wegen zijn in die mate ingericht dat de ver-blijfsfunctie duidelijk primeert boven de verzamel en/of verbindingsfunctie. Enkele wegen in functie van voet-gangers- en fietsers komen voor ter ontsluiting naar het bestaande speelplein en als verbindingselement van de Willem Tellstraat naar de Ontmijnersstraat, ten noorden van het plangebied.

schets openbaargroen in straatweefsel en speelplein

schets verkeersstructuur

Situering indeling achterbouw en koterijen

Situering interne gegroepeerde garagecomplexen

Page 16: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

16 R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

schets bestaande ruimtelijke structuur

Page 17: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

17w v i | j u l i ‘ 1 0 | R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r

Juridischeruimtelijkestruc-tuur

1. Juridischkader

1.1. GewestplanBlankenberge is opgenomen in het gewestplan Brug-ge - Oostkust, vastgelegd in K.B. van 07.04.1977. Een gewestplanwijziging werd vastgelegd bij Ministerieel Besluit van 19 september 1996. Het plangebied be-vindt zich integraal in woongebied.

1.2. BPA’sHet bestaande BPA is vrij recent en werd goedgekeurd bij M.B. van 24.06.2004. Een groot deel van de onmid-dellijke omgeving van het plangebied maakt eveneens onderwerp uit van bestaande BPA’s, nl :

� In het noorden : BPA d’Hoogploate, M.B. 12/07/2004

� In het zuiden : BPA Dorpskom Uitkerke, voor het eer-ste deel M.B. 04.06.1987, overige M.B. 29/11/2000

� In het oosten : BPA De Craene - herziening goedge-keurd bij M.B. van 29/03/2002 en BPA Boudewijn-kwartier bij M.B. 19/05/2006

kaart : bestemmingsplan BPA

De voorschriften van het BPA zijn in tabelvorm op-gemaakt en bestaan uit de volgende (hoofd)bestem-mingszones :

� Bouwzone 1a, bebouwing t.h.v. het residentiêle binnengebied, in hoofdzaak 2 bouwlagen en een dak. De hoofdbestemming is wonen, in neven-bestemming zijn detailhandel, diensten, horeca, kantoren toegelaten voor zover niet hinderend voor de woonomgeving.

� Bouwzone 1b, bouwzone t.h.v. de Kerkstraat, be-bouwing variërende van 2 tot 4 bouwlagen. De hoofdbestemming is wonen, in nevenbestem-ming zijn detailhandel, diensten, horeca, kantoren toegelaten voor zover niet hinderend voor de woonomgeving.

� Open ruimte, zone 2 : voortuinstrook, bezettings-percentage (inclusief verharding) 65 %

� Open ruimte, zone 3a : hoofdbestemming tuinen, nevenbestemming autoboxen en bergingen, bezet-tingspercentage (inclusief verharding) 25 %

� Open ruimte, zone 3b : hoofdbestemming tuinen, nevenbestemming autoboxen, bergingen en woongebouwen, bezettingspercentage (inclusief verharding) 25 %

� Open ruimte, zone 3c : idem zone 3b, met bijko-mende nevenbestemming verhardingen, bezet-tingspercentage (inclusief verharding) 100 %

� Open ruimte, zone 4 : openbaar groen, parken, speeltuinen, dienstwegen en voetgangerswegenis, bezettingspercentage (inclusief verharding) 50 %

� Open ruimte, zone 5 : openbare wegenis en bijhorende ruimte, bezettingspercentage (inclusief verharding) 100 %

Page 18: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

18 R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

1.3. PrupafbakeningstedelijkgebiedBlankenberge

Het plangebied bevindt zich binnen de afbakening van het stedelijk gebied. Het Prup werd goedgekeurd bij M.B. 11/06/2008.

1.4. VerordeningenVoor bepaalde aspecten binnen onderhavig rup zijn de gemeentelijke verordeningen van toepassing.

De stedenbouwkundige verordening SV02 - Bijzon-dere voorschriften voor het creëren van een woonge-legenheid. Datum gemeenteraad: 4 oktober 2005Datum van goedkeuring van de verordening door de bestendige deputatie: 22 december 2005Datum van publicatie van de goedkeuringsbeslissing in het Belgisch Staatsblad: 31 januari 2006De stedenbouwkundige verordening SV04 - Verbod van het opsplitsen van eengezinswoningen Datum gemeenteraad : 09 september 2008Datum van goedkeuring van de verordening door de Bestendige Deputatie : 13 november 2008Datum van publicatie van de goedkeuringsbeslissing in het Belgisch Staatsblad : 5 december 2008.

2. Vergunningen

2.1. VerkavelingsvergunningAlle goedgekeurde niet - vervallen verkavelingen wer-den bij het BPA van 24.06.2004 opgeheven. In de tus-sentijd zijn geen nieuwe verkavelingen goedgekeurd.

Planningscontext

1. OpVlaamsniveau

1.1. RSVHet RSV werd vastgesteld door de Vlaamse Rege-ring op 23 september 1997. De bindende bepalingen werden bekrachtigd door het Vlaams Parlement op 19 november 1997. Het RSV bepaalt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de structuurbepalende componenten op Vlaams niveau, nl. de stedelijke gebieden en netwerken, de gebieden voor economische activiteiten en de lijninfra-structuur. Onderhavig plangebied behoort tot het ste-delijk gebied Blankenberge, als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. Blankenberge is bijgevolg ook een economisch knooppunt. Het stedelijk gebiedbeleid is gericht op een versterking door:

� Het stimuleren en concentreren van activiteiten, � Het vernieuwen van de stedelijke woon- en werk-

structuur door strategische stedelijke projecten, � Het ontwikkelen van nieuwe woontypologieën en

kwalitatieve woonomgevingen, � Het leefbaar en bereikbaar houden van stedelijke

gebieden door andere vormen van stedelijke mobi-liteit en door een locatiebeleid,

� Het verminderen van het ongeordend uitzwermen van functies.

De Kust is bepaald als één van de stedelijke netwer-ken op Vlaams niveau. Het versterken van alternatieven voor het autoverkeer, het optimaliseren van het wegennet en een mobiliteits-beleid gericht op het beheer van het verkeer zijn de mobiliteitsdoelstellingen in het RSV.

Voor Blankenberge, en meer specifiek voor het plan-gebied is de onderliggende selectie van het wegennet van belang :

� De N371 van AX (Brugge) tot de Zeebruggelaan (Brugse Steenweg - Kerkstraat), als primaire weg type II (met een verzamelfunctie op Vlaams ni-veau)

1.2. Woningbouw-enwoonvernieu-wingsgebieden

Het plangebied ligt integraal in woningbouwgebied.

2. Opprovinciaalniveau

2.1. PRS

Het PRS werd vastgesteld bij Ministerieel Besluit van 6 maart 2002. Blankenberge situeert zich zowel bin-nen het stedelijk netwerk van de Kust als in de Ooste-lijke Polderruimte. Voor de kustruimte wordt een versterking en verdere ontwikkeling van de toeristisch-recreatieve functie toe-gewezen. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar de bescherming van de natuurlijke structuur en naar het voorzien van ruimte voor de eigen woningbehoefte. Als stedelijk gebied binnen het stedelijk netwerk van de kust ligt de rol van Blankenberge vooral in de bunde-ling van wonen, werken, voorzieningen en toeristisch - recreatieve ontwikkeling. Het heeft een regionaal verzorgende rol voor het ommeland met stedelijke voorzieningen en een economische structuur. Voor het plangebied zijn geen specifieke selecties van belang.

Page 19: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

19w v i | j u l i ‘ 1 0 | R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r

2.2. AfbakeningenMet de afbakening van de kleinstedelijke gebieden wordt invulling gegeven aan de bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen welke de provincie de opdracht geeft om de structuurondersteu-nende kleinstedelijke gebieden en de kleinstedelijke gebieden op provinciaal niveau af te bakenen. Het af-bakenen betekent dan ook het concreet geografisch invullen van de ruimtelijke opties uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en uit het Provinciaal Ruim-telijk Structuurplan West-Vlaanderen inzake stedelijk beleid. Het afbakeningsproces voor het stedelijk gebied van Blankenberge liep van februari 2005 tot en met juli 2006. Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringplan voor de concrete afbakening en voor twee bovenlokale bedrij-ven werd goedgekeurd bij M.B. op 11/06/2008.

Het plangebied van onderhavig RUP maakt deel uit van het stedelijk gebied, meer specifiek, in de hypo-these van gewenste ruimtelijke structuur maakt het deel uit van het stedelijk kerngebied. Er zijn geen con-crete acties opgenomen voor dit plangebied.

3. Opgemeentelijkniveau

3.1. GRSHet GRS werd goedgekeurd bij M.B. van 4 augus-tus 2005. Voor het plangebied werden geen concrete maatregelen noch acties vooropgesteld. Het BPA was immers in ontwerpfase bij de opmaak van het GRS, beide zijn dus reeds op elkaar afgestemd.

3.1.1. Algemeneruimtelijkeprincipesvoordegewensteruimtelijke

structuur.Inzake de gewenste ruimtelijke structuur worden de volgende doelstellingen, relevant voor ons plange-bied, gehanteerd :

� Open en stedelijk � Vernieuwde stedelijkheid � Stedelijke samenhang door (groene) netwerken en

focuspunten � Verweving van commerciële activiteit en woon-

functie in het stadscentrum

▪OpenenstedelijkBlankenberge: “open en stedelijk” is vandaag de rea-liteit. Op deze sterkte wordt verder gebouwd door een gedifferentieerd beleid ten aanzien van het stedelijk gebied en het buitengebied. In de gewenste ruimtelijke structuur dient de basis-structuur van Blankenberge met betrekking tot het stdelijk gebied te worden bekrachtigd door:

� Concentratie van de bebouwing inclusief uitbreiding in één samenhangend en geconcentreerd stedelijk gebied (compacte stad).

� Een vervolg van de groene gordel in het stedelijk gebied d.m.v. een aaneenschakeling van open ruimtes en groene (recreatieve) assen; groene vin-gers die in het stedelijk gebied penetreren.

▪VernieuwdestedelijkheidEen nieuwe stedelijkheid wordt geconcipieerd door oriëntatie van het stedelijk gebied naar verschillende centra die zich situeren op drie niveaus:

� primair: stadscentrum van Blankenberge; � secundair: Uitkerke; � tertiair: meerdere buurtcentra

▪Stedelijkesamenhangdoor(groene)netwerkenenfocuspunten

Het stedelijk weefsel kenmerkt zich teveel als een aaneenschakeling van woongebieden met weliswaar elk op zich een stedenbouwkundige en architecturale eenheid en eigenheid, doch onderling te sterk van el-kaar verschillend.Het inrichten van groene, recreatieve netwerken en focuspunten kan een belangrijke bijdrage leveren aan te verhogen van die stedelijke samenhang en aan het vormen van buurten.De (groene) netwerken hebben een verbindingsfunc-tie en worden ingericht ten behoeve van wandelaars en fietsers. Daarnaast betekenen ze ook open ruimte die ademruimte creëren binnen het dicht bebouwde stedelijk gebied. De focuspunten kunnen verschillen-de vormen aannemen, zoals stads- of buurtpark, kerk, sportveld of pleintje.

▪Verwevingvancommerciëleactiviteitenwoonfunctieinhetstadscentrum

Ten behoeve van de vitaliteit van het stadscentrum krijgen de commerciële activiteiten (incl. toeristisch-recreatieve activiteit) en de woonfunctie er een gelijke prioriteit.De verweving van beide functies wordt nagestreefd. Deze verweving is tweevoudig:

� verweving binnen de panden: woonfunctie boven de winkelpanden

� verweving van winkelstraten en woonstraten als twee boven elkaar liggende netwerken.

3.1.2. GewensteruimtelijkestructuurOp basis van de ruimtelijke principes wordt voor de structuurbepalende componenten van Blankenberge de gewenste ruimtelijke structuur uitgewerkt. Voor het plangebied zijn de volgende basiscomponenten van belang:

Page 20: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

20 R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

▪WoongebiedenMet het oog op de verdere ontwikkeling van Blanken-berge als woonstad en onder het ruimtelijk principe “open en stedelijk” worden volgende doelstellingen geformuleerd:

� Het behoud van een geconcentreerd stedelijk ge-bied (compacte stad);

� Het behoud van een positieve bevolkingsevolutie; � Het recupereren van stedelijke locaties voor wo-

ningbouw (inbreiding) - Het ontwikkelen van nieu-we woningtypologieën en kwalitatieve woonom-gevingen, in het bijzonder voor jonge gezinnen;

Teneinde de vitaliteit in het stadscentrum te hand-haven is een heringebruikname van leegstaande panden en verdiepingen boven handelspanden primordiaal. De heringebruikname dient voldoende wooneenheden te omvatten om door verweving van functies de gewenste multifunctionaliteit en vitaliteit te realiseren.

� Verweving van sociale woningen en tweede verblij-ven in het woonweefsel;

� Het attractiever maken van de bestaande woon-omgeving. De basisdoelstelling is het verhogen van de ruim-telijke kwaliteit van het bestaande (stads)weefsel.

De uitwerking: � Krachtlijnen van de maatregelen voor ontpitting

De bestaande open ruimtes worden behouden en functioneel geoptimaliseerd.

� Krachtlijnen inzake bouwvolume In functie van bezonning, aanvaardbare woon-dichtheden en samenhang in het stedelijk woon-weefsel worden inzake bouwhoogtes/bouwdieptes van woningen, appartementen en handelspanden volgende principes voorgesteld die de basis vormen voor verdere detaillering in ruimtelijke uitvoeringsplannen rekening houdende met de draagkracht van de directe omgeving:

� Middelhoge bouw: in hoofdzaak in de zone ten noorden van de KoningAlbert I-laan, de Zuid-laan, Vredelaan en langsheen de Kerkstraat.

� Laagbouw : Andere woonwijken. � Krachtlijnen voor het bevorderen van de verweving

wonen met handel en diensten in het stadscen-trum

� Om een sterkere verweving van commerciële activiteit en woonfunctie in het stadscentrum te bevorderen en ter ondersteuning van de woonfunctie in het stadscentrum, kunnen aan handelspanden beperkingen opgelegd worden inzake de inrichting van de commerciële functie.

� Op het niveau van de ruimtelijke uitvoerings-plannen dienen nieuwe ruimtelijke concepten onderzocht te worden die de bewoonbaarheid boven handelspanden bevorderen.

� In deze straten van het stadscentrum die zich kenmerken als woonstraten kunnen ééngezins-woningen gestimuleerd worden. In bepaalde straten kan permanente bewoning gestimuleerd worden, bijvoorbeeld door een verplichting van een minimum aantal slaapkamers of oppervlak-

Page 21: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

21w v i | j u l i ‘ 1 0 | R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r

tes. De nodige aandacht gaat hierbij tevens naar de bescherming van het cultureel erfgoed (Art Nouveau stijlelementen).

▪CentrumgebiedenIn Uitkerke situeert het centrum zich langs de Kerk-straat ter hoogte van de Sint-Amanduskerk, met han-del- en dienstverleningsfuncties en het park de Craene. Maatregelen ter ondersteuning van dit centrum situe-ren zich vooral in het verlengde van de uitgevoerde projecten van herinrichting en renovatie in het kader van het Herwaarderingsgebied Uitkerke.

3.2. MobiliteitsplannenHet beleidsplan - eindrapport werd op de auditcom-missie van 13/11/2000 conform verklaard.

De Kerkstraat wordt in het RSV geselecteerd als pri-maire weg type II tot aan de Zeebruggelaan.De as Willem Tellstraat - Evendijk-West werd aange-duid als een recreatieve fietsroute. Binnen het plangebied van onderhavig rup werden verder geen specifieke selecties doorgevoerd.

Op 12/12/2007 heeft de sneltoets plaats gegrepen. Het mobiliteitsplan zal verbreed en verdiept worden. Dit zal geen directe weerslag hebben op het gebied afgebakend door de grenzen van RUP 21.

Gewenstestructuur/planop-zet

1. Knelpunten/tegenstrijdig-hedenbinnenhetbestaandeplaninstrumentarium

Bij toetsing aan concrete stedenbouwkundige aanvra-gen, komen enkele knelpunten en tegenstrijdigheden aan het licht.

Algemeen � Het vigerende BPA is specifiek op perceelsniveau

gezoneerd en legt grotendeels bestemmingen op, conform de bestaande toestand.

� Door de specifieke zonering zijn er op bepaalde plaatsen zoneringsfouten gemaakt waardoor er be-paalde constructies zonevreemd komen te liggen. Concrete voorbeelden hiervan zijn :

� Ontmijnersstraat 6 : Een bestaande woning bevindt zich in een tuinzone en is bijgevolg zonevreemd.

� De woning Evendijk West 14 is eveneens zonevreemd. Deze bevindt zich volledig binnen zone 3c en is ingekleurd als berging. Er worden eveneens geen bouwmogelijkheden voorzien langs de straatzijde.

� De mogelijkheid dient te worden voorzien om naast een nieuwe woning t.h.v. de Ontmijners-straat een garage te bouwen, dit is volgens de bestaande zonering niet mogelijk.

� Bijkomend kan het BPA heel moeilijk inspelen op nieuwe situaties die ruimtelijk verantwoord zijn. Waardoor het BPA, naar de toekomst toe, weinig flexibel is.

� De eigendomsstructuur van de Kerkstraat + het ge-bruik is niet correct weergegeven.

� De stedenbouwkundige voorschriften zijn in tabel-vorm neergeschreven, dat, mede door de diverse zoneringen en overdrukken, dit BPA heel complex maakt. Dit is voor de burger, naar leesbaarheid en verstaanbaarheid, niet evident. Voorbeelden hier-van zijn:

� De opsplitsing naar zonering toe is niet altijd even logisch. Er worden voor de tuinzone bijvoorbeeld maar liefst 3 verschillende bestem-mingszones voorzien : zone 3a, 3b en 3c, met daarover nog verschillende overdrukken.

� Het plan ‘oogt’ groen maar schept, na concrete interpretatie en toetsing van de voorschriften, verkeerde verwachtingen en inschattingen. Zo is bv. de ‘tuin’zone 3c volledig bebouwbaar i.f.v. garagebouw, evenals de ‘tuin’zone 3b ter hoogte van de Kerkstraat i.f.v. wonen en detail-handel. Dit strookt niet met de hoofdbestem-ming ‘tuinzone’ en is bijgevolg niet logisch en zeer verwarrend.

� De private achterbouw bij de woningen t.h.v. de Scharebrugstraat krijgt dezelfde bestemming als de geclusterde garagebouw, wat op zich niet logisch is.

Knelpuntennederzettingsstructuur � Het vigerende BPA legt een specifieke kroonlijst-

hoogte op waarbij er dient te worden aangesloten op het buurgebouw. De meeste bestaande bebou-wing is hoger dan de toegelaten kroonlijsthoogte (hier in dit geval max. 6 meter) waardoor men tel-kens verplicht wordt af te wijken.

� Het aspect van gelijkvloerse uitbouw, zijde achter-tuin is niet altijd even duidelijk en schept op bepaal-de plaatsen verwarring.

� Dakuitbouwen zijn volgens het vigerende BPA mo-gelijk. Er is echter geen beperking t.a.v. de per-

Page 22: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

22 R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

ceelsgrenzen waardoor de indruk gewekt wordt van een extra bouwlaag, wat niet wenselijk is in het bestaande straatbeeld. Een voorbeeld hiervan is de bebouwing t.h.v. de Rerum Novarumstraat (ooste-lijke zijde) waar bij de meeste rijbebouwing de dak-uitbouw gemaximaliseerd werd.

Knelpuntengroenstructuur � Het aspect van gelijkvloerse uitbouw, zijde ach-

tertuin is niet altijd even duidelijk en schept op bepaalde plaatsen verwarring. Bv. de bebouwing langs de Dumontstraat is voorzien van een kleine

tuinzone. Deze zone mag bebouwd worden met 3m gelijkvloerse uitbouw waardoor er geen tuin meer overblijft. Dit is onlogisch.

� Het type van afsluitingen dat kan worden toege-staan is beperkt en niet altijd even kwaliteitsvol, voorbeelden hiervan zijn de toegelaten betonplaten en houten afsluitingen.

� Het BPA laat een verhardingspercentage toe van de voortuinstrook van 65%. In de bestaande toe-stand komen voortuinstrookjes voor die nagenoeg volledig verhard zijn, wat een gemiste kans is om het groen in het straatbeeld te betrekken.

2. Vooropgesteldewijzigingent.a.v.hetbestaandplanin-strumentarium.

De opzet van het bestaande BPA, evenals de in het GRS geponeerde ruimtelijke visies en doelstellingen, worden behouden en verder uitgewerkt. Volgende in-houdelijke belangrijke verfijningen/wijzigingen t.a.v. het vigerende BPA worden binnen dit Rup vooropge-steld :

Algemeen � Onderhavig rup wordt naar zoneringen toe flexi-

beler opgevat, een ruimtelijk uitvoeringsplan leent zich ideaal voor deze doelstelling. Op die ma-nier worden heel wat bovenliggende knelpunten / tegenstrijdigheden gecorrigeerd of voorkomen. Het grup mag hierbij niet gelezen worden als een louter kwantitatieve benadering. Het legt bepaalde ruimtelijke randvoorwaarden en criteria vast, maar laat de stedenbouwkundige ambtenaar voldoende vrijheid om te sturen bij toetsing aan concrete ste-denbouwkundige aanvragen. Het opportuniteitsbe-ginsel is hierbij heel belangrijk.

� Er wordt gebruik gemaakt van de recentste kadas-trale onderlegger.

Tavdenederzettinsstructuur: � Een maximale kroonlijsthoogte wordt binnen onder-

havig rup niet opgelegd. In de algemene bepalin-gen wordt opgelegd dat de kroonlijst dient aan te sluiten aan het aanpalende gebouw indien de nieu-we bebouwing hetzelfde aantal bouwlagen heeft. Dit gegeven dient voldoende garanties te creëren gezien het grootste gedeelte van het plangebied reeds gerealiseerde toestand betreft en gezien de bouwblokken binnen onderhavig plangebied een

Page 23: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

23w v i | j u l i ‘ 1 0 | R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r

zeer uniform straatbeeld vertonen naar volume, in-planting en bouwhoogte.

� Het is niet mogelijk om tot op de perceelsgrens te bouwen, behoudens indien kan aangesloten wor-den op een bestaande zij- of achtergevel. De moge-lijkheid van uitbouwen worden bij het hoofdvolume gerekend (dus niet in een aparte zone) waarbij er minimum 3 meter t.a.v. de achterperceelsgrens dient te worden gehandhaafd. Op die manier wordt er toch een minimum aan tuinzone gegarandeerd of wordt er belet dat tot op de perceelsgrens kan gebouwd worden.

� Dakuitbouwen zijn ondergeschikt aan het dakvlak, het dakvlak primeert.

� De bestaande garagezones worden specifiek gezo-neerd, in tegenstelling tot het vigerende BPA, waar ze als een onderdeel van de tuinzone werden op-genomen.

� De bebouwing ter hoogte van de Kerkstraat krijgt een specifieke bestemming als multifunctionele zone, in tegenstelling tot het bestaande planinstru-ment waar handel en horeca slechts als nevenbe-stemming kon gedijen.

� T.h.v. de Kerkstraat worden meergezinswo-ningen toegelaten, zowel door nieuwbouw als door omvorming van bestaande éénge-zinswoningen naar meergezinswoningen. T.h.v. het achterliggende residentiële gebied zijn nieuwe meergezinswoningen enkel mogelijk door nieuwbouw (op een braakliggend perceel of na in-tegrale afbraak van een bestaand pand).

� Bebouwing in achterliggende positie worden niet enkel gezoneerd cf. bestaande toestand maar wor-den op bepaalde plaatsen gestimuleerd zich aan de straatzijde te oriënteren, teneinde het straatbeeld te kunnen afwerken.

Tavdegroenstructuur: � Type afsluiting : Op de zijkavelgrenzen zijn enkel

esthetisch verantwoorde afsluitingen toegelaten. Afsluitingen beeldbepalend t.a.v. het openbaar do-mein, meerbepaald in de voortuinstroken, zijn be-perkt van hoogte

� Verhardingen: Het verhardingspercentage in de voortuinstrook wordt beperkt tot functionele ver-harding, gecombineerd met groenaanleg, teneinde toch een voldoende groen accent in het straat-beeld te creëren. Een beplantingsplan wordt opge-legd teneinde een duidelijk beeld te krijgen van de groenverhouding - bebouwing.

Page 24: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

24 R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

3. Plankeuzes

Zone1:zonevooreen-enmeerge-zinswoningen,meerbepaaldhetresidentiëleweefseltenwestenvandeKerkstraat

� Bestemming : eengezinswoningen en meerge-zinswoningen bij nieuwbouw (nieuwbouw : op een braakliggend perceel of na integrale afbraak van een bestaand pand). De bestaande vergund of vergund geachte meergezinswoningen kun-nen behouden blijven en kunnen worden ver-bouwd. Bij herbouw dient te worden voldaan aan de inrichtingsvoorschriften van het uitvoeringsplan. Omvorming van een bestaande ééngezinswoning naar een meergezinswoning is niet toegelaten (bv. door verbouwing of vernieuwbouw), dit om te trend tot appartementering en bijkomende dynamiek in dit nog homogeen residentiële weefsel te beperken en maximaal te vrijwaren voor permanente bewoning.

� Het behoud van het uniforme, beeldbepalende straatweefsel door:

� De bouwhoogte te beperken tot de bestaande, grotendeels 2 bouwlagen en een dak

� De typerende voortuinstrook maximaal te be-houden en te vrijwaren.

� Binnenbouwblokken maximaal vrijwaren als tuin-zone door de bouwdiepte te beperken :

� Tot 15 meter voor de bebouwing met nog vrij open tuinzones

� Onbeperkt voor de bebouwing gekenmerkt door achterbouw, vertaald naar het bestemmings-plan ‘bebouwing met specifieke inplantings-voorschriften’, met een max. van 35 m² na een bouwdiepte van 15 meter

� Garages dienen geïntegreerd te worden in het hoofdvolume. Afzonderlijke garages zijn niet mogelijk, behoudens de specifieke deelzone ‘bebouwing met specifieke inplantingvoorschrif-ten’, gelet op de bestaande toestand.

� Bepaalde achterliggende woningen dienen zich bij vernieuwbouw naar de straatzijde te situe-ren.

Zone2:multifunctionelezone � Bestemming : wonen en andere functies die het wo-

nen niet hinderen. De Kerkstraat wordt hierbij op-gewaardeerd als multifunctionele as, waar handel en horeca als evenwaardige functies naast wonen komen te staan, dus niet enkel als nevenbestem-ming.

� Om te beletten dat de bovenliggende verdie-pingen leeg komen te staan, is, cf. de bepalin-gen binnen het GRS, de verplichting opgelegd dat een woonfunctie steeds aanwezig dient te zijn, behoudens voor overheidsgebouwen. Zogenaamde berging op de bovenverdieping om leegstandtaks te omzeilen is bovendien uitgeslo-ten.

� Minimum oppervlaktes voor wooneenheden wor-den opgelegd en werden opgetrokken t.a.v. het vigerende BPA. Dit om enerzijds het onderscheid te beklemtonen tussen het meer noordelijk toeristi-sche gedeelte van Blankenberge, geënt op tweede verblijven en anderzijds om het eerder residentiële karakter te bevorderen, dat meer in relatie staat met zijn huidige context, zijnde het residentiële kern-weefsel van Uitkerke, nl.

� per woongelegenheid minimum 65 m² � gemiddelde van 80 m² voor de woongelegenhe-

den binnen een wooncomplex.

� Bouwhoogte wordt behouden op 4 bouwlagen, dit om de multifunctionele en stedelijke as ruimtelijk te benadrukken en een bepaalde dynamiek te gene-reren. De Kerkstraat werd bijkomend in het GRS specifiek gezoneerd als ‘middelhoogbouw’.

� De architecturale waardevolle bebouwing, waar-van sprake bij de bestaande nederzettingsstruc-tuur, wordt niet mee opgenomen. Het is immers een beleidskeuze geweest om maximale bescher-ming te bieden aan de waardevolle bebouwing t.h.v. het centrumgebied.

Zone3:zonevoorautobergplaatsenenstapelplaatsen

Bestaande geclusterde garages worden in een speci-fieke zone opgenomen. Max. terreinbezetting bedraagt 70%, maatregelen dienen genomen te worden naar verkeerscirculatie. Hierbij wordt eveneens de mogelijkheid opengelaten om op termijn de gegroepeerde garagecomplexen te vervangen door andere gemeenschappelijke functies zoals tuindelen, semi-gemeenschappelijk groen, wa-di’s, natuur en dergelijke.

Zone4:zonevooropenbaardomein De bestaande groenpleinen worden niet specifiek ge-zoneerd, teneinde bij herinrichting van straten maxi-male vrijheid en flexibiliteit te kunnen inbouwen. Het bestaande speelplein ter hoog-te van de Sint Elooistraat dient in zijn hui-dige vorm maximaal gevrijwaard te worden.

Page 25: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

25w v i | j u l i ‘ 1 0 | R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r

Toetsing

1. Watertoets

� Het plangebied behoort tot het bekken van de Brugse Polders en het deelbekken van de Oud-landpolder van Blankenberge.

� Binnen het plangebied bevinden zich geen water-wingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgebakend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 27-03-1985 houdende nadere rege-len voor de afbakening van waterwingebieden en de beschermingszones.

� Het plangebied ligt niet in een oppervlaktewater-wingebied. In het plangebied liggen geen waterlo-pen die moeten voldoen aan de waterkwaliteitsnor-men voor water bestemd voor waterproductie.

� Er zijn geen waterkwaliteitsgegevens beschikbaar over de waterlopen in de onmiddellijke omgeving.

Watertoetskaarten: � In het plangebied liggen geen recent over-

stroomde gebieden of risicozones voor over-stromingen.

� Het RUP is niet gelegen in een ‘effectief over-stromingsgevoelig gebied’.

� Het plangebied is zeer gevoelig voor grondwa-terstroming (type 1).

� Het plangebied is niet gecategoriseerd als infil-tratiegevoelig gebied.

� Het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier.

� Binnen het plangebied liggen geen erosiege-voelige gebieden.

Beschrijving effect � Het doel van het RUP is in de eerste plaats om het

bestaand woonweefsel te bestendigen. � Het gebied is bijgevolg reeds volledig volgebouwd,

zodat er weinig bijkomende bebouwing kan gerea-liseerd worden, behoudens ter hoogte van enkele vrijliggende percelen. Het is eveneens mogelijk om bestaande gebouwen te renoveren, te verbouwen of te vervangen door nieuwbouw.

� Er moet geen grotere afvoer van hemelwater verwacht worden dan indien het gebied autonoom zou evolueren.

� Er moet geen grotere hoeveelheid afvalwater of meer verontreinigd afvalwater verwacht worden dan bij een autonome evolutie van het gebied.

Milderende maatregelen � Er worden richtlijnen opgegeven voor de maximale

bebouwing van de percelen.

Opteheffenvoorschriften

Volgende voorschriften en bepalingen worden opge-heven bij goedkeuring van onderhavig Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan, voor die percelen die ge-legen zijn binnen het plangebied van onderhavig Ge-meentelijk Ruimtelijk UItvoeringsplan :

� de bepalingen van het gewestplan Brugge - Oost-kust, vastgelegd (K.B. van 07.04.1977 en latere wijzigingen), meerbepaald woongebied.

� Het BPA Dumonkwartier (M.B. 24.06.2004)

Page 26: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

26 R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

ruimtebalans|planschade|planbaten

bestemmingen voorzien in het RUPbestemmingen voor inwerkingtreding van het RUP

zone

ring

oppe

rvla

kte

in h

a

cate

gorie

gebi

edsa

andu

idin

g

won

en

bedr

ijvig

heid

land

bouw

over

ig g

roen

rese

rvaa

t en

natu

ur

lijni

nfra

stru

ctuu

rge

mee

nsch

apsv

oorz

ieni

ngen

en

nut

svoo

rzie

ning

enre

crea

tie

ontg

inni

ng e

n w

ater

win

ning

bos

zone 1: zone 1 : zone voor één- en meergezinswoningen

6 ha 92 a 15 ca wonen x

zone 2 : multifunctionele zone 0 ha 93 a 85 ca wonen xzone 3 : zone voor autobergplaatsen en stapelplaatsen

0 ha 59 a 55 ca wonen x

zone 4 : zone voor openbaar domein 2 ha 70 a 31 ca wonen x11 ha 15 a en 85 ca

Volgens de bepalingen van het gewestplan is het plan-gebied gelegen in een zone voor woongebied, dit werd verder verfijnd in het BPA Dumonkwartier. Het volledige plangebied van het RUP is gecategori-seerd onder de gebiedsaanduiding wonen (Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen).Binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan komen geen gebieden voor die aanleiding kunnen geven tot een planschade-of planbatenvergoeding.

Planproces

1.Onderzoektotmilieueffect-rapportage

1.1 VerzoektotraadplegingDe screeningsnota werd voor advies overgemaakt op 8/06/2009 aan onderstaande instanties :

� Provinciebestuur West-Vlaanderen, dienst Ruimte-lijke Planning

� Agentschap R-O Vlaanderen, R-O West-Vlaande-ren - Ruimtelijke ordening West-Vlaanderen

1.2 VerzoektotontheffingHet verzoek tot ontheffing werd overgemaakt aan de Vlaamse overheid - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - Dienst Milieueffectrapportage. De beslissing tot ontheffing werd aan het gemeente-bestuur overgemaakt (november ‘09 - zie bijlage).

2. ProcedureRUP

2.1. BeslissingtotopmaakBij CBS van 02.10.2007 werd de wvi aangesteld als ontwerper van het RUP.

2.2. Voorontwerp

2.2.1. AdviesprocedureHet voorontwerp werd besproken in de Gecoro op 27.08.’09. Het voorontwerp werd voor advies overgemaakt aan onderstaande instanties :

Page 27: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

27w v i | j u l i ‘ 1 0 | R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r

� Agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Mi-nisterie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed.

� Afdeling ruimtelijke ordening West-Vlaanderen, ge-westelijk stedenbouwkundige ambtenaar (Arohm afdeling ROHM West-Vlaanderen)

� Provincie West-Vlaanderen, dienst ruimtelijke planning en mobiliteit DRuM

� Gecoro � LNE, dienst veiligheidsrapportage � het Agentschap Infrastructuur � De Vlaamse vervoermaatschappij De Lijn

2.2.2. PlenairevergaderingDe plenaire vergadering heeft plaatsgevonden op 12.01.’09 (verslag : zie bijlage).

2.2.3. Besprekingenadviezeneninhou-delijkeaanpassingen

� Advies provincie West-Vlaanderen, dienst ruimte-lijke planning.

� Een overzicht van het bestaande BPA dient in de toelichtingsnota te worden opgenomen. Dit gegeven is aangepast.

� Een aantal aspecten in de toelichtende kolom dienen verordenend te worden opgenomen :

� Bepalingen inzake bovengrondse garages (art. 1.2.6). Dit gegeven werd niet aangepast daar in het verordenend gedeelte enkel afzonderlijke bij-gebouwen mogelijk zijn van maximaal 12 m². M.a.w. dit sluit de mogelijkheid van afzonder-lijke garages reeds uit.

� Lunaparken, kansspelinrichtingen, dancings zijn niet toegelaten (art. 2.2). Dit gegeven is aangepast, aangevuld met een meer

algemenere bepaling : ‘Functies die de woonfunctie in het gedrang brengen, zijn bijkomend niet toegelaten’.

� De inrichtingsfuncties met betrekking tot meervoudig recreatief gebruik van de deel-zone ‘parkzone’ . Dit gegeven is aangepast, aangevuld in de toelichtende kolom met ‘Dit betekent ondermeer dat er een kwalitatieve verhouding dient gerealiseerd te worden tus-sen verharding en groen’.

� Verduidelijking van enkele verordende elemen-ten in de toelichtende kolom, met name :

� Verduidelijking ‘overheidsfunctie’, p. 43 : dit gegeven is aangevuld.

� Esthetisch verantwoorde afsluitingen, p. 46 : dit gegeven werd in de toelichtende kolom aangevuld met : ‘in harmonie met de archi-tectuur van het gebouw, met het straatbeeld en de onmiddellijke omgeving’.

� In de voorschriften dient verwezen te worden naar de nieuwe Vlaamse codex ruimtelijke ordening, zie artikel 0.1.9) : dit gegeven werd aangepast.

� Het al dan niet verlenen van vergunningen kan niet gekoppeld worden aan een akkoord door derden, zie artikel 0.1.9 en artikel 1.2.6. Dit geven werd aangepast.

� Er zijn geen bepalingen opgenomen omtrent een maximale oppervlakte aan verharding of percentage verharding in de tuinzone (art. 1.2.5). Dit gegeven werd niet aangevuld aan-gezien de verharding reeds aan de volgende criteria dient te voldoen :

� Er zijn enkel verhardingen mogelijk i.f.v. oprit, tuinpaden en terras.

� Verhardingen dienen waterdoorlatend te zijn. Dit gegeven werd aangevuld met ‘behoudens in functie van oprit’.

� In het verordenend gedeelte werd bijkomend vermeld dat ‘de verharding dient te getuigen van kwaliteit.’ , aangevuld in het toelichtende gedeelte met ‘de inrichting van de verhar-ding dient kwalitatief te zijn inzake vormge-ving, relatie met de omgeving en esthetiek. Er dient bijgevolg een goede verhouding te worden nagestreefd tussen verharding en onverharde ruimte’.

� Advies LNE � Aspect hernieuwbare energievoorzieningen :

dit gegeven werd aangevuld in de algemene voorschriften.

� Artikel 3 : zone voor autobergplaatsen en stapelplaatsen : In de toelichtende kolom werd dit gegeven aangevuld met : ‘Een openbare of private groenfunctie is mogelijk indien de bestemming van garages en/of stapelplaatsen is achterhaald of indien deze op termijn semi - ondergronds worden aangebracht’.

� Advies Agentschap RO - Vlaanderen � geen advies

� Advies Agentschap Infrastructuur � geen opmerkingen

� Advies De Lijn � geen opmerkingen

� Advies college Blankenkerge Naar aanleiding van de plenaire vergadering wenste het schepencollege de volgende aanpas-singen te doen :

Page 28: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

28 R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

� Tegemoet komen aan de stedenbouwkundige verordening SV 04 ‘Verbod op het opsplitsen van bestaande eengezinswoningen’. Deze ver-ordening is van toepassing op het plangebied van onderhavig rup (behoudens de Kerkstraat t.h.v. zone 2 ‘multifunctionele zone’) en houdt het volgende in : ‘de bestaande vergunde en de bestaande vergund geachte eengezinswo-ningen mogen niet opgesplitst worden in meer-gezinswoningen. ‘ Om die redenen werd zone 1 ‘zone voor eengezinswoningen’ gewijzigd naar ‘zone voor één- en meergezinswoningen’ met de volgende inhoudelijke aanpassingen :

� Hoofdbestemming : Verordenende kolom : ‘De gronden op het bestemmingsplan gele-gen binnen onderhavige zone, zijn bestemd voor één- en meergezinswoningen. Bestaande eengezinswoningen kunnen niet opgesplitst worden naar meergezinswonin-gen. Bijkomende meergezinswoningen zijn bijgevolg enkel mogelijk d.m.v. nieuwbouw. ‘

� Toelichtende kolom : ‘het betreft een zone waar het wonen centraal staat met in hoofd-zaak gesloten bebouwing’ Nieuwbouw : nieuw te bouwen bebouwing op een braakliggend perceel, of op een perceel na het integraal slopen van een bestaand pand. ‘

� Artikel 1.1.2 en artikel 2.2, toelichtende kolom : ‘de specifieke bepalingen van Seveso -inrich-tingen, zoals bepaald in 0.1.8, zijn van toepas-sing. ‘Dit gegeven werd geschrapt, daar dit reeds gespecificeerd werd onder de algemene bepalingen, onder artikel 0.1.8 en dus sowieso van toepassing is.

2.3. Ontwerp

2.3.1. VoorlopigevaststellingHet rup werd voorlopig vastgesteld in de gemeente-raad van 16.03.2010

2.3.2. OpenbaaronderzoekHet rup heeft ter inzage gelegen tijdens het openbaar onderzoek van 01.04.2010 tot 30.05.2010

2.3.3. AdviesGeCoRoDe adviezen en bezwaren werden door de Gecoro be-handeld in zitting van 07.07.2010

2.3.4. Besprekingenadviezen/bezwa-renenaanpassingendocument

Er werd 1 bezwaarschrift ingediend, nl. van van Elia Asset nv en 1 advies, nl. Ruimtelijke Planning - provin-cie West-Vlaanderen.

Het rup werd aangepast op basis van de volgende as-pecten : � adviesRuimtelijkeplannen-provincieWest-Vlaanderen

� Het is aangewezen om in zone 1 minimale leefop-pervlaktes op te nemen voor de meergezinswo-ningen, dit naar analogie met de andere zone, nl. zone 2 ‘multifunctionele zone’. Dezelfde minimale oppervlaktenormen werden opgenomen conform zone 2.

� Een verduidelijking is noodzakelijk met betrekking tot de toegelaten overheidsfuncties in artikel 2.2 Dit gegeven werd onder artikel 0.1.3 aangevuld met :

� Verordenen gedeelte : ‘Gebouwen en construc-ties voor gemeenschapsuitrustingen, open-baar nut en overheidsfuncties kunnen in elke ….’.

� Toelichtend gedeelte : overheidsfuncties : hier-mee worden functies bedoeld kaderend bin-nen de openbare dienstverlening (vb. in de zorg-sector, onderwijssector , (lokale) overheidsdien-sten, OCMW, sociaal verhuurkantoor, lokale werkwinkel, sociale sector, erediensten en hun aanverwanten,…).

� De aanduiding op het bestemmingsplan voor de parkdeelzone in zone 4 stemt niet overeen met de aanduiding in de legende, hetzelfde geldt voor de arcering van de deelzone met specifieke inplan-tingsvoorschriften in zone 1. De digitale versie is wel correct. Dit betrof een materiële fout, wellicht ontstaan bij het afdrukken van de plannen. Het correcte plan werd door de gemeenteraad voorlopig vastgesteld en in openbaar onderzoek gebracht.

2.3.5. Definitievevaststelling

Page 29: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

Stedenbouwkundige

voorschrifte

n

Page 30: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen
Page 31: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

31

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

w v i | j u l i ‘ 1 0 | R u p 2 1 D u m o n k w a r t i e r

Artikel0:Algemenebepalingen

0.1Algemenebepalingen

0.1.1 Vorm en inhoud van het planHet volledige plangebied valt als gebiedsaanduiding onder de categorie wonen

0.1.2 Ruimtelijke kwaliteit

Er dient ten allen tijde gestreefd te worden naar ruimtelijke kwaliteit en vrijwaring van de goede plaatselijke ordening. Voor zover hieraan voldaan is, moeten verder de numerieke voorschriften gerespecteerd worden.

0.1.3 Gemeenschapsuitrustingen, constructies voor gemeenschaps-uitrustingen, constructies i.f.v. hernieuwbare energievoorzieningen

Gebouwen en constructies voor gemeenschapsuitrustingen, openbaar nut en overheidsfuncties kunnen in elke bebouwingszone worden toe-gelaten mits ze in overeenstemming zijn met de respectievelijke voor-schriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan en mits hun functie geen fundamentele afbreuk doet aan de kwaliteit van de woonomgeving. Kleinschalige nutsvoorzieningen kunnen in elke zone ingeplant wor-den.Voorzieningen i.f.v. hernieuwbare energie kunnen in elke zone ingeplant worden, mits ruimtelijk verantwoord.

0.1.4 Bestaande meergezinswoningenBestaande rechtmatig vergunde meergezinswoningen, die strijdig zijn met de in dit grup voorziene stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, maar die vergund zijn of krachtens de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening worden vergund te zijn, kunnen worden gerestau-reerd en verbouwd worden, doch binnen het bestaande volume en met maximum hetzelfde aantal woongelegen en bouwlagen. Dit is eveneens

Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met be-trekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Onderhavige stedenbouwkundige voorschriften kunnen verstrengd worden afhankelijk van de plaatselijke toestand en omgevingsfactoren.

Overheidsfuncties : hiermee worden functies bedoeld kaderend binnen de openbare dienstverle-ning (vb. in de zorgsector, onderwijssector, (lokale) overheidsdiensten, OCMW, sociaal verhuur-kantoor, lokale werkwinkel, sociale sector, erediensten en hun aanverwanten,...).

Kleinschalige nutsvoorzieningen : bvb. elektriciteitscabines

ruimtelijk verantwoord : hiermee wordt o.a. passend in het straatbeeld bedoeld en niet hinderlijk voor de (woon)omgeving.

Page 32: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

32

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

van toepassing voor de bestaande bijgebouwen/garages bij deze meer-gezinswoningen. Bij herbouw dient voldaan te worden aan de inrichtingsvoorwaarden van het GRUP.

0.1.5 Bestaande constructies � Bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen, verhardingen

en andere elementen die in hoofdzaak regelmatig werden vergund, kunnen wat betreft de plaats, bezetting en numerieke voorschriften gehandhaafd blijven en verbouwd worden met behoud van deze bestaande afmetingen, inplanting of bezettingsgraad, voor zover ze geen hinder genereren t.o.v. de omgeving. Bij herbouw dienen de voorschriften van onderhavig grup te worden nageleefd.

� Bestaande gebouwen of complexen mogen enkel opgesplitst wor-den indien de woonkwaliteit van de woningen die daaruit voorko-men, voldoende wordt gegarandeerd.

� Gebouwen die getroffen zijn door een rooilijn dienen in alle gevallen bij herbouw de rooilijn te respecteren.

0.1.6 Bouwhoogte en referentiepeilDe hoogte van de gebouwen wordt gemeten vanaf het referentiepeil tot aan de snijlijn van de gevel en het dakvlak (= kroonlijst). Het referentie-peil is het peil van het openbaar domein op de rooilijn.

0.1.7 Harmonieregel � De aansluiting / koppeling van een in te richten hoofdvolume met

het hoofdvolume op het aanpalende perceel, dient op een harmoni-euze manier te gebeuren.

� Bij aaneengesloten bebouwing moet steeds met de nieuwe be-bouwing tegen de bestaande wachtgevel(s) aangesloten worden.

Er dient o.a. een minimale gevelbreedte te worden aangehouden, conform de typologie van de bebouwing en de percelering in de onmiddellijke omgeving.

Artikel0:Algemenebepalingen

Page 33: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

33

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

w v i | j u l i ‘ 1 0 | R u p 2 1 D u m o n k w a r t i e r

Artikel0:Algemenebepalingen

� De hoogte en de diepte, de dakvorm en het dakvolume van de gebouwen moeten in harmonie zijn met de aanpalende gebou-wen en dienen het straatbeeld te ondersteunen.

� De kroonlijst dient aan te sluiten aan het aanpalende gebouw indien de nieuwe bebouwing hetzelfde aantal bouwlagen heeft, waarbij de dakvorm een harmonieus geheel vormt.

� In geval van verschillende bouwlagen moeten architecturale overgangen van de bouwhoogte de harmonie in het straat-beeld ondersteunen. Bij ongelijke aansluiting dienen alle zichtbare geveldelen te worden afgewerkt. De aansluitingsas-pecten dienen bij de vergunningsaanvraag in detail te worden uitgewerkt waarbij de overgangen tussen de verschillende bouwhoogtes met bijzondere zorg worden uitgewerkt. Ook de aansluiting dient qua materiaalgebruik op een harmonische manier te gebeuren.

� Om vergunningen voor gebouwen op een adequate manier te kun-nen beoordelen, is het noodzakelijk dat de aanvrager het volgende duidelijk maakt :

� op welke manier het gebouw ingepast wordt in het straatbeeld � op welke manier de parkeerproblematiek wordt aangepakt bij

verkeersgenererende functies � hoe de aansluiting op aanpalende gebouwen wordt opgevat � op welke manier de niet-bebouwde perceelsdelen worden inge-

richt � hoe de privacy van de omwonenden wordt gegarandeerd, � op welke manier kwalitatieve woongelegenheden met een vol-

doende buitenruimte worden gerealiseerd. De aanvrager dient voldoende uitgebreid te motiveren en aan te tonen hoe aan de verschillende kwaliteitscriteria wordt voldaan.

Page 34: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

34

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

0.1.8 Specifieke bepalingen rond Seveso-inrichtingen

Het inplanten van inrichtingen die vallen onder het toepassingsgebied van het samenwerkingsakkoord betreffende de beheersing van de ge-varen van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, zijn verboden.

0.1.9 Ondergrondse constructies

Ondergrondse constructies zijn in alle bestemmingszones toegelaten.

0.2 Begrippen

0.2.1 TuinzoneOnder de term tuinzone dient verstaan de oppervlakte van het perceel welke overblijft na aftrek van de effectief bebouwde oppervlakte (bo-vengronds).

0.2.2 TerreinbezettingOnder terreinbezetting wordt de verhouding bedoeld van de bebouwde oppervlakte (met inbegrip van bijgebouwen, verhardingen niet inbegre-pen) t.o.v. de totale oppervlakte van het perceel gelegen binnen de be-trokken bestemmingszone. Dit wordt uitgedrukt in procent.

0.2.3 Vloeroppervlakte van een woonentiteit

De som van de horizontale oppervlakte van de vloer of vloeren, be-grensd door de afgewerkte binnenvlakken van de omschrijvende wan-den van de woongelegenheid of woning, met een minimum vloer - pla-fondhoogde van 2,40 meter.

0.2.4 Verbouwing

Seveso-inrichtingen zijn inrichtingen met een zodanige hoeveelheid aan gevaarlijke stoffen op het terrein, dat zij vallen onder het toepassingsgebied van de Europese Seveso II-richtlijn of het Samenwerkingsakkoord (SWA).

De bevoegde instanties dienen hierbij advies te geven.

Artikel0:Algemenebepalingen

Page 35: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

35

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

w v i | j u l i ‘ 1 0 | R u p 2 1 D u m o n k w a r t i e r

Onder verbouwing wordt begrepen de ingrepen die betrekking hebben op de structuur, de stabiliteit of de veiligheid van een gebouw. Dit kan al dan niet gepaard gaan met wijzigingen aan het volume en/of bijgebou-wen zolang de oppervlakte van het oude gedeelte groter blijft dan de helft van de totale nieuwe oppervlakte van het gebouw.

0.2.5 VernieuwbouwOnder vernieuwbouw wordt verstaan het aanpassen van een woonge-legenheid, waarbij meer dan 50% van het metselwerk wordt vervangen door nieuw metselwerk of wanneer bij de aanpassing van het gebouw de wijzigingen aan de oppervlakte van het oude gedeelte kleiner is dan de helft van de totale nieuwe oppervlakte van de woning.

definitie cf. stedenbouwkundige verordening SVO2

Artikel0:Algemenebepalingen

Page 36: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

36

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

1.1 Bestemmingsvoorschriften

1.1.1 HoofdbestemmingDe gronden op het bestemmingsplan gelegen binnen onder-havige zone, zijn bestemd voor één - en meergezinswoningen. Bestaande ééngezinswoningen kunnen niet opgesplitst worden naar meergezinswoningen. Bijkomende meergezinswoningen zijn bijgevolg enkel mogelijk d.m.v. nieuwbouw. Om woonkwalitatieve redenen zijn de woongelegenheden gekenmerkt door volgende minimum criteria : per gebouw moet de vloeroppervlakte per woongelegenheid minimum 65 m2 bedragen. Het gemiddelde van de vloeroppervlaktes van de woongelegenheden per gebouw moet mi-nimum 80 m2 bedragen.

1.1.2 NevenbestemmingIn nevenbestemming zijn vrije beroepen, detailhandel, diensten, horeca en kantoren toegelaten, met uitsluiting van tankstations, nachtwinkels en servicestations. De nevenbestemming moet onderschikt zijn aan de hoofdbestemming.

De in nevenbestemming toegelaten bestemmingen naast de woonbe-stemming, kunnen enkel geraliseerd worden als deze niet hinderlijk zijn voor de woonomgeving en de privacy respecteren.

1.2 Inrichting

1.2.1 Plaatsing van de hoofdgebouwen

� Plaatsing t.o.v. de rooilijn :

HoofdbestemmingHet betreft een zone waar het wonen centraal staat met in hoofdzaak gesloten bebouwing.

nieuwbouw : hiermee wordt nieuw te bouwen bebouwing bedoeld op een braakliggend perceel of op een perceel na het integraal slopen van een bestaand pand.

niet hinderlijk voor de woonomgeving : lunaparken, kansspelinrichtingen, dancings en dergelijke,... zijn bijgevolg verboden. Wordt als een lunapark beschouwd : de zaal, het lokaal of de plaats waar meer dan 3 automatische speeltoestellen geplaatst zijn.

Zone1:zonevooréén-enmeergezinswoningen

Page 37: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

37

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

w v i | j u l i ‘ 1 0 | R u p 2 1 D u m o n k w a r t i e r

� de inplanting van de aanpalende gebouwen is richtinggevend, behoudens volgende uitzonderingen :

� De bebouwing die specifiek is aangeduid als ‘deelzone met afwijkende plaatsing’, nl. : Noordelijk bouwblok : Bij vernieuwbouw dient het gebouw zich te situeren t.h.v. de rooilijn. Zuidelijk bouwblok : een verschuiving van maximum 5 meter naar de rooilijn toe, is toegelaten .

� De bebouwing specifiek aangeduid als ‘bestaande naar achter georiënteerde woning’ dient bij vernieuwbouw de afstand van 0 meter t.a.v. rooilijn te hanteren. Bij verbouwing kan de be-staande woning uitbreiden met een uitbreiding van maximum 30% van de bestaande vloeroppervlakte.

� Plaatsing t.o.v. de zij- en achterkavelgrenzen � ofwel 0 meter (bij gekoppelde bebouwing of indien kan aange-

bouwd worden aan een blinde achtergevel), ofwel minimum 3 meter.

1.2.2 Terreinbezetting � Voor alleenstaande bebouwing is een max. terreinbezetting van

30% toegelaten, met een max. bebouwingsoppervlakte van 200m2.

1.2.3 Gabarietbepalingen � Bouwdiepte (voor halfopen en gesloten bebouwing):

� op het gelijkvloers � max. 15 meter � vrij te bepalen ter hoogte van de deelzone met specifieke

inplantingsvoorwaardenen mits de bouwdiepte voldoet aan de goede plaatselijke ordening en mits de bebouwingsoppervlak-te na een bouwdiepte van 15 meter maximum 35 m² bedraagt.

� op de verdieping : max. 12 meter

‘deelzone met afwijkende plaatsing’ (symbolisch aangeduid met •- aanduiding) : � noordelijk bouwblok t.h.v. Ontmijnerstraat, bestaande uit een 5-tal kleine woningen in gesloten

typologie. � zuidelijk bouwblok t.h.v. de Evendijk West, bestaande uit een 4-tal kleine woningen in gesloten

typologie.

symbolisch aangeduid met * - aanduiding op het bestemmingsplan

bestaande vloeroppervlakte : de oppervlakte van het gebouw dat op het maaiveld wordt ingeno-men.

deelzone met specifieke inplantingsvoorschriften : symbolisch aangeduid als - zone op het bestemmingsplangoede plaatselijke ordening : de dimensionering mag ondermeer geen duidelijk aantoonbare hin-der veroorzaken voor de aanpalenden (naar lichtinval, slagschaduw, visuele hinder,...)

Zone1:zonevooréén-enmeergezinswoningen

Page 38: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

38

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

� Bouwhoogte en dakvorm: � Maximum 2 bouwlagen, behoudens

� indien specifiek aangeduid op het grafisch plan met 3 bouw-lagen

� indien specifieke aanduiding (▲) : maximum 4 bouwlagen. Ter hoogte van de twee aanliggende gebouwen is een neerwaarts gabariet toegelaten van maximum 3 bouwlagen.

� het volume kan toenemen onder een hoek van 45°, tot een maximale nokhoogte van 5,5 meter boven de kroonlijsthoogte, behoudens indien specifiek aangeduid op het bestemmingsplan met verplichte platte dakvorm.

� De kroonlijsthoogte, nokhoogte en de dakvorm dient maximaal aan te sluiten met de aanpalende bebouwing.

� Dakuitbouwen buiten dit gabariet zijn toegelaten op voorwaarde dat deze ondergeschikt zijn en het dakvlak primeert.

� In het dak is een woonfunctie toegelaten.

1.2.4 Uitbouwen van het hoofdgebouw � Uitbouwen van zowel het open type (zoals balkons) als van het

gesloten type zijn toegelaten t.a.v. de voorgevel, rekening houden-de met de omliggende gevelritmiek en het maximaal behoud van bestaande voortuinstroken. Indien de voorgevel samenvalt met de rooilijn zijn volgende bepalin-gen bijkomend van toepassing :

� maximum bouwdiepte van 0.6 meter, voor zover de uitbouw niet binnen de 0.75 meter van de stoeprand komt.

� Vanaf een te vrijwaren bouwvrije zone van minimum 2.50 meter hoog boven het voorliggend voetpad

� T.a.v. de achtergevel zijn op de verdieping enkel uitbouwen toege-laten van het open type, met een maximale diepte van 1.30 meter vanaf het hoofdgebouw.

3 bouwlagen : het bouwblok ter hoogte van de Willem Tellstraat - Dumonstraat - Rerum Novarum-straat - Uitkerkestraatspecifieke aanduiding (▲) : Het betreft een bestaande meergezinswoning, bestaande uit 4 bouw-lagen.

verplichte platte dakvorm : het bouwblok ter hoogte van de Willem Tellstraat - Dumonstraat - Re-rum Novarumstraat - Uitkerkestraat en het bouwblok ter hoogte van de Scharebrugstraat.

Dit houdt in dat het dakvlak als belangrijker wordt ervaren dan de dakuitbouwen door het beperken van dakuitbouwen en dakinbouwen in oppervlakte en gabariet.

Het betreffen bepalingen t.a.v. voor, zij- en achtergevels

De omliggende gevelritmiek en maximaal behoud van bestaande voortuinstrook : het kan niet de bedoeling zijn om overgedimensioneerde uitbouwen te creëren t.a.v. de bestaande morfologie van het straatbeeld. (bv. bebouwing over de volledige breedte van het gebouw/perceel, bebouwing waarbij nagenoeg de volledige voortuinstrook wordt bebouwd. )

Zone1:zonevooréén-enmeergezinwoningen

Page 39: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

39

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

w v i | j u l i ‘ 1 0 | R u p 2 1 D u m o n k w a r t i e r

Zone1:zonevooréén-enmeergezinswoningen

� De uitbouwconstructies mogen maar worden uitgevoerd vanaf 0.60 meter t.a.v. de uiterste hoeken van de gevel en binnen een hoek van 45°, vertrekkende vanaf het hoekpunt van de gevel.

1.2.5 Terreinaanleg en afsluitingenDe tuinzone is hoofdzakelijk bestemd voor een degelijk onderhouden groenaanleg onder de vorm van grasperken en hoog- en laagstammige beplanting. Verhardingen i.f.v. oprit, tuinpaden en terras zijn hierbij toegelaten. Deze verharding dient te bestaan uit waterdoorlatende materialen, be-houdens verhardingen i.f.v. oprit, en te getuigen van kwaliteit. Op de zijkavelgrenzen (achter de voortuinstrook) zijn enkel esthetisch verantwoorde afsluitingen toegelaten. Deze afsluitingen kunnen maxi-maal 2 meter hoog zijn.

Specifieke bepalingen rond de voortuinstrook :

De voortuinstrook is bestemd als groenaanleg en als toegangszone tot de woning. In deze zone kunnen afsluitmuurtjes, brievenbussen en der-gelijke geplaatst worden. Tijdelijke constructies i.f.v. folklore en/of culturele activiteiten zijn hierbij enkel mogelijk in de specifieke deelzone met afwijkende plaatsing, bin-nen een tijdspanne van maximaal 3 maanden in een jaar.

Enkel functionele verharding is toegelaten, gecombineerd met groen-aanleg. Een beplantingsplan bij de stedenbouwkundige aanvraag dient duidelijk te maken hoe de verhardingen en groenaanleg zich verhouden in de voortuinstrook. Enkel esthetisch verantwoorde afsluitingen zijn toegelaten, beperkt in hoogte.

te getuigen van kwaliteit : de inrichting van de verharding dient kwalitatief te zijn inzake vormge-ving, relatie met de omgeving en esthetiek. Er dient bijgevolg een goede verhouding te worden nagestreefd tussen verharding en onverharde ruimte.

voortuinstrook : onbebouwde ruimte tussen de voorgevel en de rooilijn

Toegangszone tot de woning : inkompad, oprit van de garage,...De inrichting dient in overeenstemming te zijn met het karakter van de wijk en/of straat waarvan het deel uitmaakt. Tijdelijke constructies worden enkel toegelaten in de specifieke deelzone met afwijkende plaatsing: deze gebouwen staan niet pal op de rooilijn georiënteerd, dit in tegenstelling tot de omliggende be-bouwing. Deze tijdelijke constructies vormen bijgevolg ruimtelijk geen hinder voor het straatbeeld daar ze visueel afgeschermd worden door de gebouwen geënt op de rooilijn. functionele verharding : verharding met een gebruikersfunctie, bv. in functie van betreding, ter-rasaanleg, afsluitmuurtjes.

beperkt in hoogte, afhankelijk van de soort afsluiting. Bv. haag van 1 meter of metselwerk van 0,5 m.

Page 40: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

40

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

Bovengrondse garages dienen dus opgenomen te worden in het hoofdgebouw zelf, ofwel door schakelbouw (hetzij met bouwvolumes of met muurwanden) er één architecturaal geheel mee uitmaken. Deze constructies moeten dus ingeplant worden in de toegelaten bouwzone.

deelzone met specifieke inplantingsvoorschriften : symbolisch aangeduid als - zone op het bestemmingsplan

De maximale oppervlakte van 35 m² betreft de totaaloppervlakte van zowel afzonderlijke bijgebou-wen als de aanbouw van het hoofdvolume na een bouwdiepte van 15 meter. Indien dit maximum reeds overschreden is (bestaande toestand) wordt in een bepaald geval de mogelijkheid geboden om een bijkomende tuinberging van max. 12m² bij te creëren.

1.2.6 Plaatsing en toegelaten gabariet voor bijgebouwen en/of gara-gesAlgemeen (niet van toepassing t.a.v. de deelzone ‘deelzone met speci-fieke inplantingsvoorschriften)Enkel afzonderlijke bijgebouwen met een maximum van 12m2 zijn toe-gelaten, bestaande uit maximum 1 bouwlaag. De toegelaten dakvorm is vrij. Ten opzichte van de perceelsgrenzen moet een afstand van ofwel 0.00 meter (indien koppeling mogelijk is), ofwel minimum 1 meter vrij-gehouden worden.

Specifieke bepalingen t.a.v. de deelzone ‘ deelzone met specifieke inplantingsvoorschriften ‘, na een bouwdiepte van 15 m :

� maximum 1 bouwlaag met dak met een maximale oppervlakte van 35m2 met bijkomend de volgende voorwaarden voor bestaande gebouwen :

� indien de maximale toegelaten bebouwing van 35 m² na een bouwdiepte van 15 m, aansluitend met het hoofdvolume reeds benut is en er geen losstaande bijgebouwen aanwezig zijn, kan tevens een losstaande tuinberging van max. 12 m² toegelaten worden.

� Voor afzonderlijke bijgebouwen moet ten opzichte van de zij- en achterperceelsgrenzen een afstand van ofwel 0.00 meter (indien koppeling mogelijk is of akkoord van aanpalenden), ofwel minimum 2.00 meter vrijgehouden worden.

� Bijgebouwen van maximum 12 m2 zijn toegelaten tot op 1 meter van de perceelsgrenzen, behoudens indien koppeling mogelijk is.

Zone1:zonevooréén-enmeergezinswoningen

Page 41: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

41

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

w v i | j u l i ‘ 1 0 | R u p 2 1 D u m o n k w a r t i e r

Zone1:zonevooréén-enmeergezinswoningen

toelichtende schetsen ‘deelzone met specifieke inplantingsvoorschriften’, na een bouwdiepte van 15 m :

Indien de maximale toegelaten bebouwing van 35 m²

na een bouwdiepte van 15 m, aansluitend met

het hoofdvolume, reeds benut is :

Page 42: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

42

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

Page 43: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

43

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

w v i | j u l i ‘ 1 0 | R u p 2 1 D u m o n k w a r t i e r

Zone2:Multifunctionelezone

2.1 Voorschriftenm.b.t.architecturaleenruim-telijkekwaliteit

Gestreefd dient te worden naar een gesloten harmonieus straatbeeld van maximaal 4 bouwlagen.Teneinde de beeldkwaliteit van de invalsweg ‘Kerkstraat’ maximaal te ondersteunen, dient elke ingreep vanaf deze weg te getuigen van archi-tecturale kwaliteit in al zijn onderdelen (materiaalgebruik, vormgeving, detaillering). Het plaatsen van reclamevoorzieningen dient dermate opgevat dat ze een architecturale consistentie vertonen met de bijhorende gevel.

2.2 Bestemmingsvoorschriften

De gronden zijn bestemd voor het wonen en alle functies die het wonen niet hinderen. Lunaparken, kansspelinrichtingen, dancings zijn bijgevolg niet toegela-ten. Functies die de woonfunctie in het gedrang brengen, zijn bijkomend niet toegelaten.

Het is verboden gebouwen (her) in te richten zonder woonfunctie, be-houdens indien overheidsfunctie. Opslag- en bergruimten dienen steeds ondergeschikt te zijn aan de bij-horende handels- of verkoopsruimte. Gronden in achterliggende positie gelegen kunnen deels als garage-zone of semi-publieke groenzone worden ingericht. Dit voor zover de woonkwaliteit op het gelijkvloers wordt gewaarborgd, hierbij dient spe-cifieke aandacht besteed te worden aan een tuin aansluitend bij de ge-lijkvloerse wooneenheden.

De Kerkstraat vormt een invalsweg naar het stedelijk gegeven van de stad. Architecturale vorm-geving, ruimtelijke inkleding en materiaalgebruik zijn bijgevolg essentieel in de ruimtelijke bele-vingswaarde van Blankenberge. Het huidige straatbeeld wordt momenteel gekenmerkt door een verscheidenheid aan bouwlagen, (bruuske) overgangen, architectuur, vormgeving en materiaal-gebruik.

functies die het wonen niet hinderen : diensten, handel, kantoren, kleinschalige ambachtelijke activiteiten,...

overheidsfunctie : hiermee worden de functies bedoeld in de zin van artikel 0.1.3

Page 44: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

44

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

Om woonkwalitatieve redenen zijn de woongelegenheden gekenmerkt door volgende minimum criteria : per gebouw moet de vloeroppervlakte per woongelegenheid minimum 65 m2 bedragen. Het gemiddelde van de vloeroppervlaktes van de woongelegenheden per gebouw moet mi-nimum 80 m2 bedragen.

2.3 Inrichtingsvoorschriften

2.3.1 Plaatsing van het hoofdgebouw

� Plaatsing t.o.v. de rooilijn : 0 m � Plaatsing t.o.v. de zijperceelsgrenzen : ofwel 0 meter (bij gekop-

pelde bebouwing), ofwel minimum 3 meter. � Plaatsing t.o.v. de achterperceelsgrenzen : minimum 5 meter,

behoudens indien kan aangebouwd worden aan een blinde (achter of zij)gevel

2.3.2 Gabarietbepalingen : � Bouwdiepte hoofdvolume

� Op het gelijkvloers : vrij te bepalen � Op de verdieping : max. 15 m

� Maximum 4 bouwlagen, waarna het volume kan toenemen onder een hoek van 45°, tot een maximale nokhoogte van 7,5 meter bo-ven de kroonlijsthoogte. De vloerplaat ten behoeve van de functies onder het dakniveau dient samen te vallen met de kroonlijst die gedefinieerd wordt als snijlijn tussen de gevel en het dakvlak.

� Dakuitbouwen buiten dit gabariet zijn toegelaten op voorwaarde dat deze ondergeschikt zijn en het dakvlak primeert.

Zone2:Multifunctionelezone

Page 45: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

45

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

w v i | j u l i ‘ 1 0 | R u p 2 1 D u m o n k w a r t i e r

� De kroonlijst- en nokhoogte en de dakvorm dient maximaal aan te sluiten met de aanpalende bebouwing, indien hetzelfde aantal bouwlagen.

� De toegelaten bouwhoogte na de bouwdiepte van 15 meter is als volgt bepaald : maximale hoogte van de bovenkant kroonlijsten op de zijkavelgrenzen van 4 meter. Vanaf de zijkavelgrenzen kan de hoogte toenemen volgens een maximale hoek van 45° tot een maximum van 8 meter boven het referentiepeil.

� In het dak is een woonfunctie toegelaten, waarbij duplexen zijn toegelaten.

2.3.3 Uitbouwen van het hoofdgebouw

Uitbouwen van zowel het open type (zoals balkons) als van het gesloten type zijn toegelaten onder de volgende bepalingen :

� Uitbouwen van zowel het open type (zoals balkons) als van het gesloten type zijn toegelaten t.a.v. de voorgevel :

� maximum bouwdiepte van 1 meter, voor zover de uitbouw niet binnen de 0.75 meter van de stoeprand komt.

� Vanaf een te vrijwaren bouwvrije zone van minimum 2.50 meter hoog boven het voorliggend voetpad

� De uitbouw dient een evenwicht te vormen met de bestaande gevelritmiek van de omliggende bebouwing / straatbeeld.

� T.a.v. de achtergevel zijn op de verdieping enkel uitbouwen toege-laten van het open type, met een maximale diepte van 1.30 meter vanaf het hoofdgebouw.

� De uitbouwconstructies mogen maar worden uitgevoerd vanaf 0.60 meter t.a.v. de uiterste hoeken van de gevel en binnen een hoek van 45°, vertrekkende vanaf het hoekpunt van de gevel.

Zone2:Multifunctionelezone

duplex : 2 lagen in het dak, waarbij het duplex niveau enkel kan bereikt worden via een aparte trap, gescheiden van de algemene traphal.

Deze bepalingen gelden t.a.v. voor, zij- en achtergevels

Page 46: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

46

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

2.3.4 Inrichtingsvoorschriften van de onbebouwde ruimte

Minimum 20% van de niet-bebouwde ruimte dient aangelegd te worden met laag- en hoogstammige beplanting. Op de zijkavelgrenzen zijn enkel esthetisch verantwoorde afsluitingen toegelaten. Deze afsluitingen kunnen maximaal 2 meter hoog zijn.

esthetisch verantwoorde afsluitingen : in harmonie met de architectuur van het gebouw, met het straatbeeld en de onmiddellijke omgeving.

Zone2:Multifunctionelezone

Page 47: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

47

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

w v i | j u l i ‘ 1 0 | R u p 2 1 D u m o n k w a r t i e r

3.1 Bestemmingsvoorschriften

De gronden zijn bestemd voor parkeerplaatsen, autobergplaatsen, sta-pelplaatsen en/of groenzones.

3.2 Inrichtingsvoorschriften

3.2.1 Bouwhoogte en dakvormmax. 1 bouwlaagPlatte of hellende bedaking. Indien hellende dakvorm is dakhelling be-perkt tot max. 25°.

3.2.2 Terreinbezetting Maximum 70%. Teneinde de riolering onnodig te belasten met regenwater moet bij de realisatie van bebouwing en/of verhardingen maatregelen genomen worden om de afvoer op te vangen voor hergebruik of terug te laten infiltreren in de ondergrond.

3.2.3 Architecturaal voorkomen en terreinorganisatie � de stapelplaatsen dienen steeds het uitzicht of morfologie te krijgen

van autobergplaatsen � een vlotte bereikbaarheid voor het autoverkeer dient steeds ge-

waarborgd te zijn; � het stapelen in open lucht is verboden � bij de stedenbouwkundige aanvraag dient een circulatieplan bijge-

voegd te worden, waarbij het aspect verkeerscirculatie in relatie tot het aspect mobiliteit wordt verduidelijkt.

Een openbare of private groenfunctie is mogelijk indien de bestemming van garages en/of stapel-plaatsen is achterhaald of indien deze op termijn (semi)-ondergronds worden aangebracht.

Aspect mobiliteit : aangeven van draaicirkels, toegang tot zones, consequentie inzake mobiliteit in de aanpalende straten,...

Zone3:zonevoorautobergplaatsenenstapelplaatsen

Page 48: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

48

toelichting en visieVERORDENENDStedenbouwkundige voorschriften

R U P 2 1 D u m o n k w a r t i e r | j u l i ‘ 1 0 | w v i

Dit betekent ondermeer dat er een kwalitatieve verhouding dient gerealiseerd te worden tussen verharding en groen.

Sommige voortuinstroken bevinden zich op openbaar domein, doch kennen een privaat karakter. Deze voortuinstroken kunnen ten alle tijde, indien ze geen hypotheek vormen voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen en indien ze een positieve bijdrage leveren aan het bestaande straat-beeld, steeds heringericht worden.

4.1 Bestemmings-eninrichtingsvoorschriften

Zone voor wegen, paden, voet- en fietspaden, parkeerzones, pleinen, waterpartijen, groenzones en hun infrastructuren zoals ondergrondse- en bovengrondse nutsleidingen, verlichting, straatmeubilair, kunstwer-ken, groenaanplantingen, ondergrondse constructies en nutsgebouw-tjes. De ontwerp uitgangspunten zijn zoveel mogelijk in functie van een opti-male afstemming tussen gemengd verkeer en zwakke weggebruiker.

De deelzone parkzone is specifiek bestemd als een groene open ruimte in een stedelijke context, geschikt voor meervoudig recreatief gebruik voor verschillende bewoners- en leeftijdsgroepen.

voor verschillende bewoners- en leeftijdsgroepen, meerbepaald : � publiek recreatief groen, zowel laag, middel- als hoogstammige

beplanting � kleinschalige verharding i.f.v. recreatieve constructies en recrea-

tieve verbindingen � recreatieve constructies onder de vorm van parkmeubilair, (kinder)

speelinstrumenten, sport- en spelinfrastructuur.

Bebouwing ondersteunend aan de functie van openbaar groen / park met een openbaar karakter is hierbij toegelaten.

Delen die tot op heden ingericht zijn als voortuinstrook kunnen, mits ruimtelijke meerwaarde, steeds heringericht worden.

Zone4:zonevooropenbaardomein

Page 49: Brugge, 25 november 2010 Blankenberge - GISWest · Blankenberge Ontwerp RUP 21 Dumonkwartier plan_id 2.14_21_1 juli 2010 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen

Bijla

ge

Bijlage 1 : ScreeningsnotaBijlage 2 : Beslissing tot ontheffingBijlage 3 : Verslag plenaire vergadering