001
BMO Automation
46benut de sensortechniek
van Leuze Electronic
APzoekt procesoptimalisatie vooral in samenwerking
HoogleraarRonald DoesAnticipeer op wat komen gaat
Proces-optimalisatie
STEEDSSNELLER
INNOVEREN
JA
AR
GA
NG
15
- O
KT
OB
ER
20
18
KENNISMAGAZINE VOOR DE INDUSTRIËLE MARKT
002
VOORWOORDGoogle "procesoptimalisatie" en bovenaan verschijnt meteen
de PDCA-cyclus; wie kent 'm niet? Plan-Do-Check-Act,
het klinkt alsof de kwaliteitscirkel er altijd al was. Toch is
dat niet zo. Pas in de jaren 50 van de vorige eeuw is de cirkel
(eigenlijk Plan-Do-Study-Act) bedacht door William Edwards
Deming (1900-1993), Amerikaans ingenieur, statisticus
en vooral voorvechter van continuous improvement op
basis van statistische analyse.
van zijn tijdloos, al hebben ze in 2018 wel een heel nieuwe
lading, zoals: "Adopt the new philosophy. We are in a new
economic age. Western management must awaken to the
challenge, must learn their responsibilities, and take on
leadership for change."
Terugkijkend op die tijd is het gemakkelijk om winnaars te
onderscheiden van verliezers, succesfactoren van verkeerde
keuzes en ondernemingen die vasthielden aan oude techno-
logie en methoden van hen die op tijd overstapten naar de
nieuwe wereld. Wie waagt welke stap in deze tijd? Hoogleraar
Industriële Statistiek Robert Does maakt in het hoofdartikel
duidelijk dat een oneindige hoeveelheid data bedrijven dwingt
om steeds sneller te innoveren.
Al die data is statistisch significant, al is niet alles even
relevant. Procesoptimalisatie betekent detecteren, analyseren,
interpreteren en ageren. Je ziet het pas als je kijkt. En je
ogen hiervoor sluiten is altijd de verkeerde keuze. De tijd dat
statistiek specialistenwerk was is voorbij. De opdracht voor
het management is duidelijk, de urgentie is groot. Delegeer
dit niet, neem geen genoegen met status-updates in power-
points. Omarm de mogelijkheden en kijk, leer en optimaliseer
met data!
Henk Oude Brunink
Het gebruik van Deming's statistische methoden om bedrijfs-
processen te optimaliseren, leidde onder andere tot de
naoorlogse opbloei van de Japanse industrie en de ontwikke-
ling van Lean en Six Sigma methoden. Het was een gewaagde
stap van Japan, ingegeven door overduidelijke urgentie. Het
succes was groot en was niet alleen te danken aan de metho-
den, maar vooral ook aan de inzet en toewijding van het
management dat leiding gaf aan de verandering.
In zijn boek "Out of the crisis" uit 1982 geeft Deming veertien
kernprincipes voor het verbeteren van effectiviteit in bedrijfs-
processen. Die gaan ten dele over statistische methoden, maar
vooral over urgentie, veranderen en vertrouwen. Sommige er-
Hoogleraar Ronald Does: anticipeer op wat komen gaat
De RuwBouw Groep boekt tijdwinst met 2BIN-systeem itsme
AP zoekt procesoptimalisatie vooral in samenwerking
Bronnenberg en MSE machines helpen Koninklijke Bibliotheek bij digitalisering
Rittal koelaggregaat draagt bij aan duurzame visie FrieslandCampina
BMO Automation benut de sensortechniek van Leuze electronic
Scheepswerf Hoogerwaard profiteert van nieuw type slijpschijf
Een kijkje achter de schermen: Jelle Bouman van Royal IHC
itsme treedt toe tot het Value Added Partner (VAP) Industry programma van Signify
John de Joode pleit als nieuwe NSVV-voorzitter voor kwaliteit
004
006
008
010
012
014
016
018
019
020
022
024
025
026
027
028
029
030
031
IHI Hauzer Techno Coating benut cursus integrated safety
Murrelektronik: perfecte ProfiNet koppeling in het industriële veld
Festo: druk- en flowsensoren klaar voor IO-link
UMC motorcontroller-serie van ABB houdt uw processen draaiend
Telemecanique: verbind uw meest onbereikbare installaties met de cloud
Nauwkeurig positioneren en synchroniseren eenvoudig met een Danfoss frequentieregelaar
Siemens: OPC UA zorgt voor snelle, betrouwbare communicatie voor RFID
Phoenix Contact: DC-UPS voor industriële netwerken
HiKOKI: a brand new name, the same highest performance
004
014
Hoogleraar Ronald Does:anticipeer op wat komen gaat
BMO Automation benut de sensor-techniek van Leuze Electronic
AP zoekt procesoptimalisatievooral in samenwerking
008
46
004
De wereld staat op z’n kop. Zoveel is zeker,
stelt Ronald Does. Een continue stroom aan
data, al die potentiële informatie: het wordt
met de dag meer, in een steeds hoger tempo.
Niemand kan de toekomst voorspellen, ook
Does niet. “Maar één ding weet ik wel: over
vijf jaar ziet de wereld er compleet anders uit.
Neem alleen al een techniek als 3D-printing.
De impact ervan is enorm, ook als het gaat
om het kopiëren van producten. Dacht je in
de maakindustrie te kunnen vertrouwen op de
eigen, unieke processen? Die tijd is geweest.
Rustig achteroverleunen kan niet meer. En dat
hebben ze in de gaten bij juist de bedrijven
die al vooroplopen. Je moet steeds sneller
innoveren, wil je aan kop blijven.”
Zelf vindt Does de huidige dynamiek prach-
tig. De veranderingen zijn onontkoombaar,
zo stelt hij, dus kun je daar maar beter tijdig
op inspringen. Als hoogleraar Industriële
Statistiek kijkt Does gefascineerd naar alle
ontwikkelingen, ook naar die in zijn eigen
vakgebied. “Oneindig veel data maakt álles
statistisch significant, al wil dat nog niet
zeggen dat alles ook even relevant is. Het
gaat erom informatie uit diezelfde data te
halen, om op basis daarvan de juiste analyses
te maken en processen te optimaliseren.”
Zie daar dan ook het belang van doordacht
voorwerk, vertelt Does. Veel, heel veel hangt
af van systemen die mogelijke problemen
vroegtijdig detecteren en elimineren. De
maakindustrie zou ermee op een hoger
niveau komen, al weet Does maar al te goed
dat de weg ernaartoe lang niet zo eenvoudig
is. “Ik kan me voorstellen dat een bedrijf nu
nog niet eens beseft wat het eventueel mist.
Maar nogmaals: sluit niet je ogen. En investeer,
wil je de toekomst in eigen hand houden.”
Skills voor data science
Data bepaalt de toekomst. Op Wall Street
vormen Alphabet (Google), Apple en Micro-
soft inmiddels de top drie, data is in feite
het nieuwe geld. Does merkt het ook aan
de Universiteit van Amsterdam, waar hij ver-
bonden is aan de faculteit Economie en
Bedrijfskunde. “We bieden hier sinds kort een
minor Data Science en een MBA Big Data
aan. Nog voordat de programma’s bekend
waren, schreven studenten zich er al voor in.
En dat is niet zo vreemd, gezien de enorme
vraag vanuit het bedrijfsleven. Data science
creëert nieuwe beroepen en vraagt om
nieuwe kennis en skills. Computer science,
kwantitatieve methoden en knowhow van
het bijbehorende toepassingsveld: de toe-
komst vraagt om een medewerker die van
vele markten thuis is.”
Data science integreert de vakgebieden van
nu, zoals dat eerder ook gebeurde binnen
Lean Six Sigma. Does paste de methodiek
toe binnen bedrijven en organisaties, keek
met hen naar wat de klant écht wil en hielp
ze zo bij de optimalisatie van hun processen.
“Ik noem Lean Six Sigma ook wel de reïn-
carnatie van de industriële statistiek. Mede-
werkers voeren verbeterprojecten zelf uit,
bovendien wordt de analyse en verwerking
van gegevens veel gebruiksvriendelijker.
Ooit was statistiek voorbehouden aan de
specialist binnen het bedrijf. Die tijd is
voorbij.”
Alles tijdig in beeld
Meer inzicht, meer gebruiksgemak. Vanuit die
gedachte moet ook data science zich bewijzen.
Een eindeloze stroom aan data,
aangejaagd door technologie
die onze wereld met de dag
verandert. Als hoogleraar
Industriële Statistiek volgt
Ronald Does de ontwikkelingen
op de voet, zoals elk bedrijf in
de maakindustrie dat volgens
hem zou moeten doen.
“Wacht niet af. Ook al ben je nu
de beste, die positie is altijd
maar van tijdelijke aard.”
‘Data science vraagt om
nieuwe skills’
Hoogleraar Ronald Does: anticipeer op wat komen gaat
Van data naar daadkracht
005
Met alleen data redt een bedrijf het niet; waar
het om gaat is al die grote hoeveelheden te
benutten voor procesoptimalisatie. Voorbeel-
den zijn er in elk geval wel degelijk, vertelt
Does. Zoals bij Tata Steel, dat het proces van
staalproductie tot in detail monitort. “Elke
afwijking wordt er meteen gedetecteerd en
gecorrigeerd. En dat alles voordat het pro-
duct bij de klant komt. Voorheen kwamen af-
wijkingen in de productie steekproefsgewijs
aan het licht, nu gebeurt dat razendsnel on-
line.”
Daarnaast kan vroegtijdige detectie ook voor-
raadproblemen voorkomen, zo stelt Does.
“Zelflerende systemen kunnen alles moni-
toren, ook als het gaat om de bevoorrading
via bijvoorbeeld een 2BIN-systeem. Een
leverancier moet weliswaar ontdekken in
welk tempo de bevoorrading plaatsvindt,
maar als het gaat om de uitvoering: die kan
geheel automatisch. Het principe van een
2BIN-systeem bewijst ook in de toekomst
vast z’n waarde. Maar wapen je als bedrijf en
leverancier wél voor wat speelt, gebaseerd op
de laatste technologie."
Van data naar daadkracht, dat is waar het
volgens Does om gaat. “De ontwikkelingen
verlopen alsmaar sneller en sneller. Voor je
het weet, haalt de concurrent je in. Ook al
ben je nu de beste, die positie is altijd maar
van tijdelijke aard. Denk maar aan Nokia, dat
even niet oplette wat de markt wilde. Voor
heel veel producten geldt dat een ander ze
met de juiste technologie en software snel
beter kan maken. Dus is het de vraag hoe
je daar als bedrijf mee omgaat. Wacht in elk
geval niet af. En anticipeer op tijd.”
De klant centraal
De industriële statistiek ontstond in de jaren twintig van de vorige eeuw, met de opkomst
van massafabricage. Uitwisselbaarheid van producten werd belangrijk, en daar droeg
statistiek in kwantitatief opzicht aan bij. De focus lag jarenlang op beheersing, totdat in
de jaren tachtig de concurrentie vanuit Azië zich deed gelden en de aandacht verschoof
naar snelheid, flexibiliteit en optimalisatie. Lean en Six Sigma kwamen op en vormden
uiteindelijk Lean Six Sigma, gericht op duurzame verbeteringen in brede zin. Zelf paste
Ronald Does de methodiek al vaak toe. Bedoeld voor bedrijven in de maakindustrie,
maar nu ook voor organisaties in de gezondheidszorg en dienstverlening. “Lean Six Sigma
brengt binnen een bedrijf alles samen, van de processen binnen de productie tot en
met Finance en HR. De methodiek stelt de klant centraal, zoals ook een doordachte ana-
lyse van data dat moet doen.”
‘Wapen je voor wat speelt’
Hoogleraar Ronald Does
006
Hij heeft een veelzijdige functie, als hoofd van de technische dienst
bij De RuwBouw Groep in Breda. Aanpassingen qua automatisering,
een-op-een-onderhoud, uitbreidingen aan gebouwen: Jos de Laat
heeft er allemaal mee van doen. “Ik spreek dagelijks veel mensen. Bij-
voorbeeld voor nieuwe bestrating van ons terrein. Of als begeleider
bij een risicoanalyse, om maar eens iets heel anders te noemen. Die
afwisseling, daar houd ik van.”
Geen dag hetzelfde, genoeg te doen. Jos voelt zich er goed bij,
zéker wanneer het werk bijdraagt aan waar De RuwBouw Groep voor
staat. De partner voor een gestroomlijnd bouwproces, voortdurend
op zoek naar meer efficiency: het zijn juist die kenmerken die maken
dat aannemers al sinds jaar en dag vertrouwen op het bedrijf. Zo ook
als het gaat om Dycore breedplaatvloeren, die De RuwBouw Groep
hier in Breda produceert.
Jos kijkt uit over het tasveld, waar de vloeren gestapeld en verspreid
over het terrein klaarliggen voor transport. De wapening, het beton,
de stalen randkisten: De RuwBouw Groep maakt het allemaal zelf.
“En dat alles om het de mensen op de bouw zo makkelijk mogelijk te
maken”, vertelt Jos, terwijl hij wijst op de markeringen op één van de
vloeren. “Daardoor weet de aannemer precies vanaf welke punten hij
moet hijsen. Zonder enig voorwerk, bedoeld om snel verder te kun-
nen. Bijdragen aan een snel bouwproces, dat is waar het ons om gaat.”
Sneller en soepeler
Hoe constructief de oplossingen ook zijn, zonder efficiency op
de eigen vestigingen komt De RuwBouw Groep niet verder. Dus is
Jos maar wát scherp op mogelijke verbeteringen. En vraagt hij zich
met zijn collega’s geregeld af waar het werk sneller en soepeler kan.
“Dat doen we niet eens zozeer vanuit financiële overwegingen, wél
om te worden ontzorgd. Veel van ons onderhoud is preventief. Als er
hier al eens stilstand optreedt, dan is dat in slechts anderhalf procent
van de bruto productietijd vanwege een technische storing. Dat is heel
weinig en dat willen we graag zo houden.”
Modificeren en vervangen, daar draait het om voor Jos en zijn collega’s,
al het andere besteden ze het liefst zoveel mogelijk uit. Zo ook als
het gaat om onderdelen bestellen. Het lijkt een detail, maar wat als je
dat zo’n dertig keer per week moet doen? Jos pakt er pen en papier
bij en komt met een snel rekensommetje uit op zo’n twaalf minuten
per bestelling. “Vermenigvuldig dat met dertig en je komt uit op zo’n
zes uur per week. Zes uur! Daar moesten we iets mee.”
Dus ging Jos om tafel met itsme Connected Business, dat samen
met klanten onder andere de stromen voor goederen en administratie
optimaliseert. Denk bijvoorbeeld aan kitten en scanning. Maar ook
aan een oplossing zoals een VMI-systeem (Vendor Managed Inventory)
in de vorm van 2BIN, dat goederen verdeelt over twee bakken en
Zonder beheer altijd op voorraad
De RuwBouw Groep gaat voor constructieve
oplossingen. Bedoeld voor op de bouwplaats,
maar net zo goed voor de eigen productielocaties.
Neem bijvoorbeeld de vestiging in Breda, waar
de technische dienst profiteert van het 2BIN-
systeem van itsme. Tijdwinst is het resultaat.
Net als gemak.
De RuwBouw Groep boekt tijdwinst met 2BIN-systeem itsme
‘We maken het de bouw zo makkelijk mogelijk’
007
zo misgrijpen voorkomt. Is het voorste bakje leeg? Dan kan de klant
verder met het bakje erachter, terwijl itsme de voorraad tijdig aanvult.
Simpel maar effectief
Het principe achter 2BIN is eigenlijk heel simpel, vertelt Jos. “En mis-
schien daarom wel zo effectief. Wij ervaren in elk geval de voordelen,
al sinds de eerste fase eind 2016. Toen ging het nog om alleen
elektrotechnische artikelen, inmiddels maken ook veel mecha-
nische onderdelen deel uit van ons 2BIN-systeem. In totaal omvat
dat nu zo’n vijftienhonderd tot tweeduizend artikelen. Een flink
aantal, waar we zelf geen omkijken naar hebben. We hebben geen
bestelmomenten meer, in plaats daarvan fungeert itsme als onze
magazijnman. Bovendien weten we dat we altijd alles op voorraad
hebben.”
Vertegenwoordiger Han Elsen van itsme hoort Jos’ verhaal instem-
mend aan. En stipt nog een ander voordeel aan van het 2BIN-systeem.
“In plaats van een factuur per bestelling ontvangt de klant één
maandelijkse factuur. Dat scheelt veel administratie, nog los van
het overzicht bij de stelling.” Zeker gezien het totaal aantal artikelen
is dat laatste een flinke pre, al was de omvang van de voorraad vol-
gens Han nog niet eens zozeer de uitdaging. “De RuwBouw Groep is
een industriële eindklant, met een machinepark dat al jaren draait.
Dat heeft impact op de vraag of en in hoeverre een artikel verkrijg-
baar is. Vandaar de inzet van onze specialisten, die namens itsme
Connected Business de beschikbaarheid uitgebreid in kaart hebben
gebracht.”
itsme’s 2BIN-systeem draagt bij De RuwBouw Groep volop bij
aan procesoptimalisatie, vertelt Jos. “Bovendien kijken we samen
verder naar andere verbeteringen, onder andere voor wat betreft de
verlichting. In de productiehal hangen inmiddels acht verschillende
led-armaturen, bij wijze van test. En ook op het buitenterrein komt
in de nabije toekomst nieuwe verlichting, waarmee we duurzaam ver-
der kunnen. We richten ons het liefst zoveel mogelijk op onze eigen
core-business, andere zaken laten we waar het kan over aan partners
zoals itsme. Dat werkt goed. En pakt uiteindelijk onderaan de streep
het beste uit.”
Eén van de grootste
De RuwBouw Groep omvat drie merken: Calduran kalkzand-
steen, Heembeton wanden en Dycore vloeren. Een breed
aanbod, waarmee de leverancier aannemers constructief en
duurzaam bedient. De RuwBouw Groep telt ruim 700 mede-
werkers en zeven productielocaties en maakt deel uit van het
Ierse concern CRH. Met zo’n 87.000 medewerkers, 3.800 opera-
tionele locaties en verspreid over 31 landen behaalde de
beursgenoteerde organisatie in april 2017 een marktwaarde
van ongeveer 27 miljard euro. CRH is het op één na grootste
bouwmaterialenbedrijf wereldwijd en gebruikt op meerdere
locaties VMI. Dit laatste via itsme Connected Business, dat voor
diezelfde locaties het proces en de (verborgen)
kosten in kaart heeft gebracht.
‘itsme fungeert nu als onze magazijnman’
Han Elsen en Jos de Laat
008
Rust in de keten,rust in het procesAP zoekt procesoptimalisatie vooral in samenwerking
Een nieuwe positionering, een nieuwe huis-
stijl. En dus hebben de mensen van AP sinds
begin dit jaar ook nieuwe visitekaartjes.
Ronald Udo overhandigt dat van hem met
zichtbaar plezier. Want zo’n visitekaartje van
AP? Dat is er een met een verhaal. Dat is er
een met de voornaam van de persoon groot
op de voorkant en met de contactgegevens
aan de andere zijde. En juist dat eerste, dát te-
kent AP. Hier geen ‘u’ – liever niet. No-
nonsense, daar houden ze van in het Gro-
ningse Kolham. Hart voor de zaak, hart voor
elkaar. En, volgens Ronald misschien nog wel
het belangrijkste van allemaal: “De mensen
hier zijn trots. Trots op ons bedrijf, trots op wat
we samen neerzetten.”
Diezelfde trots typeert ook Ronald, algemeen
directeur van AP. Enthousiast en gedreven
vertelt hij zijn verhaal, over een bedrijf dat
de verbinding wil zijn tussen klant en leveran-
cier. Over een bedrijf dat niet langer AP
Nederland maar gewoon AP heet. En stond
die afkorting voorheen voor Assembling
Partner, met de nieuwe positionering staat
AP voor Achieving Perfection. Ronald pakt
er zijn visitekaartje nog eens bij en wijst op
het logo links bovenaan. “Zie je dat de A nét
niet helemaal volloopt? Daarmee laten we
zien dat het nooit perfect is, dat het altijd
beter kan. Dat streven typeert ons wel.”
En ook mooi: het logo is niet zomaar paars.
“Rood staat voor de warmte van de mens,
van onze medewerkers. Blauw is de kleur
van techniek. Meng beide kleuren en je komt
tot het paars in ons logo.”
Betrouwbaar en continu
AP produceert en levert totaaloplos-
singen in besturingstechniek en energie-
verdeling. Schakelkasten, laagspannings-
distributiepanelen: het bedrijf maakt ze
voor elke omgeving waar de infrastructuur
kritisch is. Denk aan de gezondheidszorg,
industrie en toepassingen voor elektrisch
vervoer. Aan datacenters, OEM’ers en de
tuin- en landbouw. Het maakt AP tot een
veelzijdig productiebedrijf, al kijkt Ronald
graag een stap verder. “We bieden onze
klanten niet zozeer een product, maar
vooral betrouwbaarheid en continuïteit.
We willen meedenken, waarde toevoegen.
Ketenregisseur zijn en daar onze processen
slim op inrichten.”
Hoe dat laatste uitpakt, blijkt al snel bij
een rondgang door de productiehal van AP.
Grote whiteboards symboliseren de Lean-
wijze van werken, zoals ook de processen aan
de assemblagelijn dat doen. En kijk daar, al
die blauwe bakjes met grijpvoorraad.
AP is specialist in totaaloplos-
singen in besturingstechniek
en energieverdeling. Het is waar
het bedrijf uit Kolham goed in is,
waarmee het zich onderscheidt.
Dus al het andere? Daar zijn
goede samenwerkingen voor,
bijvoorbeeld met itsme. Gericht
op betere processen, op de wil
elkaar te versterken.
Ronald Udo en Arthur Cooke
009
Overzichtelijk naast en achter elkaar ge-
plaatst en door itsme ingericht als 2BIN-
systeem. Zelf heeft AP er nauwelijks omkijken
naar, vertelt Ronald. “En dat is precies waar
het ons om gaat. De wereld verandert, je
kunt het niet meer alleen. Producten, con-
cepten en logistiek: alles grijpt ineen, op
meerdere niveaus. Dus moet je samenwerken
– en juist zo waarde toevoegen voor elkaar.
itsme begrijpt dat. En brengt ons rust.”
Want die rust, die is essentieel. Rust in de
keten. Rust in het proces. Zo ook tijdens de
productie van energieverdeelsystemen, be-
doeld voor de glastuinbouw. Elk van
die verdelers heeft meerdere motorbeveili-
gingsschakelaars, die AP tot voor kort zelf
maakte als sub. Een heel karwei, vertelt
Ronald, gezien de tienduizenden schakelaars
op jaarbasis. “Alle onderdelen vroegen om
veel opslag, waar we als productiebedrijf
niet op waren ingericht. Bovendien kostte
alleen al het uitpakken van de vele doosjes
veel tijd. Onze elektrotechnici waren meer
aan het assembleren dan dat ze zich bezig-
hielden met waar ze écht goed in zijn.”
Minder van alles, meer focus
Dat kon en moest anders. Dus ging AP om
tafel met itsme, dat zelf al snel de oplos-
sing bood door naast de levering ook de
bedrading en sub-assemblage van de scha-
kelaars te verzorgen. Een grote stap, vindt
Ronald. “Want ga maar na, je geeft nogal
wat uit handen. Zo’n stap vraagt om ver-
trouwen, al wisten we dat itsme dit voor
ons kon verzorgen. En dat blijkt: eenmaal
hier op locatie kunnen de subassembly’s
meteen de productie in. We hebben minder
opslag, minder logistieke activiteiten, minder
verpakkingsmateriaal. In plaats daarvan ko-
men we veel meer toe aan arbeidsspeciali-
satie. Medewerkers benutten hun kwaliteiten
optimaal, alle extra handling is verdwenen.”
Zie daar de toegevoegde waarde die itsme
graag wil bieden, vertelt vertegenwoordiger
Arthur Cooke. “We zijn meer dan leverancier,
gaan verder dan alleen het doorgeven van
een doos. In plaats daarvan willen we weten
wat er in die doos zit en zo onze betrouw-
baarheid naar een klant als AP garanderen.
Niet alleen met logistieke oplossingen, maar
ook met engineering.”
Naast Arthur schoof namens itsme ook
vestigingsmanager Sjoerd van der Mark aan
bij de gesprekken, net als directeur Taco
Leeflang. Dit tot grote tevredenheid van
Ronald. “De betrokkenheid vanuit itsme zegt
veel. Een samenwerking als deze is meer
dan een samenwerking tussen twee bedrij-
ven. Dit gaat echt om de wil om iets voor el-
kaar te betekenen, om elkaar te verbeteren.
Onze processen schuiven steeds verder in
elkaar, de keten wordt alsmaar sterker. Dat
vind ik een hele fijne ontwikkeling.”
Een kwestie van gunnen
AP bestaat sinds 1987 en heeft daardoor
ruim dertig jaar ervaring in het eigen
vakgebied. Het bedrijf telt zo’n tachtig
medewerkers, maakt deel uit van Dool
Industries en heeft sinds kort ook een
verkoopkantoor op Schiphol-Rijk. Dicht
bij de vele datacenters aldaar, gericht op
nauwe samenwerking binnen die branche.
Het typeert de focus van AP op hechte
partnerships, op Achieving Perfection.
“In dat opzicht is onze droom nog niet
klaar”, vertelt algemeen directeur Ronald
Udo. “We hebben weliswaar een zakelijke
relatie met onze klanten en leveranciers,
maar hoe mooi is het om steeds verder
over en in elkaars keuken te kijken? Alleen
dán maak je elkaar sterker en beter. Elkaar
wat gunnen; zo denken ook onze klanten
en leveranciers erover. En daar ben ik trots
op.”
‘De wereld verandert, je kunt
het niet meer alleen’
‘We hebben minder opslag,
minder logistiek’
010
Met elke scan versnelt het procesBronnenberg en MSE machines helpen Koninklijke Bibliotheek bij digitalisering
Een hamer en een schroevendraaier. Meer
had Peter Rouwenhorst niet nodig, toen hij
jaren geleden startte in de techniek. “Hoe
anders is dat nu. De hersenen zijn vandaag
de dag het belangrijkste gereedschap, veel
gaat via het hoofd.” Zo ook bij MSE machines,
waarmee Peter in 1992 van start ging. Nog
altijd onderhoudt en repareert het bedrijf uit
Maastricht machines voor plaatbewerking,
zoals het ook zorgt voor het retrofitten ervan.
Maar om het daar bij te houden? Liever kijkt
Peter vooruit. “Dus zijn we ons de afgelopen
jaren meer gaan richten op automatisering,
en dan meer specifiek op PLC-techniek en
de bijbehorende programmering.” Het brede
aanbod, de ruime ervaring: samen kenmer-
ken ze MSE machines. Zo benadrukt ook
Jan Rouwenhorst, die zo’n drie jaar geleden
het bedrijf van zijn vader kwam versterken.
“Die extra stap, dat is waar we voor staan.
We gaan pas weg bij de klant wanneer we
zeker weten dat zijn problemen definitief
verholpen zijn.”
Loek Mevissen hoort de woorden van
Peter en Jan instemmend aan. Want ja, er zijn
toch zeker overeenkomsten met Bronnen-
berg, het metaalbouwbedrijf uit Heerlen.
Loek is er één van de vijf medewerkers, bij
een bedrijf dat geldt als specialist in interieur-
werk. Alle aandacht voor de afwerking, mooie
en bijzondere materialen: Bronnenberg heeft
een naam hoog te houden. Zo ook in de wereld
van musea en monumentale architectuur,
waarvoor Loek en zijn collega’s geregeld aan
de slag gaan. “Onze opdrachten zijn heel
specifiek, vaak gericht op enkelstuks of in
elk geval kleine hoeveelheden. Eigen produc-
ten hebben we niet, we werken alleen op
aanvraag. En dat met een integrale aanpak,
zodat we de klant op elk vlak kunnen onder-
steunen.”
Boeken van waarde
Signaal treft Peter, Jan en Loek in Den Haag,
in de archiefruimtes van de Koninklijke
Bibliotheek. Hier, weg van het daglicht,
staat een bijzondere machine. Ontwikkeld
en geproduceerd door Bronnenberg en
MSE machines, in samenwerking met itsme.
En bedoeld voor de digitalisering van oude
handschriften, die vaak alleen al vanwege
hun ouderdom van historische waarde zijn.
Het gaat om duizenden boeken, vertelt
Loek, en daarmee om talloze pagina’s. “Het is
geen doen om die allemaal handmatig goed
te scannen. Dus was er behoefte aan een
machine zoals wij die eerder voor het Rijks-
museum hadden gemaakt. Bij de Koninklijke
Bibliotheek wisten ze daarvan, zo kwamen ze
bij ons uit.”
Ervaring bij Bronnenberg was er dus al wel.
Maar een herhaling van zetten? Dat bleek
de machine voor de Koninklijke Bibliotheek
allerminst, vertelt Loek. “Het pakket van
eisen was anders, de automatisering meer
complex.” Loek wijst naar de twee Siemens-
loadcellen, die aangedreven door een
servomotor de boeken van onderaf tegen de
glasplaten drukken. “Dat gebeurt altijd met de
juiste druk en geheel geautomatiseerd. Heel
anders dan bij onze machine voor het Rijks-
museum, waarbij datzelfde proces manueel
verloopt.”
Niet meer dan nodig
Eenmaal in de juiste positie ligt een boek
recht onder twee lampen. Met daarnaast
bovenin elke hoek een camera, die een van
beide pagina’s fotografeert. Een laserstraal
zorgt ervoor dat de nek van een boek altijd
de juiste positie heeft, daarnaast zorgt het
onderstel van de machine ervoor dat het
boek aan beide zijden openligt in een hoek
van 110 graden. De beweging van de glas-
platen – die na elke scan automatisch naar
boven gaan – verloopt via pneumatische
componenten van Festo. En wat te denken
van het Siemens HMI-paneel? Het biedt de
gebruiker overzichtelijk de benodigde instel-
lingen – en heel bewust niet meer dan dat,
vertelt Jan.
Procesoptimalisatie valt of
staat met de afstemming tussen
partners. Zo blijkt wel uit de
machine voor de Koninklijke
Bibliotheek in Den Haag,
bedoeld voor de digitalisering
van handschriften. De installatie
is een project van Bronnenberg
en MSE machines, met
ondersteuning van itsme. En
laat goed zien waar een soepele
samenwerking zoal toe leidt.
‘Bedieningsgemak was een be-
langrijk aspect, juist gezien de
tijdsbesparing. In dat opzicht
staat procesoptimalisatie ook
voor gemak’
011
Waar Bronnenberg de mechanische onder-
delen voor z’n rekening nam, zorgde MSE
machines voor het elektrotechnische aspect.
En dit laatste weer met ondersteuning
van itsme, dat hielp bij de keuze voor de
componenten. Peter: “Hoe hard moest de
cilinder druk uitoefenen? Welke besturing
hoort daarbij? Op dat soort vragen heeft
itsme ons goed antwoord gegeven.” Namens
Bronnenberg verzorgde Loek onder meer de
technische tekeningen voor de opdrachtgever.
“Vandaar dat ik er bij itsme op heb aange-
drongen dat de componenten in CAD-formaat
beschikbaar moesten zijn. Ook aan die vraag
heeft itsme goed voldaan.”
Peter, Jan en Loek kijken tevreden terug op de
samenwerking tussen de drie partijen. Loek:
“Uiteindelijk is de programmering van de
machine uitvoeriger dan is gevraagd. Dat zat
‘m onder meer in de mechanische wrijving,
die we moesten optellen bij de daadwerkelijk
gemeten kracht. Maar goed, juist dan blijkt
de meerwaarde wanneer je partners zo
dichtbij zijn. De afstand was kort, het overleg
verliep snel. Met deze machine én een
tevreden opdrachtgever als resultaat.”
Waar E en M samenkomen
Met de machine voor de Koninklijke Biblio-
theek komen twee werelden mooi samen.
Staan de Siemens-onderdelen voor de
elektrotechniek, die van Festo zorgen voor
de mechanische aandrijving. Dit na onder-
steuning door Jan van Engelen, Pieter van
Ginneken en Guillaume Schneijderberg
van itsme Industrial Automation. “Met
dit project laten we goed zien waar we
als bedrijf voor staan”, vertelt Frank
Aussems, vertegenwoordiger bij itsme en
contactpersoon voor MSE machines. “itsme
staat inmiddels voor E én M. Daardoor
hebben we zowel MSE machines als
Bronnenberg kunnen helpen. Fijn dat zij
ons het vertrouwen gaven. En dat wij aan
een mooi project als dit hebben mogen
bijdragen.”
vlnr: Jan Rouwenhorst, Peter Rouwenhorst, Loek Mevissen
012
Betere voeding voor de wereld, voor nu én in de toekomst.
FrieslandCampina maakt er dagelijks werk van, met locaties wereld-
wijd. Twee ervan staan in het Noord-Brabantse Veghel, waarvan één
zich specifiek richt op de productie van jongdierenvoeders. Kalveren,
biggen en lammetjes: ze groeien op en sterken aan met de voeding
die vanuit Veghel naar de tussenhandel gaat. En dat na een nauw-
keurig en doordacht productieproces, vertelt Frans Verwijst, manager
technical services. “We werken hier in Veghel ordergestuurd, wat
betekent dat we geen buffers hebben en produceren volgens strikte
levertijden. De technische beschikbaarheid van installaties is enorm
belangrijk. Valt hier iets uit, dan lopen we risico’s die we koste wat
kost willen voorkomen.”
Voor de technische dienst is het uitvoeren van verbeterprojecten
dan ook net zo belangrijk als preventief onderhoud. Gegevens van
machines verschijnen in SAP EM, waarna Frans en zijn collega’s de data
uitlezen en analyseren. Om daar vervolgens, waar nodig, actie op te
ondernemen. “We voeren modificaties en wijzigingen uit in nauw
overleg met onze collega’s van productie”, vertelt Frans. “Samen bekijken
we waar processen beter kunnen en hoe we machines in een zo goed
mogelijke conditie houden.”
Koel moet het zijn
Voor Frans en zijn collega’s draait alles om efficiëntie, veiligheid
en kwaliteit. Zo ook als het gaat om de twee frequentieregelaars die
op de locatie compressoren voor transportlucht aansturen. Beide
regelaars hebben een vermogen van 160 kW en warmen relatief snel
op. Zonder voldoende koeling wordt de temperatuur in de schakel-
kasten al snel veel te hoog, waardoor de frequentiesturing uitvalt.
En juist dat laatste was bij een van de regelaars het geval, vertelt
Frans. “We hadden een systeem dat bestond uit een combinatie van
vloeistoffen, een warmtewisselaar, gekoeld water en ventilatoren.
Maar dat bleek onvoldoende. Bovendien, stel dat de vloeistoffen de
kast in zouden lopen … Dat risico wilden we niet nemen.”
Frans ging op zoek naar een oplossing en klopte daarvoor aan bij
itsme - zoals hij in dit soort situaties wel vaker doet. “We werken als
FrieslandCampina al lang samen met itsme. Een flexibele partner,
Rittal koelaggregaat draagt bij aan duurzame visie FrieslandCampina
Slim koelen biedt warm rendement
Duurzaamheid is voor FrieslandCampina de
standaard. Dus handelt de zuivelonderneming
daar volop naar, ook als het gaat om de koeling
van de productieomgeving. Hoe efficiënt dat
uitpakt, weten ze op de locaties in Veghel maar
al te goed. De keuze voor een koelaggregaat van
Rittal blijkt er rendabel - en veilig bovendien.
Zuivel wereldwijd
In de wereld van zuivel is FrieslandCampina een van de grootste
spelers. De onderneming is gevestigd in 34 landen, telt 23.675
medewerkers en exporteert producten naar meer dan 100 landen.
FrieslandCampina heeft een jaaromzet van 12,1 miljard euro
en produceert naast het eigen merk ook voor private labels.
Zuiveldranken, kindervoeding, kaas en desserts: FrieslandCampina
produceert en verkoopt het allemaal. Ook exporteert de
onderneming vanuit Nederland zuivelproducten over de hele
wereld, onder meer via twee vestigingen in Veghel. Een daarvan
telt zo’n 60 medewerkers, die zich specifiek richten op de
productie van jongdierenvoeders.
DUURZAAM,VEILIG ENEFFICIËNT
Frans Verwijst en Alfred Vos
013
die zich onderscheidt met korte lijnen en snelle levertijden. We hebben
het vermogen van de regelaars doorgegeven aan itsme, net als
de benodigde koelcapaciteit. Uiteindelijk kwam itsme uit bij
het koelaggregaat van Rittal, dat hier inmiddels alweer ruim een jaar
de kast van de frequentieregelaar koelt. En dat pakt goed uit.
Ook tijdens de écht warme dagen in de zomer functioneerde de
regelaar het afgelopen jaar zonder problemen.” Volgens Frans
volgt er binnenkort dan ook een Rittal-aggregaat voor de andere
frequentieregelaar, die nog altijd werkt op het oude koelsysteem.
“Het koelaggregaat van Rittal heeft zich zeker bewezen. Dus geven
we dat graag een vervolg.”
Bijdragen aan duurzame toekomst
Ten opzichte van de oude situatie blijkt het Rittal koelaggregaat niet
alleen veiliger, maar ook tot 30, 40% zuiniger qua energieverbruik.
Een aanzienlijk rendement voor weliswaar één installatie, al draagt
de besparing volgens Frans goed bij aan de filosofie van
FrieslandCampina voor duurzaamheid. “We willen ecologisch en
energiebewust produceren. Daar doen we echt ons best voor, ook hier
in Veghel. Afgezet tegen de gehele organisatie van FrieslandCampina
is onze locatie geen grootverbruiker, al leveren we zeker onze bijdrage.
Dus bekijken we de mogelijkheden voor zonnepanelen op het dak.
En hangt hier inmiddels ook ledverlichting. Tel dat alles bij elkaar op
en de totale energiebesparing zorgt voor flink wat rendement.”
Overigens staat ecologisch en energiebewust produceren niet alleen
bij FrieslandCampina, maar binnen de gehele zuivelbranche hoog
op de agenda, vertelt Frans. “Daar zijn convenanten voor opgesteld.
Dus handelen we daar ook binnen FrieslandCampina naar en melden
we altijd iets over duurzaamheid bij alles wat we doen. We monitoren
ons energieverbruik, rapporteren daar maandelijks over en vragen
ons voortdurend af waar we ecologisch voordeel kunnen behalen.
Niet zozeer omdat het moet, maar vooral omdat we dat willen.”
Verbond van boeren
De historie van FrieslandCampina gaat terug tot 1871, naar
het jaar waarin Nederlandse boeren hun krachten bundelden en
zo hun marktpositie verstevigden. Hun lokale coöperaties werden
groter en groter en groeiden uiteindelijk uit tot de landelijke
coöperaties Friesland Foods en Campina, die in 2008 fuseerden tot
het huidige FrieslandCampina. Hoe groot de organisatie vandaag
de dag ook is, nog altijd geldt de oorsprong als een belangrijke
pijler. Betrokken, daadkrachtig en een onmiskenbare drang naar
samenwerking: FrieslandCampina is geworteld in de samenleving
waarin het opereert.
Frans Verwijst en Alfred Vos
014
Bij het woord robotisering gaat het al snel
over de toekomst. Over een rap veranderende
industrie en over kansen die niet eens zo
lang geleden haast ondenkbaar waren.
Maar toch, welke impact heeft dat alles op
de medewerker? Moet die vrezen voor zijn
baan, zoals wel eens wordt gesuggereerd?
Harco Hermans glimlacht even, hij kent de
vraag. “Maar of het zo’n vaart loopt? Ik denk
van niet. Uiteindelijk neemt een robot toch
vooral saaie en eentonige handelingen uit
handen. En kan een medewerker zich meer
richten op de aansturing, op taken met meer
variatie en diepgang. Robotisering laat ba-
nen niet verdwijnen, maar verandert ze. En
dat vooral in positieve zin, wat wel blijkt uit
reacties van het personeel van onze klanten.”
De kracht van robots, daarvan is Harco wel
overtuigd. En met hem ook zijn collega’s bij
BMO Automation, waar Harco werkzaam is
op de afdeling Research & Development. Hier,
in het Limburgse Nederweert, wordt gewerkt
aan geavanceerde techniek. Aan oplossingen
voor het geautomatiseerd beladen van
CNC draai- en freesbanken. Harco vertelt
er graag over, zeker wanneer het gaat over
de toepassingen voor de klant. “Vergeleken
met ‘n manuele werkwijze bieden onze
robots een vier keer zo hoge productie. Een
robot is nooit ziek en kan ook ’s nachts of
in het weekend aan de slag. Dat biedt rust,
en zekerheid qua planning. Bovendien
beseffen we dat onze klanten zich vooral
willen richten op draaien en frezen. Dus is
juist dát waar wij ze bij helpen, met machines
die naast betrouwbaar ook gebruiksvrien-
delijk zijn.”
Scherp op verbetering
De beste oplossingen voor meer produc-
tiviteit. BMO Automation maakt er dagelijks
werk van, vanuit de overtuiging dat het
beladen en ontladen van CNC draai- en
freesbanken altijd beter kan. Gedreven, dat
zijn ze hier in Nederweert zeker. En daardoor
ook scherp op procesoptimalisatie, als basis
voor voortdurende verbeteringen. Neem
bijvoorbeeld de Pro-loader, waarmee klanten
producten én pallets kunnen beladen en
waarmee het voor BMO in 2008 allemaal
Innovatief maakt productief
Procesoptimalisatie is BMO
Automation niet vreemd.
Het bedrijf uit Nederweert
automatiseert CNC draai-
en freesmachines, doet dat
met geavanceerde robot-
cellen en legt de lat hoog.
Zo ook als het gaat om
veiligheid, mede dankzij de
inzet van de sensortechniek
van Leuze electronic.
BMO Automation benut de sensortechniek van Leuze electronic
‘Onze robots bieden rust en
zekerheid’
015
begon. En wat te denken van de servogrijper?
Een operator stelt per product de juiste
diameter voor vastklemmen in, zónder dat
hij hiervoor zelf de grijpervingers moet wis-
selen. In een tijd van steeds kleinere series
van producten met verschillende afmetingen
biedt zo’n servogrijper het nodige voordeel,
vertelt Harco. “De robot doet veel zelf, ma-
nuele handelingen zijn bijna niet meer nodig.
Bij meerdere series achter elkaar biedt dat
veel tijdwinst.”
Met een voortdurende drang naar innovatie
legt BMO de lat hoog. Het mag de klant
simpelweg aan niets ontbreken – en al
helemaal niet als het gaat om veiligheid.
Harco wijst naar het luik aan een van de
zijkanten van een robotcel. Eenmaal ge-
opend, gaat de robotarm via die weg naar
de CNC-machine ernaast. “En dat enkel en
alleen wanneer er niemand in de buurt is.
Dus moesten we iets met de ruimte tussen
de robotcel en machine.” En dan niet met
een hek, al was het maar om insluitings-
gevaar te voorkomen. Nee, de oplossing blijkt
veel compacter. Veel geavanceerder, ook.
En bevindt zich vlak boven de vloer, in de
vorm van een RSL 400-scanner van Leuze
electronic.
Bestand tegen koeldampen
Geleverd via itsme voldoet de Leuze-scanner
precies aan dat waar Harco en zijn collega’s
naar zochten. “Het apparaat detecteert van
voren én opzij. Komt er iemand in de buurt,
dan geeft de scanner eerst een waarschu-
wing. Loopt de persoon daarna het
veiligheidsveld in, dan stopt de productie.
Die tweedeling werkt goed en voorkomt
onnodige onderbrekingen. En, minstens zo
belangrijk: de scanner blijkt robuust genoeg.”
Want schoon? Dat is de gemiddelde draai-
en freesomgeving niet bepaald. Stof, maar
vooral die koeldampen: een scanner moet
er maar tegen kunnen. Zo weten ze ook bij
Leuze electronic, vertelt accountmanager
Raymond Leerintveld. “Deze scanner biedt
met een resolutie van 0,1 graden de nauw-
keurigste oplossing in de huidige markt.
De scanner is ongevoelig voor stof en koel-
dampen en daardoor betrouwbaar voor
de omgeving waarin een klant van BMO
opereert.”
Hoe en of BMO de Leuze-scanner inzet, hangt
maar net af van de specifieke situatie bij
de klant. Harco: “Uiteindelijk gaat het ons
erom dat wij de klant altijd een veilige
oplossing kunnen bieden. En dat op een
manier die het proces zo soepel mogelijk
ondersteunt. Met deze scanner heeft itsme
ons daar goed in voorzien, zoals we ook
tevreden zijn over de ondersteuning door
Leuze.” Raymond hoort Harco’s woorden
tevreden aan. En wijst op de ontwikkeling
van de Leuze-scanners. “Ook wij optimaliseren
waar mogelijk, bijvoorbeeld als het gaat
om hoe de scanners communiceren. We
weten met welke eisen een bedrijf als BMO
heeft te maken, we begrijpen hoe hoog de
lat hier ligt. Samen met itsme gaan we daar
graag in mee.”
Durf en kennis
BMO Automation maakt en ontwikkelt
producten standaard op maat. Geavan-
ceerde robotcellen zorgen voor het ge-
automatiseerd laden en ontladen van CNC
frees- en draaimachines, ongeacht voor
welke situatie. Na de start in 2008 werken
bij BMO inmiddels 35 mensen. “Een mooie
ontwikkeling”, vertelt vertegenwoordiger
Ruud Koopmans van itsme. “We zijn al
vanaf het begin toeleverancier voor BMO
en hebben het bedrijf zien groeien tot wat
het vandaag de dag is. Durf voert hier nog
altijd de boventoon, net als de inmiddels
toch wel heel rijke en specifieke kennis
van automatisering. Als itsme leveren we
BMO onderdelen voor elektrotechniek
en sensoring. Zo ook met de producten
van Leuze electronic, waarmee we al
lang en nauw samenwerken. Fijn dat ons
partnerschap een specialist als BMO verder
op weg helpt.”
‘Manuele handelingen zijn
bijna niet meer nodig’
Raymond Leerintveld en Harco Hermans
016
Ervaren, vakkundige medewerkers. Zie ze
als bedrijf maar eens aan boord te houden,
juist nu de banen op zoveel plekken voor het
oprapen liggen. Willem Jan den Heeten denkt
er als directeur van Scheepswerf Hooger-
waard heus wel eens over na, maar zich zor-
gen maken? Nee, dat toch allerminst. “We
hebben zo’n 30, 35 medewerkers. Daarvan
werken de meesten hier al lang, sommigen
al meer dan 25 jaar. Dat zegt toch wel
wat. Het sociale aspect is belangrijk,
uiteindelijk willen mensen vooral werken
op een plek waar ze het naar hun zin
hebben. Ik denk dat wij ze die plek bieden. Hier
is niemand een nummer, we tonen interesse in
de persoon.”
Bovendien, wanneer de schouders eronder
moeten, dan gebéurt dat ook. En dat door
iedereen, zo benadrukt Willem Jan. Wellicht
is het juist die drive die Scheepswerf
Hoogerwaard nog het meest typeert. Hier
aan de Waalhaven in Rotterdam zit de vaart
erin. Een platte organisatie, prettig no-
nonsense: bij Scheepwerf Rotterdam gaan
ze liever gewoon aan de slag. Eventueel ook
‘s avonds, of in het weekend. Het is maar net
waar het werk om vraagt, vertelt Willem Jan,
die in 2007 samen met zijn broer Alwin het
familiebedrijf overnam. Samen breidden ze
de werf verder uit tot wat die nu is, resulte-
rend in een goedgevulde map aan opdrach-
ten. Waarbij het veelal gaat om het onder-
houd van binnenvaartschepen, uitgevoerd
voor uiteenlopende klanten. Particulieren en
grote rederijen: eenmaal op de werf ervaren
ze volgens Willem Jan allemaal die laag-
drempelige bedrijfscultuur. “Die spreekt onze
klanten aan. De lijnen zijn kort, bij ons ben
je snel bij wie je zijn moet.”
Duizenden slijpschijven
Veel hangt bij Scheepswerf Rotterdam af van
een strakke planning. En daarmee ook van
een kritische blik op het materieel waarmee
de medewerkers werken. Denk bijvoorbeeld
aan de apparatuur voor lassen, branden
en afbramen. Of aan de slijpschijven, die
Scheepswerf Hoogerwaard al sinds jaar en
dag bestelt bij itsme. Jaarlijks gaan er op de
werf heel wat van die schijven doorheen,
vertelt Willem Jan. “Tot voor kort soms zo’n
vijf per medewerker per dag. En daardoor
jaarlijks enkele duizenden. Een flink aantal,
maar goed, de schijven voldeden.”
Bovendien, was er een alternatief? Willem Jan
dacht van niet, totdat accountmanager
Michel van Oosterhout hem namens itsme
vertelde over de nieuwe Maxx3-afbraamschijf.
Geproduceerd door Flexovit, anders qua
samenstelling en daardoor duurder dan de
gemiddelde schijf. Maar ook een schijf die
bovengemiddeld lang meegaat en bovendien
veel meer verspaant. “Dus had ik wel interesse,
toen Michel mij erover vertelde en voorstelde
om hier op de werf een slijptest uit te voeren,
zodat onze medewerkers de schijven zelf
konden uitproberen.”
Scepsis slaat snel om
Namens itsme kwam Michel van Oosterhout
begin deze zomer naar de werf. En met hem
ook twee medewerkers van Saint-Gobain
Abrasives, waartoe Flexovit behoort. In een
tijdsbestek van een paar uur kregen de
medewerkers van Scheepswerf Hoogerwaard
alle gelegenheid de afbraamschijven te tes-
ten. Met daarbij in het begin weliswaar wat
scepsis, al is dat volgens Willem Jan niet zo
vreemd. “Onze mensen werkten al lang met
de vorige schijven. Waarom zouden deze
beter zijn? Maar goed, ze waren al snel om. En
daarmee ook ik.”
Slim geslepen
‘Hier is niemand een nummer’
Scheepswerf Hoogerwaard
werkte al jaren met hetzelfde
type slijpschijf. Op zich een
goed product, al gingen er op
jaarbasis wel érg veel schijven
doorheen. Hoe anders is dat
nu, na een slijptest via Saint-
Gobain Abrasives en itsme.
Met de Maxx3 van Flexovit
heeft de werf een schijf die
langer meegaat én meer
verspaant dan z’n voorganger.
En dat telt.
Scheepswerf Hoogerwaard profiteert van nieuw type slijpschijf
017
Bovendien verliep de test niet via een stan-
daard analyse, maar bleek die juist toege-
spitst op de toepassingen op de werf. Een
bewuste keuze, vertelt Marco Schipper,
productmanager Gereedschappen en Werk-
plaatsinrichting bij itsme. “We willen dat de
klant werkt met de juiste producten. Dus is
een slijptest alleen optimaal wanneer we
‘m specificeren voor diezelfde klant. itsme
is leverancier, maar ook heel nadrukkelijk
meer dan dat. Dat laten we onder meer zien
met uitgebreid advies – en zo ook met een
slijptest zoals hier op de werf.”
Minder vaak wisselen
Zo heel lang werkt Scheepswerf Hoogerwaard
nog niet met de Flexovit Maxx3-slijpschijven.
Dus is het voor een eerste vergelijking met
de vorige schijven nog wat te vroeg. “Maar
toch, de voordelen zijn er al zeker”, vertelt
Willem Jan. “Voorheen namen mijn mede-
werkers elk vijf slijpschijven mee de werf
op. Nu zijn dat er gemiddeld één of twee,
wat betekent dat ik in de toekomst minder
schijven hoef te bestellen. Ook verwisselen
m’n medewerkers minder vaak een slijpschijf,
wat tijd bespaart. Tel daar nog bij op dat
deze schijf veel meer verspaant en de hogere
aanschafprijs per schijf betaalt zich zeker
terug.”
Terugkijkend op de test is Willem Jan
enthousiast. “itsme laat zien dat het ons be-
grijpt, dat het eraan wil bijdragen om de
processen hier op de werf zo soepel mogelijk
te laten verlopen. Onze samenwerking startte
ooit bij Hoogland-Mennens, dat later opging
in itsme. Toen al konden we bouwen op een
betrouwbare partner. En ook nu is dat nog
altijd het geval. Voor een bedrijf als Scheeps-
werf Hoogerwaard is een samenwerking zoals
die met itsme meer dan waardevol.”
‘De hogere aanschafprijs
betaalt zich zeker terug’
Specialist voor de binnenvaart
Scheepswerf Hoogerwaard staat onder
leiding van Willem Jan en Alwin den
Heeten, die samen het bedrijf in 2007 als
vierde generatie Den Heeten overnamen.
Ooit een scheepstimmerbedrijf, staat
Scheepswerf Hoogerwaard vandaag de
dag bekend als specialist in reparatie van
vooral binnenvaartschepen. Op de werf
aan de Waalhaven in Rotterdam ligt een
zogenaamde dwarshelling van negentig
meter, waarop twee vaartuigen naast elkaar
kunnen liggen. Ook omvat het terrein
Machinefabriek Rotterdam, dat in 2014
werd overgenomen.
Marco Schipper en Willem Jan den Heeten
018018
Wie ben je en wat doe je?
“Mijn naam is Jelle Bouman. Inmiddels twaalf jaar werkzaam bij
Royal IHC, op de locatie in Kinderdijk. We bouwen schepen voor de
offshore- en baggerindustrie en lopen daar wereldwijd mee voorop.
Zelf werk ik op onze afdeling Inkoop NPR, wat staat voor Non Product
Related en betekent dat ik me richt op alles wat niet binnen ons
engineer-to-orderproces valt. Denk bijvoorbeeld aan producten
voor facility services, ICT en SHEQ. Of aan de inkoop van investerings-
goederen en het onderhoud van onroerend goed en productie-
middelen.”
Wat is belangrijk in jouw functie?
“Als tactical buyer werk ik voor een interne eindklant. Waar mogelijk
probeer ik die direct te koppelen aan onze leveranciers, zodat er zo
weinig mogelijk stappen in het bestelproces overblijven. Onze ERP-
systemen zijn er voor onderdelen zoals scheepsmotoren, en heel
nadrukkelijk niet voor boutjes en moertjes. Daarom optimaliseren we
waar we kunnen. Om zo proceskosten te drukken en werkplezier te
bevorderen.”
Hoe heb je die procesoptimalisatie doorgevoerd?
“Onder andere met Vendor Managed Inventory, waardoor mijn collega’s
zowel op vaste plekken als flexibel altijd elk onderdeel op voorraad
hebben. Daarnaast hebben we ons bestelproces flink versneld en
versoepeld, door zo’n negentig procent van de producten scanbaar
te maken. En via onze webportal komen producten samen op één
verzamelfactuur. Ook dat bespaart ons veel tijd en kosten.”
Wat verwacht je van een leverancier als itsme?
“Het scheelt veel als leveranciers weten hoe wij hier werken. Ons
speelveld is dynamisch, met een complexe logistiek. Dus is het aan
een leverancier om daar slim mee om te gaan. Niet alleen met vol-
doende technische kennis en goede prijzen, maar vooral ook door
tijdig mee te denken en regelmatig over de werkvloer te komen.
Gelukkig is dat bij itsme allemaal het geval.”
Waar haal jij je kennis en informatie vandaan? Hoe blijf je up-to-
date?
“Ik praat met leveranciers, ga naar seminars en leer binnen het bedrijf
veel bij. Ook in dat opzicht is Royal IHC een prettige werkomgeving;
er is genoeg dynamiek om jezelf te ontwikkelen.”
Wat was het laatste probleem waar je wakker van hebt gelegen?
En hoe heb je dat opgelost?
“Ergens van wakker liggen doe ik niet zo snel. Ook niet nu onze locatie
in Krimpen aan den IJssel een flinke renovatie ondergaat. We gaan
er 2,2 kilometer aan lichtstraten vervangen, dat is 6.800 vierkante
meter glas. En dat alles op een hoogte van 55 meter, terwijl het werk
in de hal gewoon door moet gaan. Het is een complexe klus, die met
een grondige voorbereiding veilig en goed moet verlopen.”
Tips voor andere inkopers?
“Durf jezelf als het ware uit het proces te halen, maar zorg er wel voor
dat je de controle behoudt. En hoewel je uiteraard elke factuur moet
kunnen verklaren: waak ervoor om vooraf alles te willen weten. Voor
je het weet ben jijzelf die vertragende factor.”
Een kijkje achter de schermenHoe ziet de werkdag van iemand anders eruit?
Wat is zijn drijfveer en waar ligt hij wakker van?
We vragen het aan Jelle Bouman (41), Tactical
Buyer NPR bij scheepsbouwer Royal IHC.Jelle Bouman
‘We optimaliseren waar we kunnen’
‘Waak ervoor om vooraf alles te weten’
KIJKJE
7
019019
itsme heeft zich in de voorbije jaren bewezen als verbinder tussen
het Philips verlichtingsportfolio en de klantvraag uit de industriële
markt. Met de groei van the internet of things en het aanbod van
slimme systemen, verandert ook de behoefte van de gebruiker. itsme
kent deze behoefte als geen ander en heeft dat in de voorbije jaren
bewezen met het bieden van licht gerelateerde consultancy en het
veelvuldig opleveren van klant- en applicatiegerichte industriële pro-
jecten.
De kennis van itsme is voor Signify van grote toegevoegde waarde
en dat wordt beklonken in dit partnership. Zonder kennis van de
gebruikersbehoefte, van lichtbeeld tot wet- en regelgeving, kan
onmogelijk het juiste product of de juiste dienst worden geleverd.
Daarbij blijft het contact na de aankoop bestaan en ontwikkelt de
branche zich richting diensten en servicecontracten. De dagen van
enkel distributie liggen dan ook ver achter ons. We kunnen oprecht
spreken over een dienstverlener en een partner die waarde toevoegt
aan de gebruikerservaring van het product.
Value Added Partner programma
Door met zorgvuldig geselecteerde partners samen te werken wor-
den de gebruikers beter bediend met vragen en advies over innovatieve
Philips verlichtingsoplossingen. Binnen itsme wordt de Lighting
Technology afdeling getraind als Value Added Partner for Industry
en staat er voor hen technische kennis/ondersteuning klaar wanneer
nodig.
De Lighting Technology afdeling krijgt toegang tot meer complexe
verlichtingssystemen die niet bij een reguliere distributeur verkrijg-
baar zijn zoals bijvoorbeeld het sturings/connected Dynalite portfolio.
Daarin schuilt voor u het grootste voordeel.
Om toegang te krijgen tot deze kennis verandert er voor u niets. U blijft
uw vragen stellen aan uw reguliere itsme contactpersoon in uw regio.
Zij nemen waar nodig contact op met de Lighting Technology afdeling
om u te voorzien van het beste advies en de beste dienstverlening.
Value Added Partner (VAP) Industry programma van Signify
itsme treedt toe tot het Value Added Partner
(VAP) Industry programma van Signify, voorheen
Philips Lighting, en krijgt daarmee als specialist
toegang tot een breder portfolio en meer kennis.
Daar plukt u de vruchten van.
Erick van der Lek, Vincent Maatkamp, Henk Oude Brunink, Munish Suri, Koen Huijbregts, John de Joode en Rahul Bhatt
020
Goed licht start met het hele verhaal
Goed licht. Gewoon, goed licht. De term ligt
voor de hand en valt tijdens het gesprek
haast terloops. Maar wanneer John de Joode
er zo over nadenkt, is dit wél waar het over
gaat. “Bij goed licht voelen mensen zich
op hun best. Goed licht voorkomt fouten
tijdens de productie, verbetert de kwaliteit
van een product. Goede verlichting gaat
bovengemiddeld lang mee en is duurzaam
geproduceerd. Breng dat alles samen en
alleen dán is licht goed. Het is niet het een
of het ander.”
Het héle verhaal rondom licht en verlichting,
dat is waar het John om gaat. En datzelfde
verhaal is wat hij opdrachtgevers namens
itsme ook vertelt, als manager Lighting
Technology. Niets mis met een aspect als
energiebesparing, integendeel zelfs. Maar
alleen dat ene onderdeel belichten? Het is
niet hoe John werkt – maar wat hij sommige
aanbieders wel ziet doen. “Ledverlichting
heeft veel veranderd, de productie ervan is
laagdrempeliger dan die van conventionele
verlichting. Was je vroeger groot als je
een glasfabriek had, nu doe je mee als je
de elektronica achter led begrijpt. Dat
maakt het aanbod anders, met spelers
die met led enkel en alleen inzoomen op
energiebesparing.”
En dat laatste klopt niet, vindt John. Gewin op
goederen heeft momenteel de overhand, ter-
wijl de kwaliteit lijkt te zijn vergeten. Zie daar
dan ook Johns voornaamste taak bij de Ne-
derlandse Stichting Voor Verlichting (NSVV),
Energiebesparing is mooi. Maar om nu te stellen dat het bij goed
licht alleen daar om draait? Als manager Lighting Technology bij
itsme praat John de Joode liever over kwaliteit. Zoals hij dat ook
doet als nieuwe voorzitter van de Nederlandse Stichting Voor
Verlichtingskunde (NSVV). “Onze kennis moet in het teken staan
van opdrachtgevers – niet andersom.”
John de Joode pleit als nieuwe NSVV-voorzitter voor kwaliteit
‘Nu doe je al mee als je led
begrijpt’
John de Joode
021
waarvan hij sinds kort voorzitter is. Iedere
aanbieder moet uitgaan van dezelfde
intenties, zo stelt John, door te luisteren
naar wat de klant écht wil. Kennis en kunde
van de lichtprofessional moeten aansluiten
bij de klantbehoefte - en niet andersom.
De nieuwe NSVV Gedragscode en het
bijbehorende keurmerk (zie kader) gaan
ongetwijfeld helpen bij die aanpak, al is daar
volgens John ook die gezamenlijke passie
voor goed licht. “De NSVV is een community
van vrijwilligers. Allemaal gedreven en vak-
kundig, met allemaal hetzelfde doel: het beste
licht voor iedere gebruiker.”
Licht als ambacht
Praat met John over zijn vak en het enthou-
siasme blijkt al snel. Gek van licht? Minstens
een beetje, zo vertelt hij lachend. Betrokken
is hij in elk geval, bij alles wat zich afspeelt
binnen zijn werk als lichtontwerper. “Een
prachtig vak. De voldoening van een
goed lichtontwerp, dat moment waarop men-
sen naar je toekomen en zeggen dat jouw
licht voor hen wérkt: daar kan maar weinig
tegenop.” Het beroep van lichtontwerper
is volgens John dan ook niets minder dan
een ambacht. Misschien niet eens zozeer
in de traditionele zin van het woord, wel
wanneer het gaat om bezieling, kennis en
vakmanschap. En dat alles ongeacht de
opdrachtgever en locatie. “Hoe fraai design
verlichting ook kan zijn, er is meer dan dat.
Nederland telt miljoenen vierkante meters
aan industrieterrein. Ook daar moet goed licht
zijn.”
Sterker, misschien is in zijn branche weinig zo
dynamisch als de verlichting voor juist een
industriële omgeving. Ontwikkelingen zoals
Industrie 4.0 zorgen voor ongekende moge-
lijkheden, zoals John namens itsme dage-
lijks ondervindt. “Licht is ineens smart, waar-
door het mogelijk een bijdrage gaat leveren
aan een aspect als predictive maintenance.
Stel je eens voor, dat een armatuur zelf
informatie geeft over de eigen levensduur.
Zodat een bedrijf daar rekening mee kan
houden, het armatuur gepland vervangt en
zo bespaart op onder andere de arbeidsuren.
Zo’n bijdrage, dát is waar we bij itsme voor
gaan.”
Optimalisatie alom
Minder fouten tijdens de productie. Kwali-
tatief betere producten, een bijdrage aan
gepland onderhoud. En wat te denken
van een veilige werkomgeving? Zo bezien
optimaliseert goede verlichting processen
op meerdere vlakken, al blijft het volgens
John lastig die winst uit te drukken in
cijfers. “Energiebesparing valt te berekenen,
maar hoe doe je dat voor bijvoorbeeld
vervangen en schoonmaken? Vandaar dat
we het bij itsme liever hebben over de totale
exploitatiekosten en die met elkaar verge-
lijken. Zomaar verlichting vervangen is geen
optie, dat eerste onderzoek is zó belangrijk.”
Een goede oplossing start volgens John
dan ook bij de kennis en kunde van een
leverancier. En dat ondersteund door de
laatste technologie, zoals ook itsme die in
huis heeft. “Met 3D-software laten we onze
opdrachtgevers de nieuwe situatie als het
ware beleven. We laten het simpelweg zien,
vertellen ze alles waar ze maar aan zouden
kunnen denken. Bovendien vergeten we geen
moment waar het uiteindelijk om draait:
mensen moeten zich goed voelen. Klopt
het licht, dan haalt iedereen het beste uit
zichzelf.”
Goed gedrag loont
De Nederlandse Stichting Voor Verlich-
tingskunde (NSVV) bundelt de kennis en
kunde van honderden lichtprofessionals.
Bedoeld als basis voor het juiste advies,
voor de beste oplossing voor iedere op-
drachtgever. Dus was John de Joode maar
wát enthousiast, toen hij hoorde over de
NSVV Gedragscode. “Eindelijk, dacht ik.
De passie voor goed licht staat weer
voorop. Want juist die gedragsregels gaan
ervoor zorgen dat we als branche meer
gaan handelen vanuit dezelfde intenties.
Het is aan ons om de klant wegwijs te
maken in het enorme aanbod aan moge-
lijkheden. En dat op basis van ons eigen
vakmanschap.” Als nieuwe NSVV-voorzitter
én betrokken lichtprofessional hecht John
enorm aan die Gedragscode. “Dus vind ik
dat we dat we moeten handhaven op ons
keurmerk. Alleen dan krijgt het waarde.
En dan alleen weten opdrachtgevers dat
ze er écht wat aan hebben.”
‘Zomaar verlichting vervangen
is geen optie’
022
Over een techniek als zodanig valt veel te vertellen. Zo ook door
de mensen van IHI Hauzer Techno Coating, al hebben ze het bij het
bedrijf in Venlo net zo graag over de toepassing ervan. Bijvoorbeeld
wanneer het gaat over de bijdrage aan een duurzame samenleving.
Of over de flexibiliteit en het gebruiksgemak voor de klant. Hauzer
ontwikkelt en produceert industriële coatingmachines, onderscheidt
zich met plasma coatings en neemt daarin heel nadrukkelijk een
pioniersrol. Het bedrijf overlegt veel met universiteiten en kennis-
instituten. Zoekt de samenwerking met partners en klanten. En doet
dat alles vanuit de overtuiging dat proces en product altijd beter
kunnen, vertelt software-engineer Luke Beelen. “We staan open voor
verbetering, maken wat een klant specifiek wil. Dat kan alleen door
goed te luisteren en daar ons product op aan te passen.”
Luke werkt op Hauzers hoofdlocatie in Venlo. Vanuit daar gaan
inmiddels jaarlijks zo’n 35 tot 40 coatingmachines naar klanten over
de hele wereld. De machines zijn geavanceerd, ook als het gaat om
de besturingssystemen. Waar die voorheen afkomstig waren van meer-
dere leveranciers, werkt Hauzer tegenwoordig alleen met de systemen
van Siemens. Een heel bewuste keuze, vertelt Luke. “We hoeven een
nieuwe ontwikkeling nu niet meer te integreren in meerdere syste-
men. Bovendien heeft Hauzer inmiddels veel kennis van Siemens.
Met de complexe machines die wij maken betekent dit dat wij voor
klanten snel kunnen schakelen.”
Tijd voor een nieuw platform
De softwareafdeling van Hauzer telt acht medewerkers. Vier van
hen richten zich onder meer op de PLC van een machine, de anderen
focussen vooral op zaken zoals het SCADA-systeem en de database.
Ieder heeft dus z’n eigen taken, al is er uiteraard vaak onderling
overleg. Zeker nu Hauzer inmiddels de stap heeft gezet naar een
nieuw machineplatform, met daarbij een belangrijke rol voor
zogenaamde safety PLC’s. Verloopt de conventionele beveiliging van
een machine via een bedraad noodstopcircuit, bij een safety PLC is
diezelfde beveiliging geïntegreerd. Wel zo compact en besparend dus,
al is het maar dankzij het wegvallen van onderdelen en bedrading.
Bovendien verlopen de ontwikkelingen snel, stelt Luke. “Neem
bijvoorbeeld de S7 300 PLC van Siemens: die is over een paar jaar
afgemeld. Starten we nu niet met een nieuwe serie, dan móeten
we straks mee en zijn we wellicht te laat. In plaats daarvan zijn we lie-
ver klaar voor de toekomst.”
Wie nu leert is straks op tijdIHI Hauzer Techno Coating benut cursus integrated safety
Veel, heel veel gaat al goed bij IHI Hauzer Techno
Coating. Maar kan het beter? En daardoor het
kennisniveau nog verder omhoog? Dan is de
producent van coatingmachines graag bereid
om verder te leren. Zoals onlangs bij itsme,
tijdens een cursus rondom integrated safety
binnen Siemens-PLC’s.
‘We staan open voor verbetering, maken wat
een klant specifiek wil’
023
Industrie 4.0, de impact van big data: bij Hauzer bereiden ze zich
voor op wat komen gaat. Vandaar het belang om de eigen kennis
op peil te houden. En daarvoor opleidingen en cursussen te volgen,
zoals onlangs op de vestiging van itsme in Venlo. TIA Portal SIMATIC
S7 Safety, zo heet de cursus waar Luke en zijn collega’s van de
softwareafdeling aan deelnamen. Gericht op integrated safety binnen
Siemens PLC’s en gegeven door trainer Patrick de Corte. Dit laatste
tot grote tevredenheid bij Luke. “De cursus startte met een inventa-
risatie, waardoor de trainer goed wist wat hij moest benadrukken.
Ook de voorbeelden en mogelijke valkuilen vond ik verhelderend.
Wat je in een manual nooit zou lezen, kwam tijdens de cursus juist
aan bod. En voor wat betreft de locatie: het was fijn dat de cursus
plaatsvond bij itsme. Daardoor konden wij als deelnemers ongestoord
aan de slag.”
Voor software én electrical
Naast vier software engineers volgden namens Hauzer ook drie
electrical engineers de training. Onder hen Marcel Lamers, die net
als Luke enthousiast terugkijkt op de training. “Er was veel aandacht
voor de praktijk, wat de stof goed toepasbaar maakt. De trainer was
erg kundig, ook de combinatie van software en electrical engineers
vond ik sterk. Voor het nieuwe platform gaan we intensief samen-
werken, onder andere door samen tests af te nemen. Dan is het uiteraard
wel zo prettig wanneer je kunt uitgaan van dezelfde informatie.”
Net als de andere itsme-opleidingen richtte ook de cursus voor Hauzer
zich specifiek op de situatie bij de klant. “En dat terwijl het hier eigenlijk
om een standaardcursus gaat”, vertelt Marcel Steijger, training manager
bij itsme. “Een TIA Safety-training is relevant voor vrijwel alles waar
een deelnemer dagelijks mee te maken heeft. Maar goed, dat wil niet
zeggen dat de trainer niet kan vragen waar de nadruk op mag komen
te liggen. Zie de cursus als een standaard training, maar dan wél
toegespitst op een bedrijf.”
En juist dat laatste werkt goed, meent Luke. “Een cursus als deze
levert veel tijdwinst op. En uiteindelijk ook meer kwaliteit dan wanneer
we de informatie uit manuals zouden halen. Zelf heb ik vooral
veel opgestoken van wat je moet doen voordat je überhaupt gaat
programmeren. Ik heb het dan vooral over de risico-inventarisatie,
waarvan je wilt weten of je die goed uitvoert. Dat laatste bleek
grotendeels zo te zijn, al ontdekten we ook verbeteringen. En nog-
maals, juist dat laatste is waar het ons als Hauzer om gaat. Processen
kunnen altijd efficiënter. En daar heeft deze cursus ons zeker bij
geholpen.”
Groen voor vele klanten
Bijdragen aan een duurzame samenleving. Uiteindelijk is dat waar
het IHI Hauzer Techno Coating om gaat. Dus heeft het bedrijf
inmiddels ook een productielocatie in Barcelona, van waaruit
klanten heel specifiek worden bediend met Cromatipic®, als
groen alternatief voor finishing met chroom. Cromatipic® wordt
bijvoorbeeld toegepast op design-elementen in het dashboard
van auto’s. Hauzer bedient verder een breed scala aan klanten
in de industrie. De coatings die in Hauzer-installaties worden
geproduceerd verlengen de levensduur van gereedschappen
zoals frezen en boren. De productie wordt energiezuiniger, ook
zorgen de coatings voor minder wrijving en daardoor een lagere
CO2-emissie van motoren. Hauzer valt onder de Japanse IHI Group
en telt 200 medewerkers verdeeld over vestigingen in Venlo,
Barcelona, Shanghai en Yokohama.
‘Een cursus als deze levert veel tijdwinst op’
024
Perfecte netwerkkoppeling
De Managed switches van Murrelektronik zorgen voor een perfecte
netwerkkoppeling in het industriële veld en bieden uitgebreide
diagnostische functies. De inbedrijfname verloopt binnen korte tijd
via een automatische toewijzing van de besturing. Met behulp van
de geïntegreerde ProfiNet-topologieherkenning en de prioritering
van ProfiNet-telegrammen wordt de beschikbaarheid van het netwerk
aanzienlijk uitgebreid. Daarnaast maken ze het mogelijk fouten snel
te lokaliseren en kostbare stilstandtijden aanzienlijk te verminderen.
Door de prioritering van ProfiNet-telegrammen worden o.a. realtime
gegevens en alarmen met prioriteit overgedragen.
‘Neighbour’ detectie
De ‘neighbour’ detectie vereenvoudigt het uitwisselen van com-
ponenten, valt een deelnemer van de ProfiNet topologie uit, dan
wordt deze fout opgemerkt door de ‘neighbour’ detectie van de
Managed switch. Dezelfde methode wordt gebruikt om een reserve-
onderdeel te herkennen en direct automatisch te programmeren.
Robuust en duurzaam
De switch is geschikt voor toepassing in de smerige en stoffige
industriële omgeving, zelfs bij extreme temperaturen. Daarnaast is
de switch compact gebouwd, volledig vergoten en beschikt over
beschermingsgraad IP67; de M12 aansluittechniek is waterdicht.
MRP - Ringvorming
ProfiNet Managed switches kunnen als Slave-deelnemers in een
redundant netwerk worden geïntegreerd. Voor de gebruiker betekent
dit, dat de betrouwbaarheid toeneemt doordat gebruik gemaakt
kan worden van redundante bedrading. Is de weg voor data-
overdracht onderbroken dan kan de communicatie via de andere zijde
van de ring verder lopen.
Diagnose
De switches bieden een breed scala aan diagnosemogelijkheden
met netwerkstatistische functies. De topologie wordt automatisch
aangemaakt en zorgt voor herkenning van een volledige strenguitval.
Ook kanaalstoringen en kanaalverliezen worden tijdig herkend,
waardoor uitval van de machine wordt vermeden. Daarnaast worden
sluimerende storingen herkend via de webserver van de apparaten.
Voor het monitoren van het netwerkverkeer beschikken de switches
over mirror poortfunctionaliteit.
Murrelektronik heeft een nieuwe reeks managed
switches ontwikkeld, speciaal voor ProfiNet
netwerken. Tot op heden was het kostbaar om
een managed ProfiNet switch te gebruiken om
daarmee te voldoen aan de ProfiNet Ontwerp
Richtlijn. Maar met de komst van de nieuwe
Murrelektronik TREE Managed Switch serie is het
mogelijk om op economische wijze een perfecte
netwerk koppeling te maken en te voldoen aan de
richtlijnen voor ProfiNet installaties.
Perfecte ProfiNet koppeling in het industriële veld
Slim netwerken
025
IO-Link is géén nieuw bussysteem. Laten we
daarover duidelijk zijn. Het is wél een nieuw
soort interface waarmee parametergegevens
vanuit het besturingssysteem eenvoudig
naar een sensor of actuator in het veld zijn
te downloaden. Omdat zowel seriële als
bidirectionele communicatie mogelijk is,
kunnen de sensoren en actuatoren ook
(diagnostische) gegevens terugsturen naar het
besturingssysteem.
Lage kosten
Een belangrijk voordeel van IO-Link zijn
de lage kosten omdat er wordt gewerkt met
een standaard 3- of 5-draads kabel waaraan
geen speciale eisen worden gesteld. Propor-
tionele drukregelaars VPPM of vacuüm
generatoren OVEM die verbonden zijn met
IO-Link, hebben bijvoorbeeld geen afge-
schermde analoge kabel nodig.
Last but not least heeft de gebruiker te
maken met een internationale, open en veld-
busonafhankelijke standaard (betrouwbaar
en bewezen!) die ook toekomstige verbin-
dingsconcepten ondersteunt en compatibel is
met Industrie 4.0 omgevingen.
Festo sensoren met IO-Link
Omdat Festo overtuigd is van de eigenschap-
pen en mogelijkheden van IO-Link, worden
steeds meer druk- en flowsensoren voorzien
van een IO-Link interface. Bijvoorbeeld de
SPAE en SPAU druksensoren en SFAW flow-
sensor met draaibare display. Via IO-Link
zijn deze sensoren eenvoudig in bedrijf te
stellen en te parametreren. De gegevens
die de sensoren naar de hoofdbesturing
communiceren, worden automatisch gedigi-
taliseerd wat mogelijkheden biedt voor
onder meer voorspellend onderhoud.
Ook biedt IO-Link voordelen bij het instellen
van de sensoren wanneer deze worden uit-
gewisseld. Zo wordt bij het aansluiten van
een nieuwe sensor de parameterset auto-
matisch gekopieerd vanuit de IO-Link Master.
Identieke sensoren kunnen de instellingen
zelfs onderling kopiëren middels een copy-
&paste functie.
Vacuümgenerator
Tot slot noemen we de vacuümgenerator
OVEM. Deze modulair opgebouwde gene-
rator is via IO-Link eveneens eenvoudig te
parametreren en in bedrijf te stellen. Omdat
de parameterset direct wordt ontvangen is
het bovendien eenvoudig de vacuüm-
generatoren snel uit te wisselen. Ook tijdens
bedrijf. Door de seriële dataoverdracht kan
de OVEM tot slot gegevens versturen die
onder meer het onderhoud en de storings-
analyse vereenvoudigen.
Druk- en flowsensoren klaar voor IO-linkDe slimme stap in industriële automatisering
IO-Link is als gestandaardiseerde point-to-point communicatie-
technologie dé oplossing om eenvoudig te kunnen communiceren
met sensoren en actuatoren in het veld. De investeringskosten zijn
laag, er is geen complexe bekabeling nodig en de componenten
zijn hiermee razendsnel in te stellen, aan te passen, te koppelen…
Alle reden voor Festo om steeds meer sensoren te voorzien van
de mogelijkheid via IO-Link te communiceren.
026
Processen draaiend houden – dat komt bij
ABB’s UMC-serie op de eerste plaats. Het is
kenmerkend voor de manier waarop ABB
producten en methoden ontwikkelt om
installaties te vereenvoudigen, processen te
verbeteren en veiliger te maken en stilstand
en downtime tot een minimum te beperken.
De UMC100.3 motorbesturing is daar een
goed voorbeeld van.
Maximale beschikbaarheid en minimale
downtime
Bij de ontwikkeling van deze motorbesturing
vormden maximale beschikbaarheid en mini-
male downtime de uitgangspunten. Het
resultaat is een universele motor controller
die modulair en uitbreidbaar is. Het systeem
wordt ingezet voor motorbeveiliging en zorgt
daarmee voor minder stilstand en downtime.
De UMC100.3 verzamelt voortdurend
bedrijfs-, onderhouds- en diagnostische
infor-matie van de motor en verzendt deze
naar het besturingssysteem. Mogelijke
motorproblemen worden vroegtijdig her-
kend en snel gediagnosticeerd. De motor
is zo altijd beveiligd en een continu-bedrijf
gegarandeerd; zelfs wanneer het besturings-
systeem of de veldbus het laten afweten.
Typerende procesomgevingen waar die voor-
delen maximaal tot hun recht komen, zijn de
olie- en gas-, papier-, metaal-, chemische,
energie-, voedingsmiddelen- en (afval)water-
industrie.
Dankzij het nauwkeurige elektronische meet-
systeem kunnen klanten de aangesloten
motoren optimaal benutten. Het tripgedrag
van de besturing is uiterst betrouwbaar en
langdurig stabiel terwijl een hoogwaardig
diagnosesysteem ondersteuning biedt bij het
lokaliseren en herstellen van fouten.
Universeel en modulair
De UMC heeft een universeel en modulair
ontwerp dat veel voordelen biedt. Het slimme
ontwerp zorgt voor minder bekabeling – alle
noodzakelijke beveiligings-, monitoring- en
besturingsfuncties zijn in één module onder-
gebracht. Eén versie leent zich voor alle
spanningsbereiken, communicatie en veld-
bussen. Dat vereenvoudigt de planning én
zorgt voor minder voorraad en meer overzicht
bij het onderhoud.
De UMC is eenvoudig uit te breiden met
verschillende modules voor meer I/O’s, ana-
loge en temperatuurmetingen en meting
van de motorfasespanningen. De besturings-
functies zijn eenvoudig te configureren via
parameters terwijl toepassing-specifieke func-
ties programmeerbaar zijn.
Open communicatie
De UMC100.3 is uitgevoerd met interface
voor montage van communicatie-adapters
zodat via een grote variëteit aan veldbussen
kan worden gecommuniceerd: van Profibus
DP en DeviceNet tot Modbus RTU en Modbus
TCP of Profinet voor communicatie via
Ethernet-netwerken. De controller kan ook
als stand-alone uitvoering worden ingezet,
bijvoorbeeld in eenvoudige pompstations.
Ongeplande of plotselinge
motorstops kunnen leiden tot
procesverstoringen en zijn
daarmee zeer kostbaar. Dat is
te voorkomen met ABB’s serie
universele motorcontrollers
UMC. Een besturing die tal
van hoogwaardige functies
en eigenschappen combineert
met gebruiksgemak.
UMC motorcontroller-serie van ABB houdt uw processen draaiend
Maximale beschikbaarheid en minimale downtime
027
Of het nu gaat om het bewaken van de
waterdruk van een pomp of sproei installatie,
het doorgeven van de aan/uit status van
externe installaties of het bewaken van open/
dicht posities van beveiligde deuren en hek-
ken, alle gegevens worden verstuurd door
de XIOT sensor. Door mensen, data en
intelligente machines met elkaar te verbinden
ontstaan er nieuwe toepassingen en kansen;
optimalisatie van productieprocessen en het
faciliteren van voorspellend en preventief
onderhoud.
Ontvang real-time event informatie en
alarmmeldingen
De XIOT sensor stuurt een bericht via het
IoT netwerk wanneer de contacten van een
sensor of de positie van een schakelaar van
status veranderen. Deze statuswijziging
wordt vervolgens via beveiligde servers
als melding of waarschuwing op een pc,
tablet of smartphone bij een of meerdere
ontvangers afgeleverd. Het XIOT aanbod
van Telemecanique Sensors is gebaseerd op
LPWAN-technologie (Low Power Wide Area
Network) van Sigfox. Via dit netwerk kunnen
op grote schaal machines, apparaten en
sensoren met een zeer laag energieverbruik
veilig en tegen lage kosten met het internet
worden verbonden. Het Sigfox netwerk maakt
gebruik van antennes met een bereik van
ongeveer 50 km en is inmiddels beschikbaar
in 32 landen.
Beschik over uw gegevens op al uw mobiele
apparaten
Via de webbrowser op uw pc of via de XIOT
app op uw mobiele apparaten heeft u een-
voudig toegang tot al uw aangesloten
sensoren. Een breed aanbod aan diensten
is beschikbaar via de app. Dit varieert van
het inzien van de huidige status, signaal-
sterkte en eventgeschiedenis, de configuratie
van alarmmeldingen en het instellen van
gebruikers, tot geolokalisatie en batterij-
bewaking.
Robuuste standalone zender
De XIOT sensor is vanwege zijn robuuste
eigenschappen bij uitstek geschikt voor bui-
tengebieden waar geen elektriciteit aanwezig
is.
• Ingebouwde lithiumbatterij (batterijduur
10 jaar bij 2 berichten per dag)
• IP 66 beschermingsgraad
• -25 °C tot +70 °C omgevingstemperatuur
• Schroefmontage
Veelzijdigheid aan toepassingen
De XIOT sensor kan worden toegepast op alle
apparaten of componenten die voorzien zijn
van een spanningsloos contact (potentiaal vrij
contact) of een relais kunnen aansturen voor-
zien van een potentiaal vrij contact. Denk
hierbij aan o.a. eindschakelaars, druk-
schakelaars, (thermisch) relais, PLC en zelfs
drukknoppen.
Telemecanique Sensors introduceert de XIOT cloud connected
sensor: een draadloze oplossing voor het verbinden van sensoren
of schakelaars met de cloud. De XIOT sensor maakt de status van
deze schakelaars via het internet beschikbaar op een pc of mobiel
apparaat.
Verbind uw meest onbereikbare installaties met de cloud
028
Positionering en synchronisatie werden in het verleden meestal
uitgevoerd met behulp van een servo-drive. Servoregelaars zijn echter
kostbaar, lastig in bedrijf te stellen en vereisen extra bekabeling.
En omdat servoregelaars niet werken met systemen zonder terug-
koppeling is de kans op uitval hoog. Voor veel van deze toepassingen
zijn de dynamische prestaties van een Servo-drive eigenlijk overbodig.
Daarom biedt de FC 302 met IMC een voordelig en hoogwaardig
alternatief voor servo-oplossingen voor eenassige positionerings- en
synchroniseringstoepassingen.
Gebruik IMC voor veel toepassingen die voorheen met servoregelaars
werden gerealiseerd, zoals:
• Indexeertafels
• Snijmachines
• Verpakkingsmachines
• Transportbanden
Zet de FC 302 met IMC in voor het regelen van een inductie- of
PM-motor met of zonder motorterugkoppeling – zonder dat u
hiervoor extra hardware nodig heeft. Bij sensorloze regeling (geen
motorterugkoppeling) worden de beste prestaties bereikt met een
PM-motor. Een sensorloze regeling van inductiemotoren is zeker toe-
reikend voor minder veeleisende toepassingen.
Met IMC bespaart u tijd en kosten:
• Door het ontbreken van geavanceerde programmering en het
feit dat er minder componenten zijn, kosten het ontwerp, de
installatie en de inbedrijfstelling minder tijd
• Bespaar ook op een encoder, bekabeling en de installatie door een
sensorloze regeling te gebruiken
• Om te besparen op een startpositiesensor en de bekabeling,
gebruikt u de functie “homing on torque limit” (koppelbegrenzing
voor homing)
De IMC-oplossing staat garant voor een eenvoudige, veilige set-up:
• Configuratie op basis van parameters, geen geavanceerde
programmering vereist. Minimale foutrisico’s door verminderde
complexiteit
• Gebruik voor extra functionaliteit de Smart Logic Controller (SLC),
die volledig IMC-compatibel is
• Gebruik de functie “homesynchronising”
(startpositie synchronisatie) om tijdens het
bedrijf de startpositie aan te passen
Realiseer uiterst nauwkeurige positionering
en synchronisatie, gewoon met behulp van
een frequentieregelaar. Met zijn Integrated
Motion Controller (IMC)-functie, vervangt de
VLT® AutomationDrive FC 302 complexere
positionerings- en synchronisatieregelaars en
bespaart daarmee tijd en kosten.
Nauwkeurig positioneren en synchroniseren eenvoudig met een Danfoss frequentieregelaarIntegrated Motion Controller functie in VLT® AutomationDrive FC 302
029
Hierin worden tal van componenten voor
een breed scala van industriële sectoren
en doeleinden geboden. Het RFID-
portfolio omvat alles van readers voor
applicatietoegang, krachtige RFID-systeem
in het HF- en UHF-bereik tot Real Time
Location Systems (RTLS). Deze laatste is
een recente toevoeging op het SIMATIC
IDENT portfolio. RTLS bevindt zich binnen
het UWB frequentie spectrum en is speciaal
ontwikkeld om een zeer nauwkeurige
lokalisatie van slechts een paar centimeter
mogelijk te maken. De nauwkeurige realtime
lokalisatie van bedrijfsmiddelen zoals gereed-
schappen of voertuigen stelt fabrikanten in
staat hun productie- en logistieke processen
te optimaliseren en zo hun kwaliteit, produc-
tiviteit en flexibiliteit te verbeteren.
Naast nieuwe toevoegingen aan het SIMATIC
IDENT portfolio, staat de ontwikkeling van
het huidige portfolio niet stil. Wist u bij-
voorbeeld al dat de RFID RF600 readers van
Siemens de open communicatie standaard
OPC UA (Open Platform Communications
Unified Architecture) ondersteunen? De open
interface voor horizontale en verticale
communicatie is gebaseerd op het client-
server principe en zorgt voor snelle, fabrikant-
onafhankelijke gegevensuitwisseling tussen
de RFID reader en industriële pc's, auto-
matiseringsapparatuur of applicaties van
derden.
De integratie van de OPC UA-server in de
firmware van de RFID reader biedt uitge-
breide mogelijkheden met betrekking tot
diagnosticeren en parametreren. De commu-
nicatie van het controle niveau naar de cloud
is platform onafhankelijk, dit maakt OPC UA
een belangrijk bouwsteen op de weg naar
een digitale productie omgeving.
Siemens biedt een uitgebreid productassortiment voor industriële
identificatie onder de naam SIMATIC IDENT. Siemens ontwikkelt
RFID-systemen voor onder andere gebruik in productie en logistieke
omgevingen.
OPC UA zorgt voor snelle, betrouwbare communicatie voor RFID
030
Het intelligente Battery Management Sys-
tem met IQ-Technology zorgt voor een
optimale benutting van de energiebuffer.
De technologie voorkomt uitval door
de preventieve analyse van bedrijfs- en
accustatussen zoals de verwachte resterende
levensduur van de energiebuffer (State of
Health) en de actuele laadtoestand van de
buffer (State of Charge). Dit maakt de plan-
ning voor het vervangen van de accu moge-
lijk aan de hand van de verwachte levensduur
in maanden. Door de automatische accu-
herkenning worden aangesloten accutypen
automatisch herkend en de aangepaste
laadkarakteristiek maximaliseert de levens-
duur van de energiebuffer. De krachtige
acculader zorgt met wel 5 A dat de energie-
buffer zo snel mogelijk weer is opgeladen.
Door de hoge accucapaciteiten zijn lange
buffertijden mogelijk en dit waarborgt een
continue beschikbaarheid van de installatie.
Door de geïntegreerde interfaces is energie-
monitoring, functiebewaking, parametrering
van de apparaten en het uitschakelen van
de installatie op elk moment en locatie-
onafhankelijk mogelijk. De bewaking van
uitgangsstroom en -spanning alsmede het
handmatig in- en uitschakelen van de instal-
latie verhoogt de efficiëntie van systemen.
De koudestartfunctie BAT-START start de
voeding ook zonder ingangsspanning. Hier-
door zijn de functietest en de inbedrijfstelling
zonder netaansluiting mogelijk. Met de SFB-
Technology, die gedurende 15 ms het zes-
voudige van de nominale stroom levert,
worden standaard installatieautomaten selec-
tief aangesproken terwijl parallel aangesloten
verbruikers blijven functioneren. Met een
breedte van 35 tot 47 mm en een hoogte
van 130 mm zijn de onderbrekingsvrije voe-
dingen zeer ruimtebesparend in de schakel-
kast te monteren.
De nieuwe onderbrekingsvrije
voeding QUINT DC-UPS kan in
bestaande industriële netwerken
worden geïntegreerd en zorgt
dat installaties ook bij een
netuitval zonder onderbreking
blijven functioneren. Dankzij
de geïntegreerde interface
voor ProfiNet, EtherNet/IP,
EtherCAT OF USB is de voeding
flexibel en eenvoudig aan
het netwerk te koppelen. De
voeding is leverbaar met alle
netwerktechnologieën in elk
van de vier vermogensklassen
5 A, 10 A, 20 A en 40 A.
DC-UPS voor industriële netwerken
QUINT DC-UPS voor industriële netwerken
031
Met trots kunnen we per 1 oktober dit jaar onszelf HiKOKI noemen.
In de naam schuilt waar we als merk voor staan. ‘Hi’ staat voor kwaliteit
en ‘KOKI’ is Japans voor industriële machines. Tevens bevat de nieuwe
merknaam het getal één. Een mooie referentie naar dat waar we
met het hele bedrijf naar streven: nummer 1 producten leveren en
nummer 1 wereldwijde marktleider worden.
Met de naamsverandering bouwen we verder op al het innovatieve
en succesvolle wat Hitachi Power Tools ons heeft gebracht. Maar om
te groeien, moeten we ons naast nieuwe technologieën en een hogere
omzet ook meer en meer focussen op de eindgebruikers. Iets wat ons
merk bijzonder maakt en onderscheidt van de concurrentie.
We luisteren naar de behoeftes en wensen van de eindgebruiker,
nemen dit mee in het design en de ontwikkeling van onze powertools
en vertalen de modernste technieken naar gebruiksgemak. Kijkend
naar onder andere ergonomie, veiligheid en inzetbaarheid, bieden we
de professionals dat waar ze naar op zoek zijn. Iets wat de eindgebruiker
al van ons gewend was, maar waar hij bij HiKOKI op kan blijven
vertrouwen. Want naast de nieuwe naam blijft voor de eindgebruiker
alles hetzelfde. Presteren op het hoogste niveau, hoe groot of klein de
uitdaging ook is.
A brand new name, the same highest performanceSinds 1948 houden we ons bezig met het produ-
ceren en ontwikkelen van elektrisch gereedschap,
dat is voorzien van de meest vooruitstrevende
Japanse technologieën. Innovaties die helpen om
onze power tools te verbeteren en de professionals
te ondersteunen bij het behalen van de beste
prestaties. Een krachtige basis voor HiKOKI.
Een nieuw hoofdstuk waar Gert Lamberts,
directeur HiKOKI Nederland en België, zijn visie
op geeft.
032
VESTIGINGEN
BreemesVogelsancklaan 260 3520 Zonhoven BelgiëTelefoon: +32 11 399 499Fax: +32 11 399 498E-mail: [email protected]
ES Elektro Romania No 12, Muncii Blvd. RO - 400641, Cluj-NapocaRoemeniëTelefoon: +40 364 41 63 33Fax: +40 364 41 73 33E-mail: [email protected]
Schultz+ErbseFeldmühlenstraße 4158099 HagenDuitslandTelefoon: +49 2331 36 10Fax: +49 2331 36 11 23 E-mail: [email protected]
SIGNAAL verschijnt vier keer per jaar
SIGNAAL Redactie: Postbus 128 - 4940 AC Raamsdonksveer
Telefoon +31 162 58 22 00 - E-mail: [email protected]
Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen is alleen mogelijk na
schriftelijke toestemming van de redactie.
Vormgeving: VBAT – Amsterdam - www.vbat.com
Grafische adviezen en productie: SITNO – Bergen op Zoom - www.sitno.nl
Wilt u in het vervolg geen uitgave van SIGNAAL meer missen?
Stuur dan een e-mail met als onderwerp ‘aanmelding’ naar [email protected].
Vergeet dan niet uw gegevens in de e-mail te vermelden.
Wenst u Signaal niet langer te ontvangen of wilt u een wijziging doorgeven?
Laat het ons weten op www.itsme.eu/signaal
SIGNAAL is een uitgave van itsme
COLOFON
ElektresCrta. Santa Coloma, 82 pis 217005 GironaSpanjeTelefoon +34 972 181 090Fax: +34 972 239 604E-mail: [email protected]
itsme - HoofdkantoorSteurweg 2 - 4941 VR RaamsdonksveerPostbus 128 - 4940 AC Raamsdonksveer NederlandTelefoon: +31 162 484 200Fax: +31 162 484 299E-mail: [email protected]