gm - wordpress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker...

32
GM KWADRAAT TIJDSCHRIFT OVER GESCHIEDENIS GEOGRAFIE  MONUMENTEN MUSEA UTRECHT GM JAARGANG 8  nuMMer 32 WINTER 2008

Upload: others

Post on 06-Apr-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

GM KWADRAAT TIJDSCHRIFT OVER

GESCHIEDENIS

GEOGRAFIE 

MONUMENTEN

MUSEA UTRECHT

GMJAARGANG 8  n u M M e r 3 2  WINTER  2008

Page 2: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

Sprengenbeken  |   4 

RHC rijnstreek en Lopikerwaard  |   8

Het Utrechts Archief  |   12 Het Utrechts Archief  |   16

Gemeente utrecht  |   18 Bond Heemschut  |   22

Hup canon hup!  |   30

In de webpeiling...  |   29

Wegwijs in oude kaarten  |   24

Nieuwe boeken  |   32

GM KWADRAAT is een uitgave van Landschap Erfgoed Utrecht, Het Utrechts Archief,

de Provinciale Commissie Utrecht van de Bond Heemschut en de secties Cultuurhistorie

en Monumenten van de gemeente Utrecht en verschijnt 4x per jaar.

Landschap Erfgoed Utrecht Redactie: Mieke Heurneman en Jacquelien Vroemen

Redactieadres: Bunnikseweg 25 3732 HV De Bilt Telefoon: 030 220 55 34 Fax 030 220 55 44

E-mail: [email protected] Internet: www.landschaperfgoedutrecht.nl

Het Utrechts Archief Contactpersoon: Anne Houk de Jong

Postbus 131, 3500 AC Utrecht Telefoon: 030-2866611

E-mail: [email protected] Internet: www.hetutrechtsarchief.nl

Provinciale Commissie Utrecht Bond Heemschut Contactpersoon: Hein Kuiper

Mijzijde 49, 3471 GP Kamerik Telefoon: 0348-401435 E-mail: [email protected] Internet: www.heemschut.nl/utrecht

Secties Cultuurhistorie en Monumenten van de gemeente Utrecht  Contactpersoon: René de Kam

Zwaansteeg 11, 3511 VG Utrecht Telefoon: 030-2863990

E-mail: [email protected] Internet: www.utrecht.nl/cultuurhistorie

Foto omslag: Woerden 1630Grafisch ontwerp www.ontwerpkantoor.nl Druk RotoSmeets GrafiServices ISSN 1571-442X

GM KWADRAAT JAARGANG 8 n

uM

Mer

32 WINTER 2008

Page 3: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

Het Utrechts Archief  |   16

Het is winter en wellicht heeft u weinig zin om erop uit te trekken. In deze GM2 vindt u genoeg interessant leesvoer

voor een middagje bij de kachel. In de eerste plaats natuurlijk de bijdragen van Het Utrechts Archief over onder an-

dere een prentenboek over de stad rond 1900; de sectie cultuurhistorie en monumenten van de Gemeente Utrecht

bericht over de restauratie van huizen langs de Jan van Scorelstraat, die dateren uit 1919, ongeveer uit dezelfde

tijd dus, en ook over de vondst van een stuk van de Romeinse Limes in, verrassend genoeg, Kanaleneiland; en de

Bond Heemschut maakt zich sterk voor wederopbouwarchitectuur. Er zijn voorts voldoende aanknopingspunten

voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel

over het gebruik van oude en historische kaarten, die u natuurlijk in gedigitaliseerde vorm kunt bekijken, bijvoor-

beeld in een van de Regionaal Historische Centra in onze provincie. De laatste stand van zaken vindt u in het artikel

over dit onderwerp.

Als u na uw naspeuringen in het archief toch de aandrang voelt om buiten poolshoogte te gaan nemen, neem dan

ook eens een kijkje bij een van de bijzondere sprengenbeken die onze provincie rijk is. In de webpeiling ten slotte,

vragen wij of u vindt dat de Nationale Canon verplichte lesstof moet worden in het onderwijs. Landschap Erfgoed

Utrecht organiseerde op 29 oktober de ‘Canonkaravaan’ in Utrecht en proefde naast enthousiasme ook enige terug-

houdendheid bij de docenten. Wij zijn benieuwd naar uw mening! De redactie

GMG M  KWADRAAT  T IJDSCHRIFT OVER GESCHIEDENIS GEOGRAFIE  MONUMENTEN MUSEA

Page 4: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

4

GM KWADRAAT GESCHIEDENIS GEOGRAFIE MONUMENTEN MUSEA

Han

s R

enes

Un

ive

rsit

eit

Utr

ech

t

op de Veluwe tientallen sprengen gegraven, die in het

midden van de achttiende eeuw meer dan 150 water-

molens aandreven. Nadien zijn veel molens verdwenen,

maar zijn de sprengenbeken hergebruikt om fonteinen

en andere waterwerken in tuinen en parken van water te

voorzien. Voor dat laatste doel werden ook enkele nieuwe

sprengen gegraven. De Veluwse sprengen krijgen de

laatste jaren veel aandacht, onder meer door de bemoei-

enis van de actieve Stichting tot Behoud van de Veluwse

Sprengen en Beken. Op verschillende plaatsen zijn de

laatste jaren sprengenbeken opgeknapt en zijn zelfs ver-

dwenen sprengenbeken gereconstrueerd.

De sprengen op de Utrechtse Heuvelrug zijn minder

bekend. Toch liggen er ook hier een aantal – op dit

moment zijn er negen bekend – en is ook hier de laat-

ste jaren meer aandacht gekomen voor deze waterwer-

ken. Nadat de landschapsarchitect F.J. Haver Droeze al

in 1985 een eerste inventarisatie had gemaakt, volgde in

2005 een rapport van Grontmij/Aquasense. Het laatste

rapport vormde de basis voor de restauratieplannen die

Wat zijn sprengen(beken)? De term ‘spreng’ be-

tekent oorspronkelijk gewoon bron. We gebruiken het

woord tegenwoordig echter als een aanduiding voor

gegraven bronnen, die hun water leveren aan eveneens

kunstmatige beken die we sprengenbeken noemen. We

vinden ze in de Nederlandse stuwwallen, zandlichamen

die tijdens de voorlaatste ijstijd (het Saalien, ca 200.000-

ca 130.000 jaar geleden) door landijs zijn opgeworpen.

In dergelijke zandlichamen volgt het grondwater het

reliëf, wat wil zeggen dat een doorsnede van de heuvel

een bolliggende grondwaterspiegel toont. Wie dus in

de heuvel een horizontale sleuf graaft, zal vroeg of laat

water aantreffen. Dat water kan worden gebruikt om

watermolens aan te drijven, maar ook om huisgrachten

en vijvers te voeden.

Het graven van sprengen is begonnen op de Veluwe.

De oudste exemplaren liggen voor zover bekend achter

Paleis Het Loo: de zogenaamde Oude Sprengen, die

moeten zijn gegraven in 1517 toen ter plekke drie nieuwe

watermolens zijn gebouwd. In de eeuwen daarna zijn

Sprengen bekenVAN DE UTRECHTSE HEUVELRUGBij de Utrechtse Heuvelrug stellen de meeste mensen zich een gebied voor van droge, zandige heuvels.

Toch hangt een van de meest boeiende landschapselementen juist samen met water. Op de zuidwes-

telijke helling van de Heuvelrug vinden we een hele serie zogenaamde sprengenbeken, die ooit door

mensen zijn aangelegd om water aan te voeren voor parkvijvers. In deze bijdrage gaan we deze beken

wat nader bekijken.

Sprengenbeken hebben een vaste opbouw. Het begin is de sprengkop, de plek waar het water uit de heuvel komt. Om het contactoppervlak zo groot mogelijk te maken, is dit vaak een ronde vijver. Vanaf de sprengkop loopt het water door een gegraven sloot naar de vijvers van het park en van daaruit verder om uiteindelijk uit te monden in een van de weteringen in het lage gebied ten zuidwesten van de Heuvelrug. Naar: Haver Droeze, 1985.

Page 5: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

5

NUMMER 32 WINTER 2008

landschap, zijn de Utrechtse sprengen alle aangelegd als

deel van een plezierlandschap. Vanaf het begin dien-

den ze om water aan te voeren voor vijvers en andere

waterpartijen op de buitenplaatsen van de Stichtse Lust-

warande. De aanleg van die buitenplaatsen begon pas

goed in de loop van de achttiende eeuw en bereikte een

hoogtepunt in de negentiende. De Utrechtse sprengen

dateren uit die twee eeuwen.

In de aanleg van de sprengen kunnen we twee fasen on-

derscheiden, die samenhangen met de ontwikkeling van

de parkaanleg. In de eerste fase, die duurde tot het eind

van de achttiende eeuw, werden de meeste parken aan-

gelegd in geometrische stijlen. De achttiende-eeuwse

geometrische tuinen werden gekenmerkt door rechte

lijnen, vooral in de vorm van lange lanen die soms in

één punt bij elkaar kwamen: een zogenaamde ganzen-

sindsdien zijn uitgevoerd. In april 2008 werd in Rijsen-

burg de Ton van Zeijts Sprengenwandeling gepresen-

teerd, genoemd naar de bewoner van Driebergen die

zich meer dan wie ook heeft ingezet voor het herstel van

de sprengen in Driebergen en omgeving.

In dit artikel geven we een beknopt overzicht van de

sprengen op de Utrechtse Heuvelrug. Daarbij zal blijken

dat die Utrechtse sprengen een eigen groep vormen.

Ze zijn om andere redenen aangelegd dan de meeste

Veluwse. Daardoor is ook de periode van aanleg en de

ligging in het landschap anders.

Beken in geometrische parken Op de Utrechtse

Heuvelrug zijn nooit watermolens aangedreven door

sprengenbeken. Waar de Veluwse sprengenbeken de

basis vormden voor de ontwikkeling van een industrieel

Sprengen beken

linksboven: De Koekenpan op een ansichtkaart uit de periode 1900-1905 (HUA Collectie Beeldmateriaal 10075). rechtsboven: De watertjes in het bos vormden een vast onderdeel van een wandeling. De Acaciavijver op een ansichtkaart van ca 1906 (HUA Collectie Beeldmateriaal 10081). linksonder: De Zwitserse Brug in 1905-1910. Van Oosthuyse, die in het begin van de 19e eeuw op het landgoed Sparrendaal woonde, noemde de brug ‘pont Mechaux’ (brug der slechtheid), wat nog lang voortleefde als ‘Duivelsbrug‘ (HUA Collectie Beeldmateriaal nr 10119). rechtsonder: Een tekening van H. Numan uit 1792 toont de Acaciavijver en is de oudst bekende afbeelding van deze spreng (RUL Prentenkabinet PK 1711).

Page 6: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

6

De meeste Utrechtse sprengen behoren tot deze land-

schappelijke fase. De Kraaijbeekerspreng (Driebergen),

de spreng van Broekhuizen (Leersum) en waarschijn-

lijk die van Beerschoten (De Bilt) zijn in het begin van

de negentiende eeuw gegraven. Nadien kwamen nog

sprengen tot stand bij de buitenplaatsen Vollenhove

(De Bilt), Beukenstein (Driebergen) en Hydepark (Doorn).

In de negentiende eeuw bood het reliëfrijke landschap

van de Utrechtse Heuvelrug bij uitstek mogelijkhe-

den om de modieuze belangstelling voor de Alpen een

plaats te geven in de eigen tuin. De naam van restau-

rant Klein-Zwitserland maakt deze visie op het Heuvel-

ruglandschap duidelijk. Nog sprekender is de Zwitserse

Brug, een houten brug over de Kraaijbeekerspreng. De

brug verbindt twee opgeworpen heuvels aan weerszij-

den van de beek, wat de indruk geeft dat de brug over

een diep dal is gelegd. Het aangelegde berglandschap

genoot, gezien het grote aantal foto’s dat ervan bestaat,

een grote populariteit.

Ook in deze latere fase kunnen we in een enkel geval

vermoeden dat een ontwerper een idee heeft opgedaan

bij de ene buitenplaats en vervolgens toegepast op een

andere. Zo weten we dat de architect H. Copijn tussen

1850 en 1870 het park van Pavia ontwierp en daarbij ge-

bruik maakte van de oude sprengenbeek van Hoog Beek

en Royen. Dezelfde architect ontwierp rond 1885 het

park van Hydepark in Doorn, met de laatste sprengen-

beek die op de Heuvelrug is aangelegd.

Het bijzondere van Utrechtse sprengenbekenDe oorspronkelijke functie van de sprengenbeken ver-

klaart een deel van de kenmerken. Bij sprengenbeken

die, zoals het overgrote deel van de Veluwse beken, zijn

aangelegd om watermolens aan te drijven, ging het niet

alleen om de hoeveelheid water. Voor iedere molen was

een hoogteverschil van enkele meters nodig. Hoe steiler

de helling, hoe meer molens er op korte afstand achter

elkaar konden worden gebouwd. De Veluwse sprengen-

beken liggen daarom steeds op de steile hellingen van

de stuwwal. De Veluwse beken zijn voorts relatief smal

en lopen zoveel mogelijk recht door het landschap.

De parkbeken op de Utrechtse Heuvelrug wijken op al

deze punten af. Om te beginnen zijn de waterhoeveel-

heden in de Utrechtse Heuvelrug kleiner dan in het veel

grotere Veluwemassief. Daarnaast liggen de buiten-

plaatsen van de Stichtse Lustwarande bijna allemaal

onderaan de flauwe zuidwesthelling van de stuw-

wal. De sprengenbeken liggen daardoor vlakker in het

landschap en stromen langzaam. Tegelijk zijn zeker de

sprengenbeken uit de landschappelijke fase breder en

voet. Een mooi voorbeeld zien we in de buitenplaats

Oud Beek en Royen in Zeist, die omstreeks 1730 moet

zijn aangelegd. Enkele lanen en sprengen vormden de

belangrijkste structuurelementen in de aanleg van deze

buitenplaats en later van twee buitenplaatsen (Hoog

Beek en Royen en Pavia) die in de negentiende eeuw

van Oud Beek en Royen zijn afgesplitst.

De sprengen van Oud Beek en Royen zijn de oudst be-

kende van de Utrechtse Heuvelrug. Ze kunnen zelfs al

dateren van vóór de stichting van de buitenplaats: op

oude kaarten is te zien dat ze ook de grachten van Slot

Zeist voedden. Ze zouden daarom zelfs kunnen date-

ren uit de aanlegperiode van de tuinen van dat slot, dus

uit de periode 1677-1682. In dat geval zouden we zelfs

een verband kunnen vermoeden tussen de Utrechtse

sprengen en de Veluwse. Slot Zeist is gebouwd door

Willem-Adriaan van Nassau-Odijk, een achterneef van

stadhouder-koning Willem III die in diezelfde jaren be-

zig was met de aanleg van de tuinen van Het Loo bij

Apeldoorn. Bij de laatste aanleg is veelvuldig gebruik

gemaakt van zowel bestaande als nieuw gegraven

sprengen.

De sprengenbeken uit deze eerste fase moeten zijn

aangelegd in een open heidelandschap, waarin de bo-

menlanen van de oudste buitenplaatsen van verre zicht-

baar waren. Dat de Utrechtse burgemeester Jacob van

Berck in 1754 zijn nieuwe huis Sper en Dal (Sparrendaal)

noemde, wijst erop dat naaldbomen nog een uitzonde-

ring vormden, maar maakt tegelijk duidelijk dat de be-

bossing van de Heuvelrug toen al volop bezig was. Van

Berck liet waarschijnlijk de sprengenbeek van Sparren-

daal graven om water naar zijn buitenplaats te brengen.

Behalve de genoemde is ook de kaarsrechte spreng

die bekend staat als het Lekkere Watertje en die begint

bij de bronvijver ‘De Fles’, aangelegd in de achttiende

eeuw. Ook deze behoort nog tot de geometrische fase.

Sprengen in landschappelijke parken De tweede fase begint tegen het eind van de achttien-

de eeuw. De tuinen die nadien zijn aangelegd, worden

gekenmerkt door landschappelijke vormen. De nieuwe

parken bestonden uit grasvelden met verspreide boom-

groepen en brede, gebogen waterpartijen. De parken

werden vooral wandelend beleefd, waarbij doorkijkjes

en uitzichtheuvels aan de beleving bijdroegen.

GM KWADRAAT GESCHIEDENIS GEOGRAFIE MONUMENTEN MUSEA

De sprengen van Beek en Royen, ingetekend op de netteke-ning van de Topographische en Militaire Kaart uit ca 1840. De cijfers geven de buitenplaatsen Oud Beek en Royen (1), Hoog Beek en Royen (2) en Pavia (3; bestond nog niet toen deze topografische kaart werd getekend).

Page 7: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

7

Utrechtse sprengen rechtvaardigen hun behoud. Daar-

bij vormen ze met hun interessante verhalen en fraaie

plekjes een verrijking van het verder nogal droge land-

schap van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Het

is dan ook toe te juichen dat er de laatste jaren aandacht

is voor deze bijzondere landschapselementen. •

daardoor veel nadrukkelijker in het landschap aanwezig.

Veel Utrechtse sprengen beginnen in een grote vijver en

lopen vandaar als brede, kronkelende en traag stromen-

de rivieren door het park.

Als waterpartijen werden de Utrechtse sprengenbeken

al vroeg gewaardeerd, zoals blijkt uit de grote aantal-

len ansichtkaarten en andere foto’s. De meeste bewo-

ners en vakantiegangers moeten de waterlopen hebben

gekend, al waren ze zich waarschijnlijk niet bewust van

de oorsprong ervan. De bijzondere kenmerken van de

L I T e R a T U U R

- Blijdenstijn, R. (2005). Tastbare tijd; cultuurhistorische atlas van de provincie Utrecht. Provincie Utrecht, Utrecht.

- Gaasbeek, F. & S. van Ginkel-Meester (1996). Driebergen-Rijsenburg; geschiedenis en architectuur. Kerckebosch,

Zeist (Monumenten-Inventarisatie Provincie Utrecht 17).

- Groningen, C.L. van (1999). De Utrechtse Heuvelrug; De Stichtse Lustwarande: buitens in het groen. Waanders, Zwolle / RDMZ,

Zeist (De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst).

- Grontmij | AquaSense (2005). Herstel sprengen Utrechtse Heuvelrug: vooronderzoek en voorstel uitvoeringsgerichte maatregelen.

In opdracht van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Rapportnummer: 05.2402.

- Haver Droeze, F.J., m.m.v. J. Heij (1985). Kwaliteitsaspecten van water op buitenplaatsen en landgoederen in zuid-oost Utrecht: een onderzoek

naar de integrale relatie en kwaliteiten van de cultuurhistorische, de landschappelijke, de ecologische en de cultuurtechnische aspecten van

oppervlaktewater op en nabij buitenplaatsen en landgoederen in het landschappelijk overgangsgebied van de zuid-westflank van de Utrechtse

Heuvelrug. Amersfoort.

- Menke, H., H. Renes, G. Smid & P. Stork m.m.v. J. Meijer (2007). Veluwse beken en sprengen; een uniek landschap. Matrijs, Utrecht.

NUMMER 32 WINTER 2008

Overzichtskaart van de sprengenbeken op de Utrechtse Heuvelrug. Deels gebaseerd op gegevens van Haver Droeze (1985) en Grontmij/AquaSense (2005).

Page 8: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

8

GM KWADRAAT GESCHIEDENIS GEOGRAFIE MONUMENTEN MUSEA

Fran

k va

n R

oo

ijen

RH

C R

ijn

stre

ek

en

Lo

pik

erw

aard

Enkele jaren geleden werd deze constatering nogmaals

gedaan voor de gemeenten Lopik, Oudewater en IJssel-

stein, hoewel die al vanaf 1987 gedrieën samenwerkten

in de Samenwerking Archiefzorg Lopikerwaard. Daarop

bleef het stil, totdat deze gemeenten zelf in 2007 bij

het Streekarchief Rijnstreek in Woerden aanklopten. Dit

streekarchief had in haar bestaan als interprovinciale ar-

chiefdienst haar sporen inmiddels verdiend. Zou aanslui-

ting van de Lopikerwaard de archiefzorg ook hier naar

een hoger plan kunnen tillen? Het haalbaarheidson-

derzoek wees erop dat Lopik, Oudewater en IJsselstein

zouden gaan beschikken over een archivaris. De grote

verbetering van de dienstverlening aan het publiek was

het meest in het oog springende, dat door de samen-

werking binnen handbereik kwam te liggen. Begin 2008

konden bestuurlijk de knopen worden doorgehakt en

zo werd het werkgebied van het Streekarchief Rijnstreek

fors vergroot. Een nieuwe naam bracht dit tot uitdruk-

king: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard.

Samenwerking Bijna al onze kennis over het verle-

den is gebaseerd op archieven. Archiefdiensten hebben

zich ontfermd over deze schatten en stellen vele be-

langstellenden in staat het verleden in te duiken. Toch

kent ook het archiefwezen haar zorgenkindjes. Niet ie-

dere gemeente beschikt over een archivaris. Zo liet de

archiefzorg in het zuidwesten van de provincie Utrecht

te wensen over. Decennialang werd er gepraat over het

zo vurig gewenste sluitend net van archiefdiensten. Het

bleek in deze regio een zaak van lange adem. Tekenend

was de uitspraak van de burgemeester van Harmelen: hij

zei dat hij toch niet vanwege de mooie blauwe ogen van

de provinciaal archiefinspecteur aansluiting zou zoeken

bij een streekarchief! Sommige gemeenten, waaron-

der Harmelen, kwamen door gemeentelijke herindelin-

gen alsnog bij een volwaardig streekarchief. In andere

plaatsen werd de gewenste situatie niet bereikt, alle in-

spanningen om handen en voeten te geven aan het pro-

vinciaal beleid ten spijt.

RHCRIJNSTREEK EN LOPIKERWAARDOp 22 juni 2008 ging in Woerden het Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard of-

ficieel van start. Bestuurders van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en de gemeenten

Bodegraven (ZH), Lopik, Montfoort, Oudewater, Reeuwijk (ZH), Woerden en IJsselstein bezegelden hun

samenwerking op het gebied van archiefzorg. Hoogste tijd voor een nadere kennismaking.

Bestuurders van de deelnemende gemeenten en het Hoogheemraadschap bezegelden de oprichtingsakte van het RHC. Personen die hierop staan v.l.n.r.: H.W. Schmidt (burgemeester van Woerden); G.W. van Veelen (wethouder van Bodegraven); G.J. Spelt (wet-houder van Lopik); M.C.A.A. Ruigrok-Verreijt (burgemeester van Oudewater); E.L. Jansen (burgemeester van Montfoort); T.G.H.J. de Jong (hoogheemraad van De Stichtse Rijnlanden); M.C. Overkamp-van den Berg (wethouder van IJsselstein).

Page 9: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

9

NUMMER 32 WINTER 2008

RHC Rijnstreek en LopikerwaardPostbus 45, 3440 AA Woerden

Bezoekadres: De Bleek 2 te Woerden (zij-ingang stadhuis)

Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 16.30 uur

en (m.u.v. juni-augustus) de eerste dinsdag van de maand

van 19.00 tot 21.30 uur.

Internet: www.rhcrijnstreek.nl

E-mail: [email protected]

Telefoon: 0348-428846

rechtsboven: Bladzijde uit het doopboek van Montfoort betreffende 1747. De pastoor vermeldt onder de doopinschrijvingen een dijkdoorbraak en het uitroepen van de Prins van Oranje (Willem IV) tot stadhouder. boven: Ingekleurde stadsplattegrond van Woerden (ca. 1630).

voor waardevolle archieven. Daarnaast zijn er interes-

sante archieven van dorpsbesturen, kerken, verenigin-

gen, bedrijven en andere organisaties. Afge lopen zomer

zijn vanuit Het Utrechts Archief ook de oud-rechterlijke

en notariële archieven alsmede de doop-, trouw- en

begraaf boeken van de Lopikerwaard naar Woerden

archieven Het werkgebied van het RHC Rijnstreek

en Lopikerwaard kent een boeiende geschiedenis. Dwars

door het gebied liep de grillige grens tussen Holland en

het Sticht Utrecht. De Baronie van IJsselstein kende een

status aparte. De vier oude steden Woerden, Oude water,

Montfoort en het al genoemde IJsselstein staan borg

Page 10: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

10

en wetenswaardigheden die het verleden van de eigen

plaats of familie tot leven brengen. Wat te denken van de

inspanningen van de baljuw van Woerden om de moorde-

naar Johan Heinrich Himmelgarden, die in 1805 ter dood

werd veroordeeld, tot een teken van berouw te bewe-

gen? Of de pastoor van Montfoort die in het doopboek

aantekening bijhield van dijkdoorbraken, veeziekten, po-

litieke gebeurtenissen en bijzondere natuurverschijnselen

als kometen? Of Jan Boogh, de poortwachter van Oude-

water, die in zijn dagboek de voorvallen optekende die

zich overdag en in de nachtelijke uurtjes voordeden bij de

Broekerpoort? Stuk voor stuk staan deze personen aan de

wieg van pareltjes van archiefstukken, die samen met de

overgebracht. De voor onderzoek prachtige water-

schapsarchieven waren al in Woerden, omdat het

Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden al bij het

Streekarchief was aangesloten. Overigens bestrijkt het

Hoogheemraadschap grofweg de gehele zuidkant van

de provincie Utrecht, zodat het RHC ook bijvoorbeeld de

archieven van waterschappen in het Kromme Rijngebied

beheert. De archieven van alle genoemde instanties

hebben in totaliteit een omvang van 5 kilometer. Op de

studiezaal kunnen zij in samenhang met elkaar geraad-

pleegd worden. Dat heeft een belangrijke meerwaarde.

Samen geven zij een goed beeld van het verleden.

De archieven hebben nog lang niet al hun geheimen

prijsgegeven. Vele grote lijnen in de plaatselijke ge-

schiedenis zijn nog niet getrokken. Er lopen wel diverse

onderzoeken, bijvoorbeeld naar de geschiedenis van

IJsselstein in de 18e eeuw en in opdracht van het Hoog-

heemraadschap de geschiedenis het Groot-Waterschap

van Woerden. Maar de streekgeschiedenis kent nog veel

onontgonnen terrein.

De aandacht van de meeste archiefonderzoekers gaat

uit naar de kleine geschiedenis, behapbare onderwerpen

GM KWADRAAT GESCHIEDENIS GEOGRAFIE MONUMENTEN MUSEA

links: Tekeningen van gebouwen in Benschop uit 1864 met de plaats waar de peilbouten voor waterpassing zijn aangebracht. (archief waterschap Benschop)

onder: Het RHC heeft een omvangrijke fotocollectie. Hier een ansicht van de korenmolen van Harmelen.

rechts: Lijst van inwoners van Oudewater uit 1622 die de Spaanse inname van de stad in 1575 hadden

meegemaakt. Zij ontvingen van de Staten van Holland jaarlijks een uitkering.

Page 11: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

11

onderzoeker graag ziet, zoals akten van indemniteit

en namen uit notariële akten. Binnenkort zijn alle be-

volkingsregisters digitaal van het gehele werkgebied

in 1850-1880. Maar bewust zijn hier voor andere onder-

zoekers ook de raadsnotulen van gemeenten als Lopik

en Jaarsveld toegankelijk gemaakt. De diversiteit aan ar-

chieven komt tot uitdrukking in het archievenoverzicht.

De ansichten en foto’s op de site worden aangevuld

met afbeeldingen uit de Lopikerwaard. Via www.rhcrijn-

streek.nl zijn ook oude kranten in te zien. Anders dan de

naam doet vermoeden, bestrijken de Woerdense kran-

ten met het nieuws van vóór de Tweede Wereldoorlog

vrijwel het hele werkgebied van het RHC. Het kranten-

nieuws van 1925-1965 is volledig doorzoekbaar. Tot slot

zijn er op de site nu al vele onderwerpen beschreven

uit de plaatselijke geschiedenis van alle dorpen, steden

en waterschappen. Scholieren maken hier dankbaar ge-

bruik van voor hun werkstuk dat eigenlijk gisteren al af

had moeten zijn.

Dit alles moge illustreren dat het RHC voor alle doelgroe-

pen vakkundig en met groot enthousiasme werkt met de

bronnen die ons vertellen over het boeiende verleden

van Zuid-West Utrecht. U bent van harte welkom! •

uitgebreide foto- en krantencollectie van het RHC kleur

geven aan de streekgeschiedenis.

Historisch Informatiecentrum Archiefdiensten

zijn alom uitgegroeid tot historische informatiecen-

tra. Hun taken gaan verder dan alleen het krachtens de

Archiefwet bewaren en beschikbaar stellen van de ar-

chieven. Zonodig wordt er samengewerkt met andere

partners in het culturele veld. De naamswijziging van het

zo vertrouwd klinkende streekarchief naar Regionaal His-

torisch Centrum onderstreept de actieve rol van de mo-

derne archiefdienst en betrokkenheid bij alles wat er op

historisch gebied speelt in de regio. Het Streekarchief van

Woerden had al een traditie op het gebied van educatie

voor met name het voortgezet onderwijs. Vermeldens-

waard is het succesvolle project “Woerden in de Tweede

Wereldoorlog”, dat destijds in samenwerking met het Erf-

goedhuis is opgezet. Dergelijke initiatieven zullen op ter-

mijn ook richting de Lopikerwaard worden ontwikkeld.

Hetzelfde geldt voor de samenwerking met historische

verenigingen, V.V.V.’s, musea en andere organisaties die

actief zijn op het gebied van de cultuurhistorie.

De achterstanden in de Lopikerwaard hebben voorlopig

nog hun weerslag voor de dienstverlening. Toveren kan

het RHC niet, maar de insteek is om zo snel mogelijk voor

het gehele werkgebied dezelfde service te kunnen bie-

den. Bezoekers weten de weg goed te vinden naar de stu-

diezaal van het RHC, dat gevestigd is in het Stadhuis van

Woerden. Onder hen vormen de genealogen die op zoek

zijn naar de eigen familiegeschiedenis een grote groep.

Nadrukkelijk wenst het RHC ook andere doelgroepen te

bedienen en te enthousiasmeren voor de streekhistorie.

De website is volop in ontwikkeling en een forse uitbrei-

ding staat nog voor dit jaar gepland. Op de huidige site

staan enerzijds indexen die met name de stamboom-

De archiefwereld is sterk in beweging. Veel gemeenten werken nu samen waar het gaat om het bewaren en ontsluiten

van hun oude archieven. Hierdoor ontstaan Regionaal Historische Centra. Het eerste RHC in de provincie was Het Utrechts

Archief, dat is ontstaan uit een fusie tussen het Utrechtse Gemeente- en Rijksarchief. Verder zijn in Amersfoort, Wijk bij

Duurstede en Breukelen reeds RHC’s ontstaan of in ontwikkeling. In Wijk bij Duurstede en Breukelen worden nieuwe

depots gebouwd om de archieven van omringende gemeenten onder te kunnen brengen.

Naast de archiefwettelijke taken besteden de RHC’s ook veel aandacht aan de publiekskant. Er wordt steeds meer

vraaggericht gewerkt en ook educatie en cultuurhistorie krijgen een meer prominente plaats. In Amersfoort is Archief

Eemland bijvoorbeeld betrokken bij de inrichting van het Historisch Informatie Punt (HIP) in de Openbare Bibliotheek.

Archief Eemland ziet dit als voorpost; bezoekers van het HIP die méér willen, kunnen doorstromen naar het archief.

Over enkele jaren ook letterlijk: dan zitten beide in hetzelfde gebouw, het Huis aan de Eem, waar ook meer ruimte zal

zijn om scholieren te ontvangen. In Breukelen zal binnenkort eveneens een multifunctioneel gebouw worden geopend,

waarin het streekarchief, een school voor voortgezet onderwijs, de bibliotheek en de muziekschool een plek krijgen. De

RHC’s worden onder andere gesubsidieerd door de Provincie Utrecht. Er zijn ook plaatsen in de provincie, zoals Zeist en

Veenendaal, die er voor hebben gekozen om hun eigen gemeentelijke archiefdienst te behouden.

NUMMER 32 WINTER 2008

Ansicht uit 1927 van de Joncheerelaan te Harmelen met daarvoor v.l.n.r. Willem de Haan met zijn dochter Aagje en Cor Delvaux met zijn moeder.

Mie

ke H

eurn

eman

Lan

dsc

hap

Erf

go

ed

Utr

ech

t

Page 12: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

12

GM KWADRAAT GESCHIEDENIS GEOGRAFIE MONUMENTEN MUSEA

Toli

en W

ilm

er H

et

Utr

ech

ts A

rch

ief

Het Utrechts Archief toont de komende maanden (22

november 2008 – 28 februari 2009) de mooiste hiervan

in de tentoonstelling Utrecht rond 1900 door de ogen

van Anthony Grolman. Daarbij verschijnt het prachtig en

rijk geïllustreerde boek Grolmans Utrecht. De stad rond

1900, geschreven door Jetty en Paul Krijnen.

Vakmanschap Anthony Grolman was opgeleid als

ambachtsman; zijn kunstenaarschap kwam pas later tot

ontwikkeling. Over zijn opleiding is alleen bekend dat hij

in 1864 en 1865 de kunstnijverheidsscholen van Neuren-

berg en Berlijn heeft bezocht en dat hij in Duitsland de

HET UTReCHT VAN

Rond 1900 veranderde het stadsbeeld van Utrecht in-

grijpend. De straten, de huizen, bedrijven en winkels;

ze werden vergroot, verkleind, of moesten soms plaats

maken voor nieuwe plannen. De Utrechtse kunstenaar

anthony everhardus Grolman (1843-1926) bracht de

stad in deze tijd treffend in beeld. In heldere kleuren en

met veel oog voor detail maakte hij honderden aquarel-

len van karakteristieke plaatsen in de stad.

anthony Grolman

Anthony Grolman op 21-jarige leeftijd tijdens zijn opleiding in Neurenberg in 1864/65. Hij heeft deze litho zelf gemaakt naar een door J.D. Huibers getekend portret.

Anthony Grolman op latere leeftijd, gefotografeerd door Francis Kramer in 1917.

Page 13: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

1313

anthony Grolman

Gedeelten van de tegelvloer in de refter van de St.-Paulusabdij – thans het auditorium van Het Utrechts Archief – aangetroffen tijdens de verbouwing van 1840. Grolman maakte in 1877 een kleurenlitho van zijn reconstructietekening, gebaseerd op tekeningen in de collectie van professor H. Snellen en in het Centraal Museum bewaarde vloerfragmenten.

NUMMER 32 WINTER 2008

Page 14: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

Maa

rten

Lem

men

s m

ed

ew

erk

er

He

t U

tre

chts

Arc

hie

f

14

GM KWADRAAT GESCHIEDENIS GEOGRAFIE MONUMENTEN MUSEA

bekend geworden. Ook veel van de getekende stads-

gezichten zijn in opdracht gemaakt. Daarnaast heeft hij

veel schilderijen en tekeningen van landschappen ge-

maakt en is zijn werk meermaals op tentoonstellingen

geëxposeerd. Zijn losse, impressionistische manier van

werken viel bij zijn tijdgenoten in de smaak. Grolman is

gedurende zijn hele werkzame leven lid geweest van het

kunstenaarsgenootschap Kunstliefde en heeft een actie-

ve rol gespeeld in de Utrechtse kunstwereld.

Documentalist van een veranderend stads-beeld Anthony Grolman leefde in een tijd waarin het

stadsbeeld van Utrecht snel veranderde. De provincie-

hoofdstad werd een steeds belangrijker knooppunt van

spoor-, land- en waterwegen. Veel winkels en waren-

huizen werden verbouwd tot grote panden en het toe-

nemende inwonertal noopte tot de aanleg van nieuwe

buitenwijken.

Grolman heeft in enkele honderden tekeningen veel on-

derwerpen in zijn stad afgebeeld die gingen veranderen.

Dat maakt hem tot een belangrijke documentalist die

liet zien hoe Utrecht er rond 1900 uitzag. Vanaf de twee-

de helft van de negentiende eeuw was de fotografie in

opmars, het medium bij uitstek om veranderende stads-

beelden vast te leggen. Ook Grolman heeft zich af en toe

aan deze nieuwe techniek gewaagd zoals meer kunst-

schilders uit zijn tijd dat deden, maar zijn foto’s waren

vooral bedoeld als geheugensteun voor een tekening.

nieuwste grafische ontwikkelingen heeft leren kennen.

Hij beheerste vele grafische en tekentechnieken, een

veelzijdigheid die van pas kwam in zijn eigen drukkerij

waar hij de meest uiteenlopende opdrachten uitvoerde.

Enkele voorbeelden daarvan zijn op de tentoonstelling

te zien, zoals zijn reconstructietekening van gedeel-

ten van de middeleeuwse tegelvloer in de refter van de

St.-Paulusabdij - thans het auditorium van Het Utrechts

Archief. De vele uitnodigingen, menukaarten, diploma’s,

promotieprenten en andere gelegenheidswerken die

zijn atelier verlieten, zijn allemaal door hem getekend

en gelithografeerd. Zijn belangstelling voor de geschie-

denis van Utrecht leidde ook tot het illustreren van het

boek van H.J. Broers, Utrecht, Historische wandelingen,

uitgegeven in 1874 en het ontwerpen van de kostuums

voor de studentenmaskerade van 1896.

Vanwege de opdrachten die hij ontving van prins Hen-

drik, een broer van koning Willem III, mocht hij zich zelfs

hoflithograaf noemen. Opmerkelijk is zijn dienstverband

met de Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht dat

een halve eeuw heeft geduurd. Gedurende zijn hele

werkzame leven heeft hij in opdracht talloze familiewa-

pens, zegels van oorkonden en gebouwen in bezit van

de Orde gelithografeerd.

Kunstschilder en tekenaar Naast zijn minutieuze

werk aan zijn opdrachten voor grafisch werk heeft An-

thony Grolman veel getekend. Vooral als tekenaar is hij

De westzijde van het Janskerkhof met de ingang van de Lange Jansstraat in 1896. Het hoekhuis rechts (Janskerkhof 25) en de aangren-zende huizen aan de Lange Jansstraat werden later in dat jaar afgebroken. Een groot gebouw met winkels en woonhuizen kwam ervoor in de plaats. Het winkelpand met het grote rondboogvenster links is veel later afgebroken om de Lange Jansstraat te kunnen verbreden.

Page 15: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

NUMMER 32 WINTER 2008

die hij tot het eind van zijn leven bijhield. Deze topo-

grafische atlas, bestaande uit zeven series, ingedeeld

volgens de wandelingen in het boek van H.J. Broers,

bestaat voornamelijk uit prentbriefkaarten. Daarnaast

zijn er foto’s opgenomen en schetstekeningen, veelal

van stadgezichten waarvan hij ook een uitgewerkte te-

kening maakte. De meeste afbeeldingen zijn voorzien

van geschreven informatie over het onderwerp van de

afbeelding. Een enkele keer staat er een misprijzend

commentaar bij een nieuw gebouw dat voor een ver-

trouwde locatie in de plaats kwam. Dat mag echter niet

tot de conclusie leiden dat Grolman zijn documentaire

tekeningen vooral maakte om de herinnering te bewa-

ren aan hoe het was voordat het definitief ging veran-

deren. Anders zou hij niet zoveel tekeningen van de

nieuwe situatie hebben gemaakt. •

De meeste van zijn aquarellen zijn gemaakt in opdracht

van mr. W.H. baron Taets van Amerongen (1830-1898)

met wie Grolman zijn belangstelling voor de stad en

haar verleden gemeen had. Deze aquarellen zijn na de

dood van Taets van Amerongen in de verzameling van

Het Utrechts Archief terecht gekomen. Daartoe behoort

ook een serie van 24 aquarellen van de zalen van het

Museum van Oudheden, de voorloper van het Centraal

Museum, dat tot 1889 op de tweede verdieping van het

stadhuis was gevestigd. Deze tekeningen laten zien dat

Grolman met aantoonbaar plezier een reportage heeft

gemaakt waarin de tastbare herinneringen aan de ge-

schiedenis van zijn stad in beeld zijn gebracht.

een eigen verzameling Anthony Grolman heeft

een verzameling Utrechtse stadsgezichten aangelegd

Grolman maakte mee dat in 1872 het laatste middeleeuwse gebouw van Utrecht, de Bijlhouwerstoren, werd gesloopt. Hij legde de sloop vast in een tekening, waarbij hij overigens een bestaande foto kopieerde, en maakte ook een schets van de nieuwe situatie, na de bouw van het Physisch Laboratorium in de Bijlhouwerstraat. In het jaartal op de eerste tekening heeft hij zich overigens vergist.

22 november – 28 februari 2009Tentoonstelling Utrecht rond 1900 door de ogen van Anthony Grolman.

Het Utrechts Archief, Hamburgerstraat 28, 3512 NS Utrecht. Di t/m za 10.00 uur – 17.00 uur.

Zondag 21 december 200813.30 uur – 14.30 uur: Grolmans Utrecht. Lezing door Jetty Krijnen, met aansluitend 15.00 uur

een wandeling langs plekken die door Grolman zijn geschilderd (Gilde Utrecht).

13.30 uur – 16.00 uur: Kinderworkshop Stad in waterverf.

PublicatieGrolmans Utrecht. De stad rond 1900Door Jetty en Paul Krijnen (i.s.m. Het Utrechts Archief). Uitgegeven door THOTH.

Gebonden uitgave, 22 x 28 cm, 144 pag, met 125 ilustraties in kleur. ISBN 978 90 6868 4407. Prijs € 24,90.

Page 16: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

Maa

rten

Lem

men

s m

ed

ew

erk

er

He

t U

tre

chts

Arc

hie

f

16

In de wisselexpositie over de geschiedenis van film en

bioscopen in de stad Utrecht werd ruime aandacht be-

steed aan de rol van explicateurs bij de zwijgende film.

Tussen 1910 en 1916 zijn er in Utrecht zo’n 25 explica-

teurs werkzaam geweest. Iedere explicateur had daarin

zijn eigen stijl. Louis Hartlooper, Utrechts bekendste

explicateur, was van oorsprong toneelspeler en lichtte

de films op meeslepende en theatrale wijze toe. Als we

filmadvertenties uit deze periode bekijken, valt op dat

de naam van de explicateur vaak even groot vermeld

werd als de filmtitel. Kortom: explicateurs waren een at-

tractie op zich; een reden temeer om een uitstapje naar

de bioscoop te maken.

Deze explicateurs waren het uitgangspunt van de kin-

derworkshop “Ben jij een explicateur? Een wat..?!”. Het

was aan de kinderen om in de voetsporen van bijvoor-

beeld Louis Hartlooper te treden. Als voorbereiding be-

keken zij in onze filmzaal één van de 16 historische films,

GM KWADRAAT GESCHIEDENIS GEOGRAFIE MONUMENTEN MUSEA

namelijk de zwijgende film De misstappen van een gelegen-

heidsvrijgezel. Zo konden ze alvast zien welke hulpmiddelen er

vroeger werden gebruikt om een film zonder geluid begrijpe-

lijk te maken voor het publiek. Vervolgens kregen ze uitleg op

de wisselexpositie en maakten zij kennis met Louis Hartlooper.

Vooral zijn schoenen spraken tot de verbeelding.

Daarna werd het tijd voor het echte werk! Na het bekijken van

een voorbeeld kozen de kinderen een fragment dat zij wilden

gaan uitleggen. Spannend, want het werd ook nog eens op

film opgenomen. Gelukkig hadden de kinderen geen last van

podiumvrees en legden zij de film als ware explicateurs uit. •

AAN DE SLAG IN

eenmaal per maand is Het Utrechts archief op

zondag geopend, met een speciaal program-

ma in relatie tot een tentoonstelling, een spe-

cifiek thema of in het kader van een Culturele

Zondag. Vaak is er dan ook een activiteit voor

kinderen. Op zondag 28 september organi-

seerde Het Utrechts archief in het kader van

het Nederlands Filmfestival een middag over

“Honderd jaar film en bioscopen in Utrecht”.

het archief“BEN J IJ EEN EXPLICATEUR? eeN WaT..?”

IN DE VOETSPOREN VAN LOUIS HARTLOOPER.

EEN VERSLAG.

Sam

anth

a H

assi

nk-

Bu

rbid

ge

He

t U

tre

chts

Arc

hie

f

Page 17: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

17

NUMMER 32 WINTER 2008

De archieven van het Kadaster en de Openbare regis-

ters in de Provincie Utrecht uit de periode 1832-1987 zijn

sinds enige tijd raadpleegbaar. Dit archief is een rijke bron

van informatie voor onderzoek naar de eigendomsge-

schiedenis van onroerend goed in de hele provincie. Een

deel van de registers is digitaal raadpleegbaar via een

zoeksysteem in de studiezaal. Onderzoek in de archieven

is mogelijk wanneer men beschikt over een kadastraal

nummer (gemeente, sectie, perceelnummer) of, voor de

periode 1832-1928, over de naam van de eigenaar.

Onderzoek in de archieven van het kadaster is vrij com-

plex en tijdrovend. Tijdens de cursus krijgt men een aan-

tal belangrijke tips over hoe men originele koopakten

kan achterhalen en hoe men verder kan terugzoeken in

de tijd naar vroegere eigenaren van een perceel, of juist

naar andere bezittingen van dezelfde eigenaar.

Zaterdag 24 januari en 7 februari 2009,

10.00 uur – 12.00 uur.

archiefonderzoek voor beginners Wilt u op zoek

gaan naar de geschiedenis van uw (Utrechtse) voorou-

ders, van uw huis, van de buurt of van de Nederlandse

Spoorwegen? In deze workshop wordt uitgelegd hoe u

het beste te werk kunt gaan. Hoe begint u aan zo’n zoek-

tocht, hoe zoekt u in de handbibliotheek, in de diverse

databases en in gedigitaliseerde bestanden? Ook komt

aan de orde welke informatie u wel en niet kunt ver-

wachten en op welk moment het nodig is om originele

archiefbronnen in het onderzoek te betrekken.

Datum nog nader bekend te maken. Zie website.

Paleografie In deze cursus staat het lezen van oude

schriftsoorten centraal. Iedereen die ar chiefonderzoek

(bijvoorbeeld genea logisch onderzoek) doet, krijgt bij

documenten uit de 18e eeuw of eerder met oude hand-

schriften te maken die voor een leek vaak onleesbaar

zijn. In veertien lessen wordt grondig geoefend in het

lezen van oude teksten uit de 14e tot en met de 18e eeuw.

De deelnemers ontvan gen een syllabus, waarin ook tek-

sten staan die thuis gelezen kunnen worden. Iedereen

kan deze cursus volgen, ongeacht ervaring en opleiding.

Woensdag 7 januari t/m 11 maart 2009

(14 bijeenkomsten), 15.00 – 16.30 uur.

Huizengeschiedenis Wie waren de vroegere be-

woners van uw huis? Hebben er in het verleden verbou-

wingen plaatsgevonden? Is er nog iets te vinden over

de bouw zelf? In de workshop huizenonderzoek wordt

geleerd hoe men zelf onderzoek kan doen naar de ge-

schiedenis van een huis aan de hand van bronnen zoals

foto’s, het bevolkingsregister, adresboeken, bouwteke-

ningen etc. Belangrijk is om ook ontwikkelingen in de

omgeving (straat, buurt) bij het onderzoek te betrekken.

Bij de workshop wordt gebruik gemaakt van de onder-

zoeksgids Huizen vol historie. Gids voor huizenonder-

zoek in de provincie Utrecht.

Zaterdag 10 en 17 januari 2009, 10.00 uur – 12.00 uur.

Kadaster Wilt u meer weten over de eigendomsge-

schiedenis van een huis of van een bepaald stuk grond?

Het Utrechts Archief organiseert twee cursusochtenden

over onderzoek in de archieven van het Kadaster.

links: Bouwtekening badhuis, rechts: Paleotekst

CURSUSSEN IN HET UTRECHTS ARCHIEF VOORJaaR 2009

Page 18: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

18

Bet

tin

a va

n S

ante

n C

ult

uu

rhis

tori

e/M

on

um

en

ten

Utr

ech

t

Homeopathisch Ziekenhuis (in 1989 gesloopt)

en het Militair Hospitaal (nu: asielzoekerscen-

trum en kantoor PKN Utrecht). Na de oorlog

ging het nog sneller met de bouw van Kana-

leneiland, de aanleg van het 24-Oktoberplein

en ten slotte de bouw van de nieuwe stads-

kantoren (ROVU I en II) in de jaren zestig en ze-

ventig. Het is niet verwonderlijk dat wanneer

er tegenwoordig over Welgelegen gesproken

wordt, dit meestal alleen nog het bejaarden-

tehuis betreft of dat het als naam wordt ge-

bruikt voor een gebiedje langs de Leidsche Rijn.

Maar wie een goede blik werpt op de directe

omgeving - en zeker als men er gaat wande-

len - kan een deel van het landgoed nog goed

herkennen. Het zijn met name de bomen die

hierin een hoofdrol spelen. Het meest indruk-

wekkende exemplaar staat naast het bejaar-

dentehuis aan de zijde van de Pijperlaan: de

grootste tamme kastanje van Utrecht. Aan de

zijde van de Leidsche Rijn, op het gazon vóór

het huis Welgelegen en in de aanliggende stra-

ten vinden we ook nog diverse oudere bomen,

waaronder een Japanse notenboom en een tul-

penboom. Het zijn echter de bomen áchter het

huis Welgelegen en langs het 24-Oktoberplein

die een nog veel indrukwekkender restant van

de oude buitenplaats vormen. Tussen het ver-

keersplein, het huis Welgelegen en de hoog-

bouw aan het Rachmaninoffplantsoen ligt nog

een heel bos. Er staan hier eiken met een ge-

middelde leeftijd van 100 jaar, meerdere iepen

en enkele bijzondere varianten, zoals de Fagus

Sylvatica Quercifolia, of wel een beuk met eik-

achtige bladeren. Dat de bomen deel uitma-

ken van een ontworpen aanleg, blijkt ook uit

de regelmatige afstand tussen de eiken. Maar

naast deze planmatige aanleg heeft er in de

loop der jaren spontane verjonging plaatsge-

vonden met esdoorn en linde. Heel bijzonder

is de fraaie eikenlaan die (ook nu nog) loopt

Het gebouw is al sinds de jaren vijftig van de

vorige eeuw in gebruik als tehuis voor ouderen

en werd in 1990 uitgebreid met twee vleugels.

Het zal echter voor diezelfde passanten – en

vele anderen – een verrassing zijn dat een be-

langrijk deel van het oude landgoed nog steeds

aanwezig is in de vorm van een heus ‘bos’ en

een prachtige eikenlaan.

Het landgoed gaat ten minste terug tot het be-

gin van de achttiende eeuw, toen een boerde-

rij genaamd de Oude Hofstede werd verkocht

na het overlijden van de weduwe van Willem

van Egmont van Nijenborgh, Heer van Weer-

desteyn. Het landgoed met de boerderij had

een oppervlakte van bijna 80 ha en omvatte

naast het huis nog diverse bijgebouwen, waar-

onder een hooiberg en een theekoepel. In 1803

werd de hofstede verkocht en de nieuwe eige-

naar Gerrit ’t Lam Vos liet het bestaande huis

afbreken en een nieuw huis bouwen, hetgeen

hij de naam ‘Welgelegen’ gaf. Op negentiende-

eeuwse kaarten is Welgelegen ingetekend,

samen met de nabijgelegen herberg Den Hom-

mel en de buitenplaats Rhijnlust. Iets verder

langs de Leidsche Rijn lag de buitenplaats Huis

Voorn en meer naar de bestaande stad toe lag

natuurlijk ook nog de buitenplaats Oog in Al.

In 1818 werd de herberg Den Hommel aan het

bezit Welgelegen toegevoegd. Door vererving

kwam Welgelegen aan het einde van de negen-

tiende eeuw in handen van Guillam Hendrik

van den Broeke. Hij liet het landgoed verfraai-

en, verbouwde het huis en herschiep de be-

staande aanleg in Engelse Landschapsstijl.

een eikenlaan van twee eeuwen oudDe tijd heeft sindsdien niet stilgestaan. In 1920

werden Welgelegen en Den Hommel onder-

deel van de gemeente Utrecht. Er kwam lang-

zaam maar zeker steeds meer bebouwing in

de omgeving: het vooroorlogse Oog in Al, het

Deze eikenlaan, die hoorde bij land-goed Welgelegen, is al 150 tot 200 jaar geleden aangelegd.

Page 19: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

19

NUMMER 32 WINTER 2008

vanaf de bushalte aan de Pijperlaan en langs

het fietspad van de Weg der Verenigde Na-

ties. Dat de eikenlaan ooit langer geweest is,

blijkt bijvoorbeeld uit het opmerkelijke gege-

ven dat aan de overzijde van de drukke Weg

der Verenigde Naties nog twee eiken precies in

de laanstructuur blijken te staan. De dikte van

de gemiddelde eik in deze eikenlaan geeft aan

dat de laan ongeveer 150 tot 200 jaar geleden

moet zijn aangelegd.

De bouw van de stadskantoren en de woon-

flat behoort bij de naoorlogse invulling, maar

het blijkt dat de kern van het ‘bos’ van Wel-

gelegen daarin opgenomen is. Iets wat de ge-

meentelijke stedenbouwkundige in 1968 ook

nadrukkelijk benoemde: ‘Met name aan het

24-Oktoberplein bevindt zich een zeer fraaie

oude boombeplanting, die aan deze omge-

ving een geur van rijpheid en compleetheid

geeft’. •

foto links: Op deze luchtfoto van juni 1960 is de eikenlaan van Welgelegen nog goed te herken-nen. Ook de twee bomen die aan de andere kant van de weg staan (links onder) hoorden bij de oude laan. foto rechts: Op deze kaart uit 1942 is de parkaanleg van Welgelegen nog goed te herken-nen. De nog aan te leggen Weg der Verenigde Naties staat al ingetekend.

Het negentiende-eeuwse huis Welgelegen omstreeks 1980

aan de westkant van Utrecht, op de overgang van Oog in al en Kanaleneiland, ligt de oude buitenplaats

Welgelegen. Voor de vele passanten van de Pijperlaan en de Leidseweg is met name het witgepleisterde

landhuis aan de Leidsche Rijn, vlak voor het 24-Oktoberplein, een herkenningspunt.

Page 20: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

Maa

rten

Lem

men

s m

ed

ew

erk

er

He

t U

tre

chts

Arc

hie

f

20

erik

Gra

afst

al C

ult

uu

rhis

tori

e /

Mo

nu

me

nte

n U

tre

cht

Romeinse grens zichtbaar In opdracht van het college wordt er ook ge-

werkt aan een integraal plan voor de publieks-

presentatie van de Romeinse grens. Daarbij

wordt gestreefd naar een herkenbare marke-

ring in de openbare ruimte en naar informa-

tievoorziening op plekken met een bijzonder

verhaal, zoals de vindplaatsen van Romeinse

wachttorens of schepen in Leidsche Rijn. Het

actieplan mikt op samenwerking met ontwik-

kelaars, terreinbeheerders, scholen etc. die op

de grenslijn actief zijn. Doel is om de Romein-

se grens op termijn te laten uitgroeien tot een

kralenketting van educatieve projecten en

culturele initiatieven. Er wordt op dit moment

hard aan gewerkt om de eerste concrete marke-

ringen en initiatieven al volgend jaar te kunnen

laten zien. •

Dwars door de gemeente Utrecht De af gelopen jaren was de loop van de Ro-

meinse grens in het nieuwe stadsdeel Leidsche

Rijn al grotendeels teruggevonden. Een groot

deel van dat tracé is inmiddels via een wandel-

route te volgen. Maar waar de weg ten oosten

van het Amsterdam-Rijnkanaal liep, dus on-

der de bestaande stad Utrecht, was tot voor

kort onbekend. Op initiatief van het gemeen-

tebestuur heeft er gericht onderzoek plaats-

gevonden in Kanaleneiland. Door middel van

grondboringen kon het grind dat ooit het

plaveisel van de weg vormde, worden opge-

spoord. De komende maanden zal het onder-

zoek worden voortgezet, met als doel het tracé

compleet te krijgen tot aan de gemeentegrens

met Bunnik. Als dat lukt, zal het gehele weg-

tracé binnen de gemeente Utrecht bekend zijn.

boven: De Romeinse weg liep niet, zoals eerst werd gedacht, via de forten op het Domplein en de Hoge Woerd, maar meer ten zuiden daarvan. De twee genoemde forten waren te bereiken via zijwegen die zich van de grote weg afsplitsten. De nummertjes verwijzen naar plekken waar iets bijzonders aan de hand is, zoals interessante archeologische vindplaat-sen of bijvoorbeeld een schoolplein waar de limes gevisualiseerd zou kunnen worden.

onder: Wethouder Monu-menten Harm Janssen boorde in juli 2008 zelf naar sporen van de Romeinse weg.

Romeinse wortels!KANALENEILAND HEEFT

Bij archeologisch onderzoek in de wijken Kanaleneiland, Rivierenwijk en Hoograven is afgelopen zomer de

grens van het Romeinse rijk teruggevonden. In een bijna kaarsrecht tracé blijken zich hier goed bewaarde

resten te bevinden van de weg die de legerkampen langs de Romeinse grens met elkaar verbond. Maar

liefst 3,5 km van het wegtracé is inmiddels met behulp van grondboringen in kaart gebracht. Mede naar

aanleiding van deze vondst werkt de gemeente aan een integraal plan voor de presentatie van de Romeinse

grens in de openbare ruimte en voor de ontwikkeling van allerlei educatieve en culturele initiatieven langs

deze grenslijn.

Page 21: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

21

NUMMER 32 WINTER 2008

Hen

k Ja

nse

n C

ult

uu

rhis

tori

e /

Mo

nu

me

nte

n U

tre

cht

amsterdamse School Na enig oponthoud

werd het woningbouwcomplex aan de Jan van

Scorelstraat, Hobbemastraat en Paulus Potter-

straat in 1924 opgeleverd. Dit fraaie complex,

waar aanvankelijk vooral ambtenaren, spoor-

wegpersoneel en onderwijzers woonden, werd

ontworpen in de Amsterdamse-Schoolstijl. En

al is die stijl nergens zo uitbundig uitgevoerd

als in de hoofdstad zelf, de Hilversumse archi-

tecten J. van Laren en J. H. de Groot haalden

veel uit de kast. Zo zien we bijzondere toepas-

singen van baksteen, het gebruik van houten

gevelbekleding, smeedwerk op sommige deu-

ren en torenachtige accenten op de hoeken.

Maar het meest opvallend is de rijke toepas-

sing van bouwsculpturen. Deze zijn van de

hand van Hildo Krop, die na 1916 de bekend-

ste beeldhouwer van de Amsterdamse School

werd. De beelden, maar liefst 257 stuks, werden

in mallen gemaakt en vervolgens gebakken in

een steenfabriek.

Renovatie en restauratie Eind jaren zes-

tig zijn de woningen gerenoveerd, maar de na-

druk lag toen erg op het ‘wind- en waterdicht

houden’, waardoor er diverse architectonische

details verloren zijn gegaan. Zo verdwenen de

stalen ramen met hun opvallende roedenverde-

ling. In de afgelopen jaren zijn de woningen op

vakkundige wijze gerestaureerd, waarbij ook de

stalen ramen weer zijn hersteld. Om de restau-

ratie te kunnen uitvoeren heeft de gemeente

Utrecht de kleine vereniging financieel onder-

steund met subsidies en leningen met een zeer

lage rente. En daarmee is het woningbouwcom-

plex, dat inmiddels is aangewezen als gemeen-

telijk monument, weer een mooi voorbeeld van

de Amsterdamse School in Utrecht. •

Utrecht kent nog enkele woningbouwverenigingen met een

heel beperkt aantal woningen die alle naoorlogse fusiegolven

hebben overleefd. eén daarvan is de ‘Middenstandsbouwvereni-

ging Utrecht’, die in 1919 is opgericht. aanvankelijk wilde deze

woningbouwvereniging 350 woningen bouwen rond de Jan van

Scorelstraat, maar slechts 91 zouden er uiteindelijk worden ge-

realiseerd. Deze woningen zijn tot op de dag van vandaag het

volledige bezit van de vereniging gebleven. De afgelopen jaren

zijn de woningen op prachtige wijze gerestaureerd.

AMSTERDAMSE SCHOOL AAN DE

Jan van Scorelstraat

foto boven: De architecten J. van Laren en J. H. de Groot ontwierpen in 1920 een bijzon-der woningbouwcomplex in Amsterdamse-Schoolstijl.

foto onder: Tijdens de restaura-tie is er veel aandacht besteed aan de bijzondere detaillering, zoals de bakstenen bouwsculp-turen, de roedenverdeling in de vensters en het smeedwerk op de torenachtige uitbouwen.

Page 22: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

22

Mar

tha

de

Wit

Bo

nd

He

em

sch

ut

Landelijke en lokale media besteedden eind 2007 ruim aandacht aan honderd nieuwe

rijksmonumenten. Heemschut juicht de systematische uitbreiding van de rijksmonu-

mentenlijst toe maar vindt de ‘lijst van Plasterk’ met honderd waardevolle wederop-

bouwmonumenten veel te mager. Om bij de politiek het standpunt van Heemschut

betreffende een brede bescherming van waardevolle objecten uit de periode 1940-

1958 voor het voetlicht te brengen, werd het pamflet ‘Jongere bouwkunst, bescherm

nu het nog kan’ uitgebracht.

Brandweerkazerne Rhenen

Landelijk Heemschut-directeur Karel Loeff

schetst in de introductie van het pamflet in

heldere bewoordingen de noodzaak van uit-

breiding van de ‘lijst van Plasterk’. “Onze be-

hoefte aan identiteit, eigenheid, het weten

wie we zijn en waar we vandaan komen, wordt

steeds belangrijker. Ons gebouwde en aan-

gelegde erfgoed draagt hieraan bij, al lijkt het

soms een luxeprobleem in de marge van ande-

re politieke vraagstukken. De minister heeft tot

op heden een te streng aanwijzingsbeleid. De

tijdelijke maatregelen zijn erop gericht interne

achterstanden weg te werken. Het is nu tijd om

de inhaalslag door te zetten en op voorsprong

te komen. Vandaar onze oproep aan de lande-

lijke politiek voor extra inzet en capaciteit voor

dit project. Alleen zo kunnen cultuurmonumen-

ten uit de periode 1940 - 1958 voor ons nage-

slacht worden veiliggesteld.” Loeff signaleert

nog een tweede manco. Genoemde lijst omvat

slechts objecten. Heemschut pleit ervoor dat

cultuurlandschappen en complexe waarde-

volle naoorlogse wijken zo snel mogelijk wor-

den geselecteerd en planologisch beschermd

om de identiteit van deze waardevolle periode

herkenbaar te maken bij herontwikkeling en

herstructurering. Hoewel het ingezette Belve-

derebeleid cultuurhistorie met succes onder

de aandacht heeft gebracht, berust de feite-

lijke inbedding van cultuurhistorische waarden

op vrijblijvendheid en worden deze niet altijd

gezien door lokale overheden en marktpartij-

en. Heemschut weet zich in zijn pleidooi ge-

sterkt door de Raad voor Cultuur die hetzelfde

standpunt inneemt betreffende een bredere

inventarisatie, selectie en bescherming van

monumenten uit de wederopbouwperiode.

Waardevolle wederopbouwobjecten in Utrecht Op de eigen lijst van Heemschut

– die tot stand kwam met behulp van vele

vrijwilligers – staat onderstaande selectie uit

onze provincie. Prominent op de lijst prijkt het

oude centrum van Rhenen. Heemschut vindt

dat Rhenen door het Rijk dient te worden aan-

gewezen als beschermd stadsgezicht. Met de

wederopbouw van Rhenen is een ‘nieuw’ stads-

centrum ontstaan, waarbij een herziening van

de infrastructuur heeft geleid tot een nieuwe

beleving binnen een schijnbaar traditioneel

‘Hollands’ beeld. Om typische wederopbouw-

stadsgezichten voor de toekomst te behouden

vindt Heemschut dat snel ook in andere pro-

vincies meer stads- en dorpsgezichten moeten

worden aangewezen. •

Page 23: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

23

NUMMER 32 WINTER 2008

Gemeentehuis Kamerik

amersfoort: Bomenbuurt, Soesterkwartier. Plataanstraat, Acaciastraat e.o.

D. Zuiderhoek en A. Rooijmans, 1948-1953. + Finse School. Kamerlingh Onnesstraat 1.

Panagro, 1949. + Prof. Dr. Kohnstammschool. Evertsenstraat 39. D. Zuiderhoek, 1952. +

H. Kruiskerk. Liendertseweg 48. H.J. van Wissen, 1956-1958. + Tentoonstellingsgebouw

De Zonnehof. Zonnehof 8. G. Rietveld, 1956-1959. + Adventkerk. Ringweg Kruiskamp 74.

T. van Hoogevest, 1962.

Bosch en Duin: Villa W. Klaassen. Taveernelaan 9. G. Rietveld, 1951-1953.

De Bilt: H. Michaëlkerk. Kerklaan 31. B.J. en H.M. Koldewey, 1955.

Doorn: Nieuwe Algemene Begraafplaats. Oude Arnhemse Bovenweg. W.C.J. Boer, 1952 -1958.

Groenekan: Nederlands Hervormde Kerk, Groenekanseweg 66. G. en T. Hoogevest, 1952.

Hagestein: Stuwcomplex. Bandijk. W. Hamdorff, P. Blokland, 1953-1960.

Kamerik: Voormalig gemeentehuis inclusief BB-kelder. Burgemeester Breenplantsoen 1.

H.B.M.J. Worst, 1955.

Nieuwegein: Waterpompstation. Groenendael 6. Piet Elling. 1955-1957.

Maarssen: Emmauspriorij. Diependaalsedijk 17. J. de Jong, Dom H. van der Laan

(interieur/uitbreiding), 1963-1966, na 1968.

Mijdrecht: Johnson-Wax. Provincialeweg. H.A. Maaskant, 1962-1966.

Rhenen: Herbouw en reconstructie stadscentrum (stedenbouwkundig ensemble).

Frederik van der Paltzplaats, Kruisstraat, Kerkplein e.o.

C. Pouderoyen (supervisor), J.F. Berghoef, N. van der Laan, S.J. van Embden e.a.,

1940-1942, 1944-1950.

Utrecht: Verkeersplein Berekuil. Berekuil. Rijkswaterstaat, 1940-1941.

+ Centrale Autoherstel Bedrijf. Cartesiusweg 90. S. van Ravesteyn, 1948 +

Hoofdkantoor PEGUS. Keulsekade 181. A.J. van der Steur, 1953. + Pniëlkerk. Lessinglaan

33. P.H. Dingemans, S.J. Wouda, 1955. + Stadionflat. Stadionlaan. P.J. Koster, 1955 +

Woonwijk Hoograven (stedenbouwkundig ensemble). Robijnhof, Rijnsteinhof en

Tjepmahof. G. Rietveld, 1954-1956. + SHV kantoor. Rijnkade 1/hoek Mariaplaats. Op ten

Noort Blijdenstein, 1957-1961. + Woonhuis. Breitnerlaan 11. G. Rietveld, 1960-1961. +

Neudeflat. Drakenburgstraat/Vinkenburgstraat. H.A. Maaskant, 1961. + Secretariaatsgebouw

van de Jaarbeurs. Vredenburg 42, 44 e.v. P. Elling, 1962.

Zeist: Sportcentrum KNVB. Woudenbergseweg 56/58. Maaskant, Van Dommelen en Kroos,

1961-1964. + Thomaskerk. Oranje Nassaulaan 35/Julianaplein. M.F. Duintjer, 1962 + TNO gebouw.

Utrechtseweg 48. J. Wiedijk, 1964.

Page 24: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

24

Sop

hie

Vis

ser

en W

ille

mke

Lan

dm

anG

M KWADRAAT GESCHIEDENIS GEOGRAFIE MONUMENTEN MUSEA

de belangstelling voor digitaal en fysiek erfgoed be-

vestigt deze ruimtelijke focus van het erfgoedpubliek.

Maar liefst 42% van de Nederlandse bevolking, oftewel

6.7 miljoen mensen, is op zoek naar het waar-en-waar-

om van de familiehistorie dan wel van de omgevingsge-

schiedenis 3.

Het hoge aantal bezoekers dat het symposium ‘Cultuur-

landschap op de Digitale Kaart gezet’ van Landschap

Erfgoed Utrecht in januari van dit jaar trok, weerspiegelt

de groeiende populariteit van de kaart onder erfgoed-

publiek. Een van de punten die op deze dag naar voren

kwam, was de vraag: wat kunnen we er nu concreet mee?

Praktische bron van historische informatieDe huidige populariteit van historische en oude kaarten 1

is onontkoombaar verbonden met de digitalisering van

de Nederlandse samenleving.

Deze ontwikkeling laat inmiddels ook de erfgoedsector

niet onberoerd. Oude kaarten die tot voor kort wegens

hun schaarsheid en kwetsbaarheid veilig achter slot en

grendel werden opgeborgen, komen dankzij digitalise-

ring binnen ieders bereik. Zelfs een gigant als Google

richt zich niet alleen op moderne kaarten, maar presen-

teert sinds enige tijd ook oude kaarten op Google Earth 2.

Onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau naar

Veel is al geschreven over historische dan wel oude kaarten, maar de gebruiker komt er tot nu toe

bekaaid vanaf. Dit staat in schril contrast met de snel toenemende beschikbaarheid van kaarten op

het web. De gedigitaliseerde versies van oude kaarten brengen deze als bron van onderzoek en kennis

binnen ieders bereik. Hierdoor is het werken met oude kaarten niet slechts voorbehouden aan de in

de cartografie geschoolde professional. Reden voor GM2 om stil te staan bij de nieuwe gebruikers van

oude kaarten. Hoe dient de oude kaart als informatiebron te worden aangewend, en hoe kan men de

grootste valkuilen vermijden?

WEGWIJS IN OUDE

Page 25: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

25

NUMMER 32 WINTER 2008

decoderen, en ook dit gaat met interpretatie gepaard.

In feite is de kans nihil dat het aldus gereconstrueerde

landschap exact overeenkomt met het echte vroegere

landschap. Het lezen van een kaart is dan ook een leer-

proces, waarbij de interpretatie kan veranderen, maar

de kaart blijft.

Het decoderen begint al gelijk bij het uitrollen van een

oude kaart. Zo bestaat de 21ste-eeuwse vanzelfsprekend-

heid om het noorden van een kaart altijd bovenaan te

positioneren, niet bij oude kaarten. Dit is goed toe te

lichten aan de hand van een 17de-eeuwse kaart van het

gebied bij de Bloemendalse poort in Amersfoort, waar

sinds 1670 de oude joodse begraafplaats is gesitueerd.

Op de website van Archief Eemland kan men dit mooie

manuscript vergelijken met de hedendaagse locatie op

luchtfoto’s, waarbij nog steeds de 17de-eeuwse wegen-

structuur te herkennen is. Maar dat lukt alleen, als de

gebruiker beseft dat de oude kaart in feite moet worden

omgekeerd, omdat het noorden hier beneden ligt (zie

de afbeeldingen op deze pagina’s).

Ook op de daaropvolgende Erfgoeddag 2008 in Rhenen,

waar een workshop over het gebruik van de digitale

kaart werd gegeven, bleek het voor lang niet iedereen

duidelijk hoe oude kaarten kunnen worden ingezet.

Toch vormen kaarten vaak een belangrijke bron voor

historisch onderzoek – zij het zo mogelijk in combinatie

met andere bronnen – zoals ook de recent verschenen

‘leemtelijst’ van historisch onderzoek in de provincie

Utrecht aantoont 4.

Het lezen van oude kaarten; coderen en decoderen Vaak zijn oude kaarten met de hand ge-

tekend, niet zelden voorzien van schilderachtige details.

Dat is een van de redenen dat mensen gefascineerd

zijn door oude kaarten. Maar hun echte waarde ligt in

het ruimtelijk beeld dat ze bieden van een vroegere

werkelijkheid. Enige kennis is echter noodzakelijk, wil

men onverantwoord gebruik voorkomen. De kaart-

maker neemt de werkelijkheid (bijvoorbeeld een land-

schap) waar en codeert zijn beeld ervan in de vorm

van de kaart 5. De kaartgebruiker moet de kaart weer

kaarten

1 Een oude kaart wordt in het spraakgebruik vaak – onterecht – gelijkgesteld met een historische kaart. Bij de laatste wordt een hedendaagse kaart

gebruikt om historische objecten op weer te geven. De provinciale website over de Cultuurhistorische Atlas is hier een mooi voorbeeld van. Een

oude kaart daarentegen is een kaart die ooit gemaakt werd om de situatie van dat moment weer te geven.

2 Open het programma Google Earth en selecteer onder Lagen de Galerij, en klik vervolgens op Rumsey Historical Maps.3 Wubs, H. and F. Huysmans (2006). Klik naar het verleden, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau.

Wubs, H. and F. Huysmans (2006). Snuffelen en Graven, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau.

4 Heumeman, M. (2007) Waard om te weten. Leemtelijst geschiedschrijving provincie Utrecht. - Utrecht: Matrijs, 2007. –

(Historische Reeks Landschap Erfgoed Utrecht 1).

5 Renes, J. (2003), Oude kaarten als bron voor onderzoek naar de geschiedenis van het landschap. Caert-Thresoor 22 (2003), no. 3, blz. 87-94.

foto links: Kaart omstreeks 1650 met landbouwpercelen, buiten de Bloemen-dalse Poort tussen de stadsgracht en de Heerenweg, Amersfoort. Rechtsboven is de locatie van de oude joodse begraaf-plaats. (Kaart_139, archief Burgerwees-huis, Archief Eemland).

foto rechts: Luchtfoto anno 2006 van de locatie waar in de 17e eeuw de joodse begraafplaats gesitueerd was. In het kader rechtsboven de gekantelde kaart uit 1650 met het noorden boven. Op de luchtfoto valt de 17e eeuwse water- en wegenstruc-tuur nog duidelijk te herkennen met de singel, Hooglandseweg-Zuid en Bloemen-dalseweg. (Digitale Kadastrale Atlas van Amersfoort, Archief Eemland).

Page 26: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

26

dan van de kaart van Sgrooten. De chronometrische

nauwkeurigheid van de kaart van Sgrooten is lastig te

beoordelen, maar de situatie ten aanzien van de kerkelij-

ke gebouwen klopt wel. De chronometrische nauwkeu-

righeid van Balthasars’ kaart van Rijnland is in elk geval

groot, omdat de hieraan voorafgaande ‘ambachtskaar-

ten’ kort voor 1615 ter goedkeuring aan de ambachten

werden voorgelegd. Dit hangt samen met het vervaardi-

gingsdoel van de kaarten: ze zouden als basis gaan die-

nen voor de te betalen waterschapslasten.

Vervaardigingsdoel en gebruiksdoel Zoals het

bovenstaande voorbeeld duidelijk maakt, hangt de be-

trouwbaarheid van een kaart af van twee overwegingen,

namelijk het vervaardigingsdoel van de kaart (in het ver-

leden) en het gebruiksdoel van de kaart (in het heden) 6.

Het vervaardigingsdoel bepaalt sterk de kwantiteit en

de kwaliteit van de informatie op de kaart. Die informa-

tie bestaat uit kernelementen en niet-kernelementen.

Kernelementen zijn noodzakelijk vanwege het vervaardi-

gingsdoel van de kaart en geven om die reden vermoe-

delijk de toenmalige topografische werkelijkheid weer.

Nauwkeurigheid van oude kaarten Een volgend

aandachtspunt voor de gebruiker is de nauwkeurigheid

van oude kaarten, en daarbij is het handig onderscheid

te maken tussen verschillende soorten van nauwkeurig-

heid. Bij de topografische nauwkeurigheid gaat het om

de vraag welke selectie van de feitelijk aanwezige land-

schapselementen op de kaart is opgenomen. Bij de chro-

nometrische nauwkeurigheid staat de vraag centraal in

hoeverre de kaart de situatie weergeeft zoals die was

ten tijde van het maken of verschijnen van de kaart. De

meetkundige nauwkeurigheid betreft de mate waarin af-

standen, oppervlakten en hoeken juist zijn weergegeven.

Uitsneden van twee kaarten, beide van het gebied van

Reeuwijk en omgeving, maken de problemen voor de

hedendaagse gebruiker duidelijk. De ene kaart is van

Christiaan Sgrooten uit ca. 1570 en de andere kaart is

van het waterschap Rijnland, gemaakt door Floris Balt-

hasars. De ligging van de waterlopen en plaatsen op de

kaart van Sgrooten klopt niet erg met de werkelijkheid,

in tegenstelling tot de kaart van Balthasars. De topogra-

fische en de meetkundige nauwkeurigheid van Baltha-

sars’ kaart van het waterschap Rijnland is dus veel groter

GM KWADRAAT GESCHIEDENIS GEOGRAFIE MONUMENTEN MUSEA

foto boven: Reeuwijk en omgeving op de kaart van Sgrooten uit ca. 1570 (Canaletto Uitgeverij, Alphen aan den Rijn).foto rechterpagina: Reeuwijk en omgeving op de kaart van Balthasars uit 1615. De stippen geven de plaats van de kerken en klooster aan (Collectie Hoogheemraadschap Rijnland, KDTT A4077/A4078).

Page 27: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

27

De niet-kernelementen dienen meer als bladvulling of

ter oriëntatie, zodat de kans op onnauwkeurigheden

veel groter is.

Het gebruiksdoel bepaalt welk deel van de geboden

informatie voor de moderne kaartlezer nog relevant is.

Zo maakt het uit of men alleen geïnteresseerd is in de

aan- of afwezigheid van bepaalde kaartelementen, of

dat men ook de exacte locatie wil vaststellen. In het eer-

ste geval gaat het alleen om topografische en chrono-

metrische nauwkeurigheid, in het laatste geval ook om

de meetkundige nauwkeurigheid. In de praktijk is er nog

wel eens een extra probleem omdat veel oude kaarten

zijn gebaseerd op oudere kaarten en dan vaak alleen

voor de kernelementen zijn bijgewerkt.

Een illustratie van hergebruik vormen de oude kaarten

van het Hoogheemraadschap van Rijnland (verschenen

in 1615, 1647, 1687 en 1746) van Barwoutswaarder &

Bekenes. Dit vroegere ambacht, gelegen ten westen van

Woerden, ligt nu grotendeels in de provincie Utrecht

Afgaande op de tellingen voor de Verpondingen (een

belasting op grond en ander onroerend goed) uit 1632

en 1732 zou het aantal huizen flink moeten zijn gegroeid

na 1647. Op de kaart van 1746 is echter te zien dat aan-

tal en ligging van woningen op die kaart exact gelijk is

aan die op de kaart uit 1647. De kaart uit 1647 werd dus

op de latere kaart uit 1746 niet bijgewerkt met voor het

waterschap Rijnland onbelangrijke elementen als gebou-

wen (waaronder woningen) 7. Deze waren vanuit het ver-

vaardigingsdoel gezien immers verwaarloosbaar.

Oude kaarten en geschiedschrijving: kennis-bronnen delen Het zal inmiddels duidelijk zijn: bij

het lezen van een oude kaart moet men een aantal re-

gels in het achterhoofd houden. Dat wat er wel op staat,

was meestal ook in de werkelijkheid aanwezig, maar

hoeft niet exact op de aangegeven plek te hebben ge-

legen. Als er iets ontbreekt, wil dat nog niet zeggen

dat het destijds niet aanwezig was. En de chronometri-

sche, de topografische en de meetkundige nauwkeurig-

heden voor een kaart kunnen uiteen lopen. Ze kunnen

bovendien variëren per type afgebeelde elementen en

per deelgebied. Al deze (on)nauwkeurigheden kunnen

NUMMER 32 WINTER 2008

foto onder: Barwoutswaarder & Bekenes op de kaart van Rijnland 1647 (Collectie Hoogheemraadschap Rijnland, KDTT A4281)foto geheel onder: Barwoutswaarder & Bekenes op de kaart van Rijnland 1746 (Collectie Hoogheemraadschap Rijnland, KDTT A4492)

6 Ligtendag, W. (1995), Het nut van oude kaarten voor historisch-geo-

grafen: de bevindingen tijdens een onderzoek. - In: Caert-Thresoor 14

(1995) blz. 1-5.

7 o.a. Hart, G. ’t (1985), De kaart van Rijnland van 1647. Caert-Thresoor 4 (1985), pp. 12-15; Vinkenoog, J.H. (1999), De ‘pertinentie’ van twee

Rijnlandse kaarten. – In: Caert-Thresoor 18 (1999), no. 3, blz. 59-62.

Page 28: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

GM KWADRAAT GESCHIEDENIS GEOGRAFIE MONUMENTEN MUSEA

Maa

rten

Lem

men

s m

ed

ew

erk

er

He

t U

tre

chts

Arc

hie

f

28

tegelijkertijd voorkomen. Dat betekent dat de gebruiker

informatie over oude kaarten nodig heeft op verschil-

lende niveaus om deze verantwoord te kunnen gebrui-

ken. En dat vergt inspanning en ervaring.

Daarom is het jammer dat kennis over oude kaarten als

historische bron, van iedereen die zich met de regionale

historie in combinatie met oude kaarten bezighoudt, zel-

den vastgelegd wordt. Er zou structureel meer aandacht

moeten komen voor geografische informatieverwerking

binnen de erfgoedsector; zowel in de voorlichting aan

amateur-onderzoekers, het publiek, als het onderwijs.

Organisaties als Landschap Erfgoed Utrecht, maar ook

archieven en musea kunnen hier in de toekomst een be-

langrijke rol in spelen. Een andere mogelijkheid ligt in de

sfeer van een online kennisbank, waar ervaringsdeskun-

digen, of ze nu professioneel of amateur-onderzoeker

zijn, hun zelf verworven kennis met anderen kunnen

delen. Dit kan in de vorm van een kaarten-wiki of een

kennisbank op het web. •Met dank aan: Dirk Steenbeek van Archief Eemland, Rob

van Iterson van het Archief van het Hoogheemraadschap

van Rijnland en Hans Renes, Universiteit Utrecht.

Auteursinformatie: Sophie Visser is bezig met een pro-

motieonderzoek naar informatievoorziening over het

cultuurhistorische landschap aan de Universiteit Utrecht

en publiceert in bredere zin over het cultuurhistorische

landschap. Willemke Landman is consulent eCultuur en

Erfgoed bij Landschap Erfgoed Utrecht.

GM KWADRAAT GESCHIEDENIS GEOGRAFIE MONUMENTEN MUSEA

Oude kaarten online Webadres

Venster op de Vecht www.vensteropdevecht.nl

zie ‘Atlas’

‘Leo Belgicus’ op Canon van Nederland http://www.entoen.nu/kaart/

Zie ‘Canon op de Kaart’ en klik op ‘Leeuw’

Wat Was Waar www.watwaswaar.nl

kijk onder ‘wat’

Het Utrechts Archief http://www.hetutrechtsarchief.nl

zie Collectie/Beeldmateriaal

zoek op ‘cartografische documenten’

Archief Eemland www.archiefeemland.nl

zie ‘Kaarten en ontwerptekeningen’

Digitale Kadastrale Atlas Provincie Utrecht http://www.hisgis.nl/atlas_utrecht

‘Atlas van Blaeu’ bij Regionaal Archief Leiden http://www.leidenarchief.nl

zie ‘zoeken’, ‘Blader door Blaeu’

‘Rumsey historical maps’ op Google Earth Zie ‘Lagen’, en dan ‘Gallery’

Het programma Google Earth is gratis te

downloaden op: http://earth.google.nl/

Geschiedenis in kaart http://geschiedenis-in-kaart.startpagina.nl/

zie de sectie ‘Nederland’

Page 29: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

29

NUMMER 32 WINTER 2008

De stemmers in de webpeiling willen niet of-of-of, maar en-en-en.’ “Dat verbaast me helemaal niks. Mensen moe-

ten vooral kunnen genieten van geschiedenis,

het gaat bij geschiedenis ook om de beleving.

Historische kringen moeten dus vooral veel

organiseren. Nu lijkt er soms een tweedeling

tussen de historische verenigingen die ‘seri-

eus’ historisch onderzoek doen, en andere,

vaak heemkundekringen, die alleen ‘gezellige

dingen’ zouden doen. Het is belangrijk dat die

twee naar elkaar toegroeien, er moet geen con-

currentie tussen die twee groepen ontstaan.”

Maar is die en-en-en strategie niet vragen om problemen? De verenigingen hebben te maken met steeds minder actieve leden, die ook nog eens steeds minder tijd hebben.“Het is niet gemakkelijk maar wel degelijk

moge lijk om vrijwilligers aan te trekken en vast

te houden. Het is een kwestie van vooral veel

doen. In Weert, waar mijn vorige werkkring als

archivaris was, zijn we jarenlang met een groep

bijeen gekomen om de geschiedenis van de

Maasstraat, een straat in het centrum, te on-

derzoeken. Iedereen was erg enthousiast, niet

alleen de leden van de historische kring, maar

ook de bewoners en de winkeliers in de straat.”

Je zult in je nieuwe functie veel met historische verenigingen te maken krijgen. Ben je nu diep in je hart een archivaris of een historicus?“Ik ben absoluut op de eerste plaats historicus.

Ik heb me altijd actief bezig gehouden met

lokale en regionale geschiedenis. Bedenk wel

dat ik eerst geschiedenis heb gestudeerd, en

pas daarna vakken archivistiek ben gaan volgen.

Maar ook tijdens mijn archiefwerkzaamheden,

eerst in Den Bosch en later in Weert, ben ik niet

zozeer met de ordening en opslag van histo-

rische data bezig geweest, maar was ik vooral

gericht op het aan de man brengen van de his-

torische inhoud van de archieven. En nu lijkt

het me erg leuk om kennis te maken met het

historische veld in Utrecht, want dat is natuur-

lijk helemaal nieuw voor mij.” •

IN DE [WEB]PEILING. . .Jos Wassink, senior medewerker cultuurhistorie bij Landschap Erfgoed Utrecht

In de vorige GM2 pleitte vertrekkend provinciaal historicus Fred Vogelzang in zijn afscheidsrede voor

duidelijke keuzes door historische verenigingen in hun activiteiten: óf historisch onderzoek, óf sociale

activiteiten, óf lobbyen. De stemmers zijn verdeeld. Wat vindt zijn opvolger ervan? We vroegen het

aan Jos Wassink, sinds 1 december in dienst van Landschap erfgoed Utrecht als senior medewerker

cultuur historie.

Historische kringenmoeten kiezen voor...

Wil

lem

ke L

and

man

Lan

dsc

hap

Erf

go

ed

Utr

ech

t

29

In dit blad stellen we een erfgoedkwestie aan de orde, en op www.erfgoed-utrecht.nl kunt u erover stemmen. In de volgen-

de GM2 vindt u dan telkens de uitslag, én het commentaar van iemand die vanuit de Utrechtse erfgoedpraktijk reageert.

De uitslag van de laatste peiling:

“Historische kringen moeten kiezen voor...” (78 stemmen)

a  Historisch onderzoek en verslaglegging in het tijdschrift:

18 stemmen

b  Excursies en lezingen organiseren (en historisch

onderzoek overlaten aan profs): 21 stemmen

c  Gesprekspartner zijn van overheden (en soms

actievoerder) voor behoud van erfgoed: 15 stemmen

d  Alles blijven doen, subsidies binnenhalen, en betaalde

krachten in dienst nemen: 24 stemmen

Zie voor de nieuwe peiling: pagina 31 in dit blad.

Breng uw stem uit op www.erfgoed-utrecht.nl

Page 30: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

30

GM KWADRAAT GESCHIEDENIS GEOGRAFIE MONUMENTEN MUSEA

Ru

ben

Baz

uin

Lan

dsc

hap

Erf

go

ed

Utr

ech

t

dracht gegeven om de bekendheid van en het enthou-

siasme voor de canon in het onderwijs te vergroten.

Erfgoed Nederland bedacht daarvoor de Canonkaravaan,

die alle provincies en de vier grote steden aandoet. In

samenwerking met Stad en Provincie Utrecht organi-

seerde Landschap Erfgoed Utrecht de Canonkaravaan,

een conferentie voor het onderwijs in Utrecht. Leer-

krachten en docenten werden ontvangen in de Marnix

Academie (P.c. hogeschool Lerarenopleiding basison-

derwijs) in Utrecht. Op het programma stonden onder

meer interactieve presentaties, waarbij de deelnemers

kennis konden maken met thema’s als canondidactiek

en de kunstvensters in de canon. Ook konden diverse

leermidde len die in ontwikkeling zijn voor het canon-

Een door de overheid ingestelde commissie heeft een

lijst van vijftig zogenaamde vensters samengesteld: de

canon (klemtoon op de eerste lettergreep: cánon). Dit

zijn de vijftig belangrijkste gebeurtenissen, personen en

creaties uit de Nederlandse geschiedenis. Ze zijn te vin-

den op de nationale canonwebsite www.entoen.nu. Van-

af augustus 2009 zullen deze in de kerndoelen van de

bovenbouw van het primair en de onderbouw van het

voortgezet onderwijs worden opgenomen. Dat betekent

dat de canon verplichte lesstof wordt. Tot nu toe loopt

het onderwijs er nog niet echt warm voor. Enkele jaren

geleden werden immers de tien tijdvakken van De Rooij

ingevoerd en nu komt daar de canon nog weer bij.

Het Ministerie van OC&W heeft Erfgoed Nederland op-

DE CANONKARAVAAN IN UTRECHT

links: ‘Oermens Leo’, die op basis van door Utrechtse archeologen gevonden DNA is gereconstrueerd. boven: Deelnemers luis-teren aandachtig naar het betoog van Frans Groot, die sprak namens de canoncommissie. Foto’s: Eva Gjaltema.

De culturele canon van Nederland; wat houdt die precies in? en nu besloten is dat deze van-

af augus tus 2009 in de kerndoelen van het onderwijs komt; wat kan een leerkracht of docent

er precies mee in de les? aan deze en meer vragen werd aandacht besteed tijdens de Canon-

karavaan, die op woensdag 29 oktober jl. Utrecht aandeed.

Page 31: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

31

eerste venster van de canon, de Hunebedden. De canon

was dus nu al achterhaald! Onder begeleiding van een

professor aan de Vrije Universiteit te Amsterdam was het

gelukt om met behulp van op een skelet gevonden DNA

een ‘vorm van leven’ te scheppen: een oermens. Deze

mens bleek onder meer te kunnen praten, in die zin dat

hij bepaalde woorden en zinnen na kon zeggen. Dit werd

ter plekke gedemonstreerd. Gedeputeerde Anneke Ra-

ven en de Utrechtse wethouder Cees van Eijk werden

naar voren gevraagd om de man elk een motto voor de

middag na te laten zeggen. Na enig aarzelen zei de oer-

mens de slogans foutloos na: “Hup canon hup!” en “Laat

de canon als een kanon in de school zijn!” Uiteindelijk

kregen zij de oermens kado en verlieten vol trots het po-

dium: Utrecht had het eigenlijke eerste canonvenster in

bezit, dat een mooie plek moest krijgen in een van haar

musea. Helaas berust bovenstaande onthulling, hoewel

in theorie erg mooi, niet op waarheid. Langzaam maar

zeker was het ook het publiek duidelijk geworden dat het

allemaal om een theateract ging. Hoewel grappig, maak-

te de act ook duidelijk dat geschiedenis(onderzoek) altijd

in beweging is, én dat er vele aanknopingspunten zijn

om de geschiedenis dichterbij de leerlingen te brengen.

De Canonkaravaan was bedoeld om het onderwijs te in-

formeren en inspireren. Hoe er nu door het onderwijs

een vervolg aan wordt gegeven, is iets dat de tijd zal le-

ren. Landschap Erfgoed Utrecht gaat in ieder geval in

2009 werken aan een Utrechtse canonwebsite, speci-

aal voor het onderwijs. Dit om het onderwijs in de stad

en provincie ook in de (nabije) toekomst wat betreft de

canon van dienst te kunnen blijven zijn. •

NUMMER 32 WINTER 2008

onderwijs van dichtbij worden bekeken en getest: van

filmpjes tot websites en complete canonspellen. Daar-

naast waren er groepsdiscussies waarin de deelnemers

met elkaar van mening konden wisselen. Op de infor-

matiemarkt, waar diverse (Utrechtse) culturele instellin-

gen zich presenteerden, konden de bezoekers zich onder

andere laten inspireren om de nationale canon naar de

eigen omgeving te vertalen.

De middag opende met een plenair gedeelte onder lei-

ding van dagvoorzitter Elisabeth van den Hoogen. Ver-

volgens vertelde Frans Groot (docent geschiedenis aan

de Hogeschool Rotterdam) namens de canoncommissie

kort iets over de canon en hoe deze bijvoorbeeld in te

passen is in de eerder genoemde tijdvakken van De Rooij.

Dit deed hij aan de hand van een venster met belangrijke

Utrechtse raakvlakken: Willibrord en de verspreiding van

het christendom, dat thuishoort in het tijdvak van mon-

niken en ridders (vroege Middeleeuwen 500-1000).

Op het laatste moment was er nog een onderdeel in-

gevoegd in het programma: een Utrechtse archeoloog

kwam met een bijzondere onthulling. Uit zeer recent on-

derzoek in de provincie was gebleken dat er sporen van

leven waren gevonden, duizenden jaren ouder dan het

Scène uit de aflevering over de Oude-waterse Moord (1575) uit de tv-serie Het Verleden van Utrecht. De serie is nog via internet te bekijken: www.verledenvanutrecht.nl en u kunt reageren via www.utrechtsecanons.nl. Foto Ellie Wout.

Wat vindt u van de verplichte invoering van de canon in het onderwijs?

a Ik ben tegen, want de keuze van onderwerpen is veel te arbitrair: waarom wel Annie M.G. Schmidt verplicht stellen,

maar niet Koningin Wilhelmina?

b Ik ben tegen, want de canon past niet goed bij de – ook verplichte – tien tijdvakken.

c Ik ben vóór, want het maakt geschiedenisonderwijs eindelijk overzichtelijk en iedere leerling beschikt straks over

dezelfde basiskennis.

d Ik ben vóór, want de canonvensters zijn mooie concrete voorbeelden die goed in de tijdvakkenindeling passen.

Breng uw stem uit op www.erfgoed-utrecht.nlWE

BP

EIL

ING

...

Page 32: GM - WordPress.com · voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten,

Een plan dat al jaren rondzingt in het Utrechtse, is een boek over

de bisschoppen. In de reeks Utrechtse biografieën was een flink

aantal van hen opgenomen, maar de lijst was allesbehalve com-

pleet. Nu ligt er De bisschoppen van Utrecht, een boekje ontstaan

als hulpmiddel voor de gidsen in de Domkerk, maar blijkbaar zo in

een behoefte voorziend, dat er een heuse uitgave van is gemaakt.

Chronologisch worden alle bisschoppen tussen Willibrord en

Schenk van Toutenburg behandeld. Afhankelijk van de beschik-

bare informatie gaat het om enkele regels tot een aantal pagina’s.

Door de summiere informatie wordt een flink beroep gedaan op

de voorkennis van de lezer. Zo komt het koninkrijk Lotharingen

nogal eens voor, maar nergens wordt goed uitgelegd wat dat in-

hield en hoe zich dat ontwikkelde. Regelmatig staan er kleinere en

grotere onduidelijkheden en fouten in. Misschien is dat onvermij-

delijk, maar het maakt sommige bijdragen dubieus. Ook tekstueel

loopt de zaak niet lekker: het lijkt wel of een zeer strenge redac-

teur veel regels heeft geschrapt, waardoor slechts de ‘bare bones’

van de tekst zijn overgebleven. Verwijzingen kloppen daardoor

niet meer en in de tekst wordt regelmatig een sprong gemaakt.

En wat te denken van zinsneden als: ‘Bernold was niet van adel’,

onmiddellijk gevolgd door ‘over zijn jeugd is niets bekend’? Het

grootste bezwaar is echter de versnippering. De biografietjes zijn

individueel te lezen, maar het zou zeer veel aan het boek hebben

toegevoegd als vooraf of bij wijze van afsluiting een synthetise-

rend artikel was opgenomen, waarin de lange lijnen, samenhan-

gen, verschillen en ontwikkelingen waren beschreven. Dat had

de losse artikelen veel meer diepgang gegeven. Dit onderwerp

verdient veel meer.

Wat inmiddels een serie standaardwerken is gaan vormen, is de

Monumenteninventarisatiereeks, de bekende ‘gele boekjes’. In de

jaren tachtig werd in de provincie Utrecht een grote monumen-

teninventarisatie uitgevoerd. De resultaten daarvan verschijnen

in boekvorm en al meer dan twintig jaar lang wordt aan deze se-

rie gewerkt. Er resteren nog maar een paar gemeenten. Onlangs

kwam het deel over Maarssen uit. Een reeks die zo lang loopt,

maakt een ontwikkeling door en dat is heel goed zichtbaar aan

deze ruim 400 pagina’s tellende aflevering in de serie. De eerste

deeltjes waren flink minder in omvang en behelsden vooral een

reeks korte beschrijvingen van gebouwen. Het boek over Maars-

sen is bijna een compleet naslagwerk geworden, met niet alleen

een flinke historische inleiding, maar ook thematische uitwerkin-

gen, informatie over bouwstijlen en bij de objectbeschrijvingen

– waar het tenslotte ooit allemaal om begonnen was – ook steeds

meer informatie over inwoners. Dat laatste maakt het boek ook

voor genealogen interessant. Aan de andere kant veroorzaakt dat

enige ambivalentie. Wat wordt nog wel verteld en wat niet? Is het

niet bijna een volgroeide dorpsgeschiedenis? De tekst is echter

daarvoor niet toegankelijk genoeg. Het is geen ‘leesboek’ en door

het ontbreken van niet-bouwkundige indexen is het lastig om iets

na te zoeken. Sommige informatie komt door de thematische in-

deling vaker terug. In ieder geval is de reeks een onmisbaar hulp-

middel voor lokale historici.

In de provincie Utrecht kennen we naast de MIP-reeks nog een

aantal series. De Kadastale atlas 1832 is zo’n serie. Nu al 17 delen

groot, bestaat elke uitgave uit een boekdeel en een kaartendeel.

Het boekdeel geeft behalve informatie over het ontstaan en het

gebruik van het kadaster een algemene inleiding over de ge-

schiedenis van de besproken gemeente, achtergrondinformatie

over bijzondere gebouwen en infrastructuur en dan natuurlijk de

inhoud van de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels, met namen

van eigenaren, hun beroepen en informatie over perceelsgrootte

en –gebruik. Er zijn op die manier vele gegevens voorhanden, al

gaat het uiteraard om een momentopname. Dit kadaster werd

ingevoerd in 1832 maar kan heel goed dienen als uitgangspunt

voor onderzoek naar de periode daarvoor of juist daarna. Totnog-

toe worden de kadastrale atlassen weinig gebruikt, behalve door

genealogen. Het is echter een prachtige bron om gemeenten

onderling te vergelijken op het gebied van grondgebruik en ei-

gendom, bezitsverhoudingen etc. Ook ligt een combinatie van de

gegevens in de MIP met het kadaster voor de hand. Er zijn diverse

initiatieven geweest om tot databanken te komen waarin al dit

soort gegevens wordt verbonden en snel toegankelijk gemaakt.

De ideale vorm daarin is nog niet gevonden. Hopelijk maakt het

aanbieden van zoveel informatie het voor amateurhistorici aan-

trekkelijker, om zelf onderzoek te gaan doen. De lokale tijdschrif-

ten zitten te springen om artikelen!

Fred

Vo

gel

zan

g

• M. Bous e.a, Maarssen. Geschiedenis en architectuur (Utrecht 2007) isbn 978 90 6720 435 4

• T. Jonker-Klijn en R. Roks, De bisschoppen van Utrecht van 690 tot 1581 (Utrecht 2008), isbn 978 90 77030 29 5

• D.J. Wijmer, eindred., Vianen in 1832. Grondgebruik en eigendom. Dl 1 Tekst. Dl 2 Kaarten (Utrecht/Vianen 2008)

isbn 978 90 75602 15 9