201 jaarverslag - gdwantw.comgdwantw.com/information/jaarverslag nationale kamer 2018.pdf · voor...
TRANSCRIPT
Nationale Kamer vanGerechtsdeurwaarders
1820jaarverslag
P. 2
JA
ARVE
RSLA
G N
ATIO
NAL
E KA
MER
Verantwoordelijke uitgever: Frank MarynsNationale Kamer van GerechtsdeurwaardersHenri Jasparlaan, 931060 Brussel
www.gerechtsdeurwaarders.be
JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 3
Modernisering van het beroep: change request
INH
OU
DSTAFEL / JAARVERSLAG
NATIO
NALE KAM
ER P. 5
Woord vooraf door de voorzitter pagina 61 Het directiecomité 2 De ombudsman 3 Het expertenrapport 4 Interview met de experten 5 Klachten & sancties: cijfers 6 Digitalisering 7 Quid novi: wetgeving & werkgroepen 8
Profiel van het beroep
9
Sociaal-economische barometer
CROS
10 Solvabiliteitsbarometer
De gerechtsdeurwaarders in cijfers
pagina 7
pagina 10
pagina 12
pagina 16
pagina 21
pagina 22
pagina 29
pagina 35
pagina 47
pagina 48
pagina 52
pagina 60
P. 6
JA
ARVE
RSLA
G N
ATIO
NAL
E KA
MER
/ W
OO
RD V
OO
RAF
DO
OR
DE
VOO
RZIT
TER
Change request
In retroperspectief kan 2018 omschreven worden als het jaar waarin de vraag naar een grondige evaluatie en modernisering van het beroep onder de aandacht kwam. Meer bepaald kondigde de opdracht, die justitieminister Koen Geens gaf aan de twee onafhankelijke experts, gerechtsdeurwaarder Luc Chabot en ere-notaris André Michielsens, om een rapport over de modernisering van het beroep te schrijven, de start aan van een hernieuwde dynamiek binnen het korps.
Hiermee werd geenszins afbreuk gedaan aan de geleverde inspanningen - en realisaties - van de voorbije jaren op het vlak van bijvoorbeeld de digitalisering, objectivering en professionalisering van de benoemingsprocedures, de redactie van interne reglementen en de uitbouw van de permanente vorming. Maar er ontbrak een rode draad die deze afzonderlijke initiatieven met elkaar verbond tot een logisch en onderbouwd geheel. Het expertenrapport bracht hierop een antwoord door, zoals gesteld, een dynamiek van intern debat en betrokkenheid tot stand te brengen. Meer bepaald kon de voltallige beroepsgroep, van ervaren gerechtsdeurwaarder tot stagiair, zijn of haar mening ventileren over een breed gamma van aspecten, gelieerd aan ons beroep. Deze input werd gebruikt bij de opmaak van ons memorandum, gaf zuurstof aan de interne commissies deontologie en tarief, en vormde het fundament voor de ontwikkeling van een beleidsnota.
Over één zaak kunnen we het eens zijn: 2018 was het jaar waarop we, als beroepsgroep, de vernieuwing op de agenda wensten te zetten. Vandaar dat we doelbewust hebben gekozen voor de titel “Change request”, een term uit de IT-wereld en dat een verzoek tot aanpassing impliceert. Toegepast op onze beroepsgroep betekent het dat we niet enkel de vraag hebben gesteld, maar dat we ze ook zelf willen beantwoorden en uitwerken.
Kortom, we willen proactief zijn en zelf ons beroep actualiseren.
In deze context haal ik graag de woorden aan van ere-procureur Yves Liégeois: “Iedereen wil een hervorming maar niemand wil veranderen”. Of anders gesteld: hervormen is mooi in theorie, maar in de praktijk heeft iedereen schrik om bij een hervorming achteruit te gaan. Laat de beroepsgroep van gerechtsdeurwaarders de zelfgekozen uitzondering zijn op deze ongeschreven regel. Het beroep van gerechtsdeurwaarder blijft immers actueel. Het onafhankelijk en onpartijdig optreden als ministerieel en openbaar ambtenaar, die authenticiteit verleent aan zijn akten, gecombineerd met zijn sociale rol is en blijft de grote meerwaarde van een gerechtsdeurwaarder. Maar ons ambt blijft ook ontegensprekelijk onder druk staan in een complexe maatschappelijke realiteit en een gedigitaliseerde justitie.
1 WOORD VOORAF DOOR DE VOORZITTER
HET D
IRECTIECOM
ITÉ / JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 7
2 HET DIRECTIECOMITÉ
Charles Charlier (FR) ondervoorzitter
Patrick Dumortier (NL)ondervoorzitter
Philippe Willems (NL) verslaggever
Bernard Yernaux (FR) penningmeester
Caroline De Mey (NL) secretaris
Jean Vleugels (FR) adjunct-verslaggever
Luc Chabot (FR) adjunct-penningmeester
Philippe Bourdeaud’hui (NL) adjunct-secretaris
Frank Maryns (NL)voorzitter
Op 24 maart 2018 verkoos de algemene vergadering van de NKGB een nieuw directiecomité. Voormalig ondervoorzitter Frank Maryns werd verkozen als voorzitter. Philippe Willems werd opnieuw verkozen als verslaggever en Caroline De Mey ruilt haar mandaat als adjunct-secretaris in voor dit van secretaris. Daarnaast verwelkomden we zes nieuwe gezichten: Patrick Dumortier en Charles Charlier als ondervoorzitters, Bernard Yernaux als penningmeester, Luc Chabot als adjunct-penningmeester, Jean Vleugels als adjunct-verslaggever en Philippe Bourdeaud’hui als adjunct-secretaris. Het mandaat van het directiecomité eindigt in maart 2020.
NIEUW DIRECTIECOMITÉ IN 2018
P. 8
JA
ARVE
RSLA
G N
ATIO
NAL
E KA
MER
/ C
HAN
GE
REQ
UES
T IN
201
8
CHAN
GE REQ
UEST IN
2018 / JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 9
CHANGE REQUEST IN 2018
P. 1
0
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
DE
OM
BUD
SMAN
De ombudsman van de gerechtsdeurwaarders is aan de slag gegaan op 1 september 2018 en is erkend als dienst voor buitengewone geschillenregeling door de Federale Overheidsdienst Economie. De functie wordt ingevuld door Arnout De Vidts, ere-beslagrechter en ervaren in het minnelijk regelen van geschillen in het beslagrecht en familierecht.
De ombudsman werd voorgesteld aan de pers in de aanwezigheid van minister van Economie Kris Peeters (bevoegd voor de erkenning van de ombudsman) en Justitieminister Koen Geens.
Minister Kris Peeters: “Gerechtsdeurwaarders hebben een bijzonder delicate job waarbij ze moeten omgaan met gevoelige en vertrouwelijke informatie. Dit is per definitie dan ook een beroepsgroep die, hoe meticuleus ze ook te werk gaan, af en toe ook zelf in een conflictsituatie terecht kunnen komen.
Daarom is de invoering van een Ombudsman voor Gerechtsdeurwaarders een goede zaak.“
Een ombudsman ten dienste van elke burger
Volgens de letter van de wet richt een ombudsman aangesteld voor één van de vrije juridische beroepen zich enkel op de klanten van deze beroepen. Voor het beroep van gerechtsdeurwaarder zou dat betekenen dat enkel opdrachtgevers (schuldeisers) bij hem terecht kunnen. Bij de onderhandelingen met de Federale Overheidsdienst Economie werd ervoor geijverd om de ombudsman voor iedereen, schuldeiser en schuldenaar, toegankelijk te maken. Met succes. “Logisch”, meent de ombudsman, “Wie zich geschaad voelt in zijn rechten door een tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder, heeft het recht om gehoord te worden en een antwoord te krijgen.”
De ombudsman bemiddelt, maar sanctioneert niet
De ombudsman werkt volledig onafhankelijk en onpartijdig, zodat de burger zich optimaal beschermd weet. Hij zal steeds een pragmatische oplossing zoeken, waarbij hij rekening houdt met de belangen van beide partijen. Een compromis waarbij beide partijen zich goed voelen, is dus het einddoel.
De ombudsman heeft bijgevolg niet de bevoegdheid om sancties op te leggen, hij bemiddelt en formuleert in zijn jaarverslag algemene aanbevelingen voor de beroepsgroep van gerechtsdeurwaarders. Op basis daarvan kan de dienstverlening en de werking van de gerechtsdeurwaarderskantoren nog verder worden geoptimaliseerd.
3 DE OMBUDSMANGroen licht voor de ombudsman van de gerechtsdeurwaarders
DE O
MBU
DSM
AN / JAARVERSLAG
NATIO
NALE KAM
ER P. 11
De ombudsman is niet de aangewezen persoon voor algemene vragen naar informatie. De juridische dienst van de Nationale Kamer staat daarvoor paraat.
Wie meent dat een klacht op zijn plaats is, moet de Nationale Kamer of de arrondissementskamer van de plaats waar hij/zij woont aanschrijven.
Gratis behandeling, afgerond in 90 dagen
Een dossier indienen is eenvoudig en kan per brief, e-mail of online via www.ombudsgdw.be.
De bemiddeling is gratis en wordt binnen de 90 dagen afgerond.
Arnout De Vidts: “Ik zal mijn taak als een succes beschouwen als burgers het bestaan kennen van mijn dienst en ik hen kan helpen via bemiddeling. Maar het grootste succes ligt natuurlijk in het doel dat er steeds minder mensen beroep op me zouden moeten doen.”
P. 1
2
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
HET
EXP
ERTE
NRA
PPO
RT
De totstandkoming van het expertenrapport
Minister van Justitie Koen Geens had aangekondigd om tegen de zomer van 2018 een beleidsplan over de modernisering van de juridische vrije beroepen voor te stellen, meer bepaald voor de notarissen, de advocaten, de gerechtsdeurwaarders en de bedrijfsjuristen. Ter voorbereiding daarvan stelde hij per beroepsgroep twee experten aan die de opdracht kregen een onafhankelijk en taboeloos rapport op te stellen over de toekomst van het respectievelijk beroep. Voor de gerechtsdeurwaarders kregen Luc Chabot, gerechtsdeurwaarder, en André Michielsens, erenotaris-ombudsman, de opdracht in maart 2018.
Ondanks de krappe deadline leverden de experten hun rapport op tijd in bij de minister. Het rapport telt een dikke 150 pagina’s en is onderverdeeld in 22 fiches, die een 80-tal concrete initiatieven omvatten. De rode draad in het rapport vormt de unieke rol van de gerechtsdeurwaarder in zijn hoedanigheid van openbaar en ministerieel ambtenaar, waarbij de experten hebben geprobeerd om het huidige beeld van een gerechtsdeurwaarder te verhelderen alsook voorstellen hebben geformuleerd om het vertrouwen tussen de burger en de gerechtsdeurwaarder te versterken.
Het rapport is te raadplegen via:https://justitie.belgium.be/sites/default/files/rapport_modernisering_functie_gerechtsdeurwaarder.pdf
Minister van Justitie Koen Geens: “We hebben met de potpourriwetten de eerste stappen genomen om procedures te moderniseren aan de wereld van vandaag en morgen. Het is de hoogste tijd om ook na te denken over hoe de juridische beroepen zich efficiënt kunnen organiseren om ook mee te blijven gaan met de wereld van vandaag maar vooral van morgen. De experten die we nu aanstellen zullen alle draagwijdte krijgen om die taak uit te oefenen.”
Reactie van de beroepsgroep
Voorafgaand aan het expertenrapport werd een consultatieronde gehouden binnen de beroepsgroep aan de hand van een vragenlijst ter inspiratie voor de experten. Daarnaast gingen zij ook te rade bij een aantal juridische en socio-economische spelers die regelmatig in contact komen met gerechtsdeurwaarders. Ze dienden het rapport in op 28 juni 2018 waarna er opnieuw een consultatieronde werd georganiseerd binen de beroepsgroep, waarbij elke titularis-, kandidaat-gerechtsdeurwaarder en stagiair een reactie kon geven op het rapport. De punten waarover een brede consensus bestond, werden overgemaakt aan de minister.
4HET EXPERTENRAPPORT
HET EXPERTEN
RAPPORT / JAARVERSLAG
NATIO
NALE KAM
ER P. 13
1. het invoeren van standaardmodellen voor de akten;2. een transparant en vernieuwd tarief, opgesteld door een onafhankelijke commissie;3. het installeren van een centraal meldpunt voor zaken die een misdrijf of mogelijks een maatschappelijk, economisch of familiaal risico inhouden;4. het versterken van de rol van de gerechtsdeurwaarder als solvabiliteitsexpert;5. een actieve actor in de strijd tegen overmatige schulden;6. modernisering van de uitvoeringsmogelijkheden;7. duidelijke omkadering van de patrimoniale waarde van een gerechtsdeurwaarderskantoor;8. einde loopbaan op 70 jaar, mits een garantie op een loopbaan van 30 jaar als titularis-gerechtsdeurwaarder;9. omkadering voor associaties tussen titularissen en kandidaten;10. duidelijke omkadering van de boekhouding van gerechtsdeurwaarders;11. een nog performanter tuchtsysteem – een tuchtrechtbank;12. het optimaliseren van de reglementaire bevoegdheden van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders, en de aanpassing van de beroepsorganen;13. de omvorming van het CBB naar de solvabiliteitsdatabank bij uitstek;14. de uitbreiding van het Centraal Register van Elektronische Akten (CREA);15. de oprichting van een gedigitaliseerde gedinginleiding via een platform;16. het wettelijk verankeren van de online gerechtelijke verkoop van roerende goederen.
21 december 2018: federale regering gaat in lopende zaken
De federale regering struikelde over het VN-migratiepact en moest in december de handdoek in de ring gooien. Daarna ging ze in lopende zaken, waardoor ze zich moest beperken tot het dagelijks bestuur waarvoor geen nieuwe besluitvorming nodig is en waardoor ze enkel het beleid dat al werd uitgestippeld kon uitvoeren. Het beloofde beleidsplan van minister Geens over de modernisering van de juridische vrije beroepen kwam er dan ook niet. Een aantal initiatieven uit het expertenrapport kregen echter wel een gevolg, hetzij in het parlementaire halfrond, hetzij via interne regelgeving.
In aanloop naar de federale verkiezingen op 26 mei 2019 werd een memorandum van de gerechtsdeurwaarders afgeleverd aan alle politieke partijen en verscheidene actoren in de juridische en socio-economische sector. Dat memorandum werd gezamenlijk opgemaakt door de NKGB, SAM-TES, NVKSG, CVG en UFHJ. Ook in dit werkstuk werden een aantal van de breedst gedragen voorstellen uit het expertenrapport opgenomen.
Bij deze punten staan we even stil.
1. Het invoeren van standaardmodellen voor de akten
Eigen aan het huidig juridisch taalgebruik is het feit dat het jargon is. Nochtans handelen juridische documenten doorgaans over belangrijke zaken, waardoor het essentieel is dat mensen begrijpen wat ze lezen.
De NKGB onderschrijft uitdrukkelijk de noodzaak aan heldere communicatie. Daarom stelde ze voor om modelakten van de meest frequente gerechtsdeurwaardersakten op te stellen en ter beschikking te stellen aan haar leden. Dat werd inmiddels gerealiseerd: diverse akten werden opgesteld, waarbij archaïsche formuleringen en overbodig jargon werden vermeden zonder hierdoor te raken aan de juridische correctheid van een akte.
P. 1
4
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
HET
EXP
ERTE
NRA
PPO
RT
2. Een transparant en vernieuwd wettelijk tarief, opgesteld door een onafhankelijke commissie
Met het oog op een transparanter wettelijk tarief, gaf de beroepsgroep de noodzaak aan om het tarief van de gerechtsdeurwaarder te herzien. Ze formuleerde hierbij wel een belangrijke voorwaarde, namelijk het voorzien van economische en/of politieke waarborgen ter ondersteuning van de levensvatbaarheid van de kantoren en de onafhankelijkheid van de gerechtsdeurwaarder. De beroepsgroep stelde bijgevolg voor om een onafhankelijke commissie samen te stellen, bestaande uit externen en aangevuld met (kandidaat-)gerechtsdeurwaarders. De opdracht bestaat erin om een voorstel van modernisering van het tarief uit te werken, waarbij hetzij een forfaitair eengemaakt tarief, hetzij de proportionele plafonnering van bijkomende kosten naast de vermindering van de fiscale lasten aan bod kunnen komen. In 2018 werd deze werkgroep opgericht die met het oog op een nieuwe federale legislatuur een gedragen voorstel zou formuleren.1
Om hoog oplopende gerechtskosten te vermijden, schuiven de experten in hun rapport ook de invoering van een buitengerechtelijke procedure voor de inning van onbetwiste geldschulden voor B2C, C2B en C2C-relaties naar voren, waarbij de nodige bescherming voor de consument wordt gewaarborgd. De grote meerwaarde van deze procedure ligt in het persoonlijk contact van een gerechtsdeurwaarder met de betrokken persoon. De ervaring van de gelijkaardige procedure in B2B leert dat er in ongeveer 42 % van de dossiers in de fase vooraleer een uitvoerbare titel wordt afgeleverd een regeling (betaling/afbetalingsplan) wordt getroffen. Dat is een pluspunt voor alle partijen en betekent bovendien een werklastvermindering voor de rechtbanken.
3. Modernisering van de uitvoeringsmogelijkheden
Er is nood aan nieuwe, tijds- en kostenefficiënte uitvoeringsmogelijkheden. Zij stelden een aantal nieuwe middelen voor waaronder de mogelijkheid voor de gerechtsdeurwaarder om een in beslag genomen motorrijtuig te immobiliseren, alsook het inschrijvingsbewijs ervan in beslag te nemen. Dat voorstel werd ook meegenomen in de reactie van de NKGB aan de minister. Hierop volgend werd een wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie en modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken geamendeerd met een artikel dat de immobilisatie van voertuigen door gerechtsdeurwaarders mogelijk zou maken in bepaalde materies.2
4. Het installeren van een centraal meldpunt voor zaken die een misdrijf of mogelijks een maatschappelijk, economisch of familiaal risico inhouden
Een gerechtsdeurwaarder, als tussenpersoon tussen justitie en maatschappij, komt onwillekeurig in contact met onwettige, economisch verontrustende of sociaal gevaarlijke situaties. Uit de enquêtes in het kader van het expertenrapport bleek duidelijk dat de gerechtsdeurwaarders positief stonden tegenover het voorstel om hun ministeriële en openbare functie te versterken ten dienste van de maatschappij.
Deze bereidheid werd vertaald in een concreet voorstel, namelikjk de strijd tegen fictieve adressen, waarbij de gerechtsdeurwaarder een bericht van vermoedelijk fictief adres kan neerleggen in het Centraal Bestand van Berichten van beslag, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest. Dit bericht wordt dan automatisch doorgestuurd naar de bevoegde autoriteiten (parket, politie, KBO, lokale besturen, enz.), die de betrokken persoon of het bedrijf kunnen schrappen op dat adres en, indien nodig, verder gevolg geven aan het dossier. Op deze manier worden nutteloze kosten en procedures vermeden en kan er tegelijk meegewerkt worden aan de strijd tegen sociale en fiscale fraude. Het voorstel werd gelanceerd in de politieke debatten, maar werd niet weerhouden voor de val van de regering.
1 Zie hoofdstuk 9, Quid Novi: wetgeving & werkgroepen.2 Dit voorstel werd goedgekeurd door het parlement, de wet verscheen op 19 juni 2019 in het Belgisch Staatsblad.
HET EXPERTEN
RAPPORT / JAARVERSLAG
NATIO
NALE KAM
ER P. 15
5. Een nog performanter tuchtsysteem – een tuchtrechtbank
In 2014 werd de tuchtprocedure voor de gerechtsdeurwaarders structureel hervormd. Het onderscheid tussen hoge en lage tuchtstraffen en de bevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg voor de hoge tuchtstraffen werd wel behouden.
De experten formuleerden het idee om een tuchtrechtbank voor alle juridische beroepen op te richten. Zij stelden ook voor om een onderzoekscel in het kader van een tuchtonderzoek op te richten. Deze rechtbank moet de bevoegdheid krijgen over het volledige arsenaal van tuchtstraffen, inbegrepen schorsing en afzetting. De eigenlijke procedure wordt gevoerd voor een rechtbank. Indien een dergelijke initiatief niet voldoende steun zou krijgen, is het volgens de experten alleszins aangewezen om de onderzoekscel op te richten. Dit voorstel genoot brede politieke steun en werd reeds in grote lijnen uitgewerkt, maar de verdere onderhandelingen werden helaas stilgelegd door de val van de federale regering.
6. Het wettelijk verankeren van de online gerechtelijke verkoop van roerende goederen
De klassieke openbare verkopen van roerende goederen bereiken vandaag slechts een klein deel van de gegadigden (professionals), dat gewend is zich naar de verkoopzalen te begeven. De gewone burger is heel vaak niet op de hoogte van deze verkopen of kan zich eenvoudigweg niet vrijmaken op de dag van de verkoop.
In het kader van de modernisering en informatisering van justitie zou de gerechtsdeurwaarder in staat moeten zijn om op eigen verantwoordelijkheid deze gerechtelijke openbare verkoop van roerende goederen elektronisch te organiseren. Hij zou ook over de middelen moeten beschikken om een goede communicatie over dit soort verkoop te garanderen. Met de online verkoop kan een groter aantal potentiële kopers worden aangesproken, wat mogelijks een verhoging van het verkoopresultaat met zich mee zal brengen.
De beroepsgroep stelde een wetsaanpassing voor, die zich vertaalde in een amendement op het wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie en modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank.3
Besluit
Het expertenrapport vormt dus niet het eindpunt van de opdracht van de minister van Justitie, maar is de hefboom om een gezamenlijke visie te ontwikkelen op de toekomst van het beroep.
Op basis van het expertenrapport en de conclusies van de bevragingen werd niet alleen een memorandum geschreven. Het is ook de basis voor de ontwikkeling van een beleidsnota, die het traject voor de beroepsgroep voor de komende jaren aangeeft.
3 De wet verscheen inmiddels in het Belgisch Staatsblad op 19 juni 2019.
“Elk obstakel versterkt de vastberadenheid. Diegene die zich een doel vooropstelt zal er niet van afwijken.”
Leonardo da Vinci
P. 1
6
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
INTE
RVIE
W M
ET D
E EX
PERT
EN
5
INTERVIEW
MET D
E EXPERTEN / JAARVERSLAG
NATIO
NALE KAM
ER P. 17
INTERVIEW MET DE EXPERTEN
In 2018 kreeg u de opdracht om – in een zeer korte periode – een rapport over de modernisering van het beroep van gerechtsdeurwaarders op te stellen. Hoe bent u aan deze opdracht begonnen, hoe hebt u zich voorbereid?
Luc Chabot:
De heer André Michielsens en ik zijn inderdaad in maart 2018 officieel aangeduid door de minister van Justitie om uiterlijk tegen 30 juni 2018 dit verslag op te stellen. Gelet op deze zeer korte termijn hebben we deze opdracht onderling verdeeld. André Michielsens nam het deel over het statuut van de gerechtsdeurwaarder voor zijn rekening. Ik heb de hoofdstukken geschreven die handelen over de uitoefening van het beroep. Tijdens het schrijven hebben we natuurlijk elkaars stukken gelezen en daarop correcties aangebracht om tot een gemeenschappelijke tekst te kunnen komen.
Van zodra onze aanstelling bekend was, heeft het kenniscentrum van de NKGB het waardevolle initiatief genomen om een grote enquête af te nemen bij alle toekomstige en huidige gerechtsdeurwaarders. Hoewel de minister ons uitdrukkelijk gevraagd had om onafhankelijk te blijven tijdens de redactie, hebben we zonder gewetensbezwaren rekening kunnen houden met de resultaten van deze enquête.
We hebben ook geprobeerd om vooraf, in de maanden maart, april en mei, met afgevaardigden van de academische wereld en het maatschappelijk middenveld te spreken. Helaas konden we door het korte tijdsbestek, waaraan we gehouden waren, niet alle mensen ontmoeten die op ons verlanglijstje stonden. Daarom hebben we een vragenlijst opgesteld voor de beroepsverenigingen van de notarissen, de advocaten, de consumentenorganisaties, de verschillende kenniscentra van ons land, de banken, enz. Wat betreft het deel dat ik schreef, had ik het geluk dat ik sinds eind 2017 samen met mijn gewaardeerde collega Etienne Leroy een congres van de Union Francophone des Huissiers de Justice aan het voorbereiden was over de noodzakelijk hervorming van het beroep van gerechtsdeurwaarder. Dat heeft mijn werk voor het verslag op een positieve en sterke wijze beïnvloed.
André Michielsens:
De opdracht was voor mij bijzonder omdat ik een ander openbaar ambt heb beoefend. Ik heb me dus eerst ingewerkt in de materie en veel gelezen en bevraagd.
Hierbij viel het me onmiddellijk op dat de gemiddelde leeftijd van de titularissen erg hoog was. Ik heb me dan ook in de eerste plaats geconcentreerd op dit aspect. Een beroep heeft maar toekomst als er een goede doorstroming is naar de volgende generatie en er voldoende jongeren interesse hebben om het beroep uit te oefenen. De ervaringen die we in het notariaat verworven hebben gedurende de laatste 20 jaar na de hervormingen van 1999 hebben een dergelijke verjonging mogelijk gemaakt waardoor er ook een voldoende instroom is vanuit de universitaire opleidingen. Ik heb dan getracht de positieve resultaten van het notariaat te toetsen aan de inrichting van het ambt van gerechtsdeurwaarders.
Het is me vooral opgevallen dat het te lang duurt om te komen van de universitaire studies naar een benoeming als titularis en er te veel onzekerheid is over de toekomst. Een volwaardige associatie tussen titularissen en kandidaten, zoals in het notariaat, leek me een uitweg.
P. 1
8
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
INTE
RVIE
W M
ET D
E EX
PERT
EN
Op dezelfde wijze bestudeerde en vergeleek ik de corporatieve inrichting en de disciplinaire procedure. Achteraf bleek trouwens dat de experten voor het notariaat een zelfde gedachtegang volgden voor de inrichting van een echte tuchtrechtbank. Bij het doornemen van het bestaande deontologisch reglement viel op dat de gerechtsdeurwaarders progressief durven denken (publiciteit, enz.).
U bent zelf al geruime tijd gerechtsdeurwaarder. Ervaarde u dat als een meerwaarde tijdens het schrijven of vond u het moeilijk om de rol van onafhankelijk expert te verenigen met uw beroep? (specifiek voor mijnheer Chabot)
Luc Chabot:
Ik zit al zo’n dertig jaar in het vak. Dat helpt uiteraard, al was het maar om een goed beeld te krijgen van de ontwikkeling die het beroep kende gedurende deze periode.
Het is wel zo dat deze opdracht in het vooropgestelde kort tijdsbestek enkel en alleen kon worden aanvaard door een gerechtsdeurwaarder die zich omringd weet door een georganiseerd team. Daarnaast sprak het in mijn voordeel dat ik altijd geïnteresseerd ben geweest in het beroep zelf en heb deelgenomen aan verschillende reflectiegroepen georganiseerd door de NKGB of de UFHJ. Zo kon ik vrij snel vooruitgang boeken bij het schrijven van mijn deel van het rapport.
Dat neemt niet weg dat ik me zeker niet beschouw als een expert in het vak, zoals de minister me betitelt. Ik zie mezelf veeleer als een bescheiden beoefenaar van het beroep en een dagelijkse manager van een gerechtsdeurwaarderskantoor die drie maanden van zijn leven heeft gewijd aan het schrijven van een rapport waarin ik mijn persoonlijke mening (in overeenstemming met deze van vele collega’s) heb gegeven over wat en hoe de gerechtsdeurwaarder (opnieuw) moet worden.
Indien u vandaag het rapport zou moeten herschrijven, zou u het anders doen?
Luc Chabot:
Ik denk het niet. Hoogstens zou ik ervoor hebben gezorgd dat er een betere vertaling in beide talen voorhanden zou zijn, maar ook op dat vlak was er sprake van een krappe deadline. Dat betekent niet dat ik 100 procent tevreden ben met alles wat in het verslag van 150 pagina’s staat. Er is altijd ruimte voor verbetering. Maar aan één punt valt er niet te twijfelen, ik heb me drie maanden lang volledig gewijd aan de beroepsgroep van de gerechtsdeurwaarders. En ik voeg er, met enige ironie aan toe, dat ik niet weet hoe ik het rapport zou hebben geschreven zonder te kunnen rekenen op mijn plaatsvervanger.
André Michielsens:
Ik zou meer tijd vragen. Het was technisch niet mogelijk sommige gedachten ten gronde af te toetsen. Ik zou zeker meer aandacht willen besteden aan de invordering van schuldvorderingen en de bemiddelende rol van de gerechtsdeurwaarder. Hier stelt zich immers een interessant probleem: in welke mate is de gerechtsdeurwaarder hier nog openbare ambtenaar? In welke mate is het openbaar ambt een echte en de enige toegangsdeur naar buitengerechtelijke invordering? Hoe zit het met de bescherming als openbaar ambtenaar? Er zijn op dat vlak nog heel veel vraagtekens en die zijn belangrijk.
INTERVIEW
MET D
E EXPERTEN / JAARVERSLAG
NATIO
NALE KAM
ER P. 19
Hoopt u dat uw plan de volgende minister van Justitie zal inspireren tot het opstellen van een beleidsplan?
Luc Chabot:
Uiteraard hoop ik dat het rapport wordt gelezen, welk nut heeft het anders? Wat ik wel weet, is dat uit een rondvraag van het kenniscentrum onder de stagiairs, kandidaat- en titularis-gerechtsdeurwaarders bleek dat zij 80% van de voorstellen, die overgemaakt werden aan de minister van Justitie, toejuichen. Ook het memorandum 2019-2024, opgesteld in samenwerking met de NVKSG, de CVG, de UFHJ en SAM-TES, vond duidelijk inspiratie in de ideeën en de oplossingen voorgesteld in het rapport.
Ik zou het jammer vinden als de volgende minister van Justitie en de minister van Economische Zaken geen rekening zouden houden met het rapport. In het bijzonder hoop ik op een voortzetting van het debat over de kwaliteit van de dienstverlening v+oor de rechtzoekende en de samenleving. Daarnaast denk ik dat het essentieel is om de constructieve dialoog die de minister in gang heeft gezet tussen de juridische beroepen, en waarbij tot uiting kwam dat een sterk corporatistische reflex de rechtzoekende schaadt, verder te zetten.
André Michielsens:
Ik hoop vooral dat het verslag de aanzet is om initiatieven te nemen. De juridische beroepen moeten daarvoor in de eerste plaats steun zoeken bij elkaar. Ik heb de indruk dat gerechtsdeurwaarders en notarissen elkaar wel kunnen vinden maar stel vast dat de balies liever een eigen koers volgen. Hier zit dan het gevaar dat alles zal vastlopen: een agressieve keuze voor eigenbelang leidt tot een defensieve houding en stilstand.
Zolang er geen regeringsverklaring is kunnen we alleen maar hopen dat het memorandum van de Nationale Kamer inspiratie kan bieden bij de formatiegesprekken. Men moet daarenboven ook oog hebben voor wat elders in de Europese unie gebeurt: het gras is altijd groener aan de overkant. Een versterkte Europese samenwerking op juridisch gebied biedt kansen en uitdagingen, zeker nu de belangrijke portefeuille Justitie dicht bij huis zit. De Nationale Kamer zal zijn rol ten volle moeten spelen en de technische knowhow van SAM-TES is een wissel op de toekomst, maar vooral de basis zal mee moeten volgen en mee vernieuwend moeten denken.
P. 2
0
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
INTE
RVIE
W M
ET D
E EX
PERT
EN
6KLACHTEN & SANCTIES:CIJFERS
KLACHTEN
& SAN
CTIES: CIJFERS / JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 21
Statistieken m.b.t. de klachten 2019 2018 2017
NL FR Totaal NL FR Totaal NL FR Totaal
Aantal ingediende klachten 12 12 24 39 11 50 45 27 72
Aantal behandelde klachten* 35 10 45 28 15 43 58 18 76
Onontvankelijke klachten 0 0 0 0 0 0 1 0 1
Succesvolle verzoening dankzij de nationale verslaggever
0 0 0 0 1 1 0 0 0
Intrekking van de klacht** 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Klassering zonder gevolg vanwege het directiecomité van de NKGB***
23 6 29 23 11 34 47 15 62
Doorverwijzing naar een tuchtcommissie vanwege het directiecomité van de NKGB
10 3 13 5 3 8 10 3 13
Doorverwijzing naar een tuchtcommissie na beroep van de klagende partij***
2 1 3 10 1 11 6 8 14
Dossiers in behandeling op 31 december
25 25 50 23 10 33 7 24 31
* Dit cijfer omvat alle klachten waarover het directiecomité een beslissing nam in de loop van 2018, inclusief klachten die werden ingediend in de jaren daarvoor. Anderzijds zijn klachten die in 2018 werden ingediend doch waarvan de behandeling niet afgerond was op 31 december 2018, niet in dit cijfer vervat. ** De rubriek “intrekking van de klacht” heeft betrekking op klachtdossiers die een oplossing kenden in de loop van de procedure, buiten het kader van een verzoeningspoging om.*** Artikel 537, §2, 2de en 3de lid van het Gerechtelijk Wetboek voorziet in geval van een klassering zonder gevolg door het directiecomité in een beroepsmogelijkheid voor de klager, de syndicus onder wiens bevoegdheid de gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder valt, of de bevoegde procureur des Konings, indien één van deze personen zich niet kan vinden in de genomen beslissing. Bijgevolg zijn de dossiers in de rubriek “doorverwijzing naar een tuchtcommissie na beroep van de klagende partij” reeds inbegrepen bij het aantal in de rubriek “klassering zonder gevolg vanwege het directiecomité”.
P. 2
2
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
DIG
ITAL
ISER
ING
Digitalisering: geen science fictionDigitalisering, informatisering, artificiële intelligentie, legal tech, big data, … Deze termen klinken niemand nog vreemd in de oren. Maar zal digitalisering daadwerkelijk de disruptieve factor zijn voor de huidige maatschappij, de economie en de arbeidsmarkt?
Feit is dat we de digitalisering niet kunnen negeren. Digitalisering wint aan belang in elke geleding van de maatschappij. Ook in de juridische wereld wordt massaal op de informatiseringstrein gesprongen, wat deels te verklaren is door de explosie van beschikbare gegevens en digitale applicaties om deze gegevens te beheren en te verwerken.
Op het perron blijven staan terwijl de trein doorraast, is dan – zeker voor een kleine beroepsgroep zoals deze van de gerechtsdeurwaarders – geen optie. Anderzijds mag de nood om te digitaliseren geen blinde paniek veroorzaken, vertaald in de drang om snel dure projecten op poten te zetten. Digitalisering moet in de eerste plaats een instrument zijn om de eigen dienstverlening en dus ook de eigen noodzakelijkheid binnen de juridische, socio-economische en maatschappelijke realiteit te versterken. Digitalisering kan nooit een doel an sich zijn. Dat geldt zeker voor het beroep van de gerechtsdeurwaarder, waarbij het persoonlijk contact met de burger een essentieel aspect vormt van het unieke karakter van zijn ambt.
Hieronder leest u welke stappen de gerechtsdeurwaarders in 2018 hebben ondernomen, waarbij steeds de volgende doelstellingen vooropstaan: een optimale dienstverlening, efficiëntere en snellere procedures en minder kosten voor de eindgebruiker. Let wel, dit artikel bestrijkt het jaar 2018. Dat impliceert dat de tekst gedateerd kan zijn op het vlak van actuele wetgeving. Indien dat het geval is, wordt de actuele stand van zaken aangeduid in een voetnoot.
E-betekening
Wettelijke basis
Potpourri III1 opende de deur voor de elektronische betekening, een belangrijke nieuwe stap in het realiseren van de elektronische procesvoering. Deze wetswijziging (artikelen 32 e.v. Ger.W.) maakte het voor de gerechtsdeurwaarder mogelijk om, naast de traditionele wijze van betekening, te kiezen voor de elektronische betekening. Enkel in strafzaken kan het Openbaar Ministerie de gerechtsdeurwaarder verplichten om de akte aan persoon te betekenen.
De digitale wijze van betekenen zou zich moeten vertalen in een aanzienlijke tijdswinst, een verhoogde productiviteit en een administratieve vereenvoudiging.2 Alle betekende akten, ongeacht of dit op papier of digitaal is, dienen binnen de drie dagen opgeladen te worden in het Centraal Register Elektronische Akten (ofwel het Centraal Register van Gedematerialiseerde Authentieke Akten, hierna CREA).1 Wet van 4 mei 2016 houdende internering en diverse bepalingen inzake justitie, BS 13 mei 2016.2 Parl.St. Kamer 2016, nr. 1590/001.
DIG
ITALISERING
/ JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 23
7 DIGITALISERING
In het Gerechtelijk Wetboek werden in dit kader twee nieuwe begrippen ingevoegd, meer bepaald het “gerechtelijk elektronisch adres” en het “adres van elektronische woonstkeuze”. Het gerechtelijk elektronisch adres is een uniek, door de bevoegde overheid aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon toegekend, elektronisch adres. Op dit moment werd nog geen enkel gerechtelijk elektronisch adres toegekend.
Het adres van elektronische woonstkeuze is ieder ander elektronisch adres dan het gerechtelijk elektronisch adres waarop kan worden betekend, en waarvan de gerechtsdeurwaarder vermoedt dat de bestemmeling er kan worden bereikt, op voorwaarde dat deze voor elke betekening uitdrukkelijk en voorafgaand daarin heeft toegestemd.
Praktisch - testfase
Het is belangrijk om stapsgewijs te werk te gaan, want digitalisering mag niet leiden tot een slechtere dienstverlening. De betekening moet steeds op maat van de rechtszoekende gebeuren. Het is nog wachten op de verdere praktische uitvoering en uitwerking van de nieuwe wetgeving.
Dat heeft de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders niet tegengehouden om reeds te starten met de ontwikkeling van een platform dat de e-betekening mogelijk zal maken maken (art. 32 quater/2 van het Gerechtelijk Wetboek). Het spreekt voor zich dat de regelgeving inzake de elektronische betekening in werking zal treden zodra de koppeling tussen de verschillende technische toepassingen tot stand is gebracht.
Alvorens de elektronische betekening in strafzaken uit te rollen over het hele land, wordt eerst een pilootfase uitgevoerd bij het parket van Antwerpen.3 Dit beperkt zich vooralsnog tot de uitwisseling van informatie tussen het parket, de gerechtsdeurwaarders en de griffie.
De testfase in burgerlijke zaken zal in eerste instantie uitgevoerd worden bij de banken.4 De elektronische betekening in burgerlijke zaken kan wellicht sneller uitgerold worden dan in strafzaken.
Toegang tot de Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KSZ)
Gerechtsdeurwaarders hadden slechts toegang tot de gegevens van de KSZ5 na het indienen van een schriftelijk verzoek gericht aan de instellingen van de sociale zekerheid, beperkt tot de KSZ en RSZ.6 Dit schriftelijk verzoek moest voorzien zijn van een zegel van de KSZ-RSZ en een kopie van de uitvoerbare titel.In januari 2018 werd naast de bestaande toegang tot de KSZ een nieuwe wijze geïntroduceerd, zijnde de elektronische toegang.7
3 Stand van zaken najaar 2019: in strafzaken wordt de software van de rechtbanken en parketten (MACH) nog afgestemd op het platform van de NKGB. In burgerlijke zaken is de testfase lopende en bijna afgelopen.4 De testfase van de elektronische betekening in burgerlijke zaken werd opgestart in 2019, de eerste betekeningen werden succesvol uitgevoerd midden 2019.5 De persoonsgegevens beperken zich tot de aanduiding van het statuut van de betrokkene in de diverse takken der sociale zekerheid, de relevante periodes en de bevoegde instellingen van de sociale zekerheid. Er worden géén bedragen meegedeeld (noch van Ionen noch van uitkeringen).6 Beraadslaging n° 96/65 dd. 10 september 1996 van het Toezichtscomité. Het Toezichtscomité is de voorganger van het Sectoraal Comité SCSZ binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Vandaag spreekt men van de “Gegevensbeschermingsautoriteit” (GDPR).7 Beraadslaging n° 17/088 dd. 7 november 2017 van het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid, gewijzigd op 9 januari 2018.P.
24
JA
ARVE
RSLA
G N
ATIO
NAL
E KA
MER
/ D
IGIT
ALIS
ERIN
G
Het elektronisch verzoek tot consultatie vermeldt enkel nog de referentie van het kantoor en de titel.8 De KSZ zal op regelmatige tijdstippen de uitvoerbare titels kunnen opvragen. Op die wijze controleert ze het regelmatig karakter van de raadpleging en kan ze “de gepaste maatregelen” treffen ten aanzien van de gerechtsdeurwaarder die een inbreuk begaat.
In een volgende fase wordt vooropgesteld om het toepassingsgebied van de toegang tot de instellingen van de sociale zekerheid (zijnde naast de RSZ ook RSVZ, FAMIFED, RVA, RIZIV, enz.) te verruimen en zal vanaf 1 april 20199 het enkel nog mogelijk zijn om een verzoek tot inlichting(en) op elektronische wijze over te maken aan de KSZ en de RSZ (via een webapplicatie langs de CIA-server). Op die manier moet de gerechtsdeurwaarder in staat zijn om ook de relevante periodes van lonen of uitkeringen, het soort uitkeringen en de identiteit van de schuldeiser te raadplegen.
De elektronische toegang tot de registers van alle instellingen van de sociale zekerheid impliceert een grote tijdswinst (enkele weken), doordat er minder administratieve rompslomp zal zijn. Dit brengt niet alleen voordelen voor de administratie met zich mee, maar ook voor de gerechtsdeurwaarder, aangezien deze zich sneller een beeld kan vormen van de solvabiliteit van de schuldenaar, zodat er sneller een regeling kan getroffen worden. Op deze manier worden ook de kosten en interesten beperkt.10
Openbare verkoop op elektronische wijze
Tot op heden kunnen gerechtsdeurwaarders de in beslag genomen roerende goederen enkel openbaar verkopen in een veilingzaal (artikelen 1499-1528 Ger.W.), op de dichtbijgelegen openbare markt of op een geschiktere plaats mits toestemming van de beslagrechter (bijvoorbeeld online).
De klassieke gerechtelijke openbare verkopen van roerende goederen bereiken slechts een klein deel van de bevolking, namelijk de groep (voornamelijk professionals) voor wie het gebruikelijk is om naar een verkoopzaal te komen. Vaak zal de gewone burger geen kennis hebben van de organisatie van deze verkopen of kan hij zich eenvoudig weg niet vrij maken op de verkoopdag.
In de Ministerraad van 31 augustus 2018 werd het voorontwerp van de wet inzake informatisering van justitie aangenomen, de zogenaamde ICT-wet. Het voorontwerp voorziet, naast de traditionele openbare verkoop, de mogelijkheid voor gerechtsdeurwaarders om de in beslag genomen roerende goederen, in het kader van een gerechtelijke opdracht, openbaar te verkopen en dit op elektronische wijze.
Binnen enige tijd zal het dus voor de gerechtsdeurwaarders mogelijk zijn, net zoals voor de notarissen (Biddit), om goederen online te verkopen zonder tussenkomst van de rechter.11
8 De lijst van uitvoerbare titels wordt uitgebreid met: 1) de beschikking, 2) de bestuursbeslissingen, 3) het proces-verbaal van niet-betwisting, 4) het Europese betalingsbevel, 5) de Europese executoire titel en 6) de beslissingen gegeven door een rechtbank van een andere lidstaat van de Europese Unie.9 Dit is inderdaad zo ingevoerd in 2019.10 Het aantal elektronisch ingediende aanvragen is indrukwekkend. Terwijl de KSZ voor 2018 gemiddeld 2.000 papieren aanvragen per jaar ontving en de RSZ gemiddeld 40.000, bedroeg het aantal elektronische aanvragen eind juni 2019 ± 10.000 per maand.11 Het wetsontwerp is wet geworden op 5 mei 2019, BS 19 juni 2019 (nieuwe artikelen 1511, 1516, 1519, 1522, 1523 en 1526 Ger.W.). Een koninklijk besluit zal de praktische modaliteiten van de verkoop op elektronische wijze moeten bepalen (bekendmaking, verkoop, toewijzing en betaling).
DIG
ITALISERING
/ JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 25
CROS en de Europese toepassing
Toepassing en voorwaarden
Het Europees Parlement tracht met de Europese richtlijn Betalingsachterstand de betalingsachterstand bij handelstransacties te bestrijden.12 Het verplicht de lidstaten van de Europese Unie te voorzien in een procedure die het mogelijk maakt, in het kader van onbetwiste geldschulden, om op korte termijn een uitvoerbare titel te bekomen.
De Belgische wetgever heeft deze procedure opgenomen in de artikelen 1394/20 en 1394/21 van het Gerechtelijk Wetboek. De procedure voor onbetwiste geldschulden is sinds juli 2016 van kracht. Deze procedure is sneller ten aanzien van de schuldeiser, aangezien deze over een uitvoerbare titel kan beschikken binnen 1 maand en 8 dagen na de aanmaning. Meer nog, in bijna 40 % van de gevallen ontvangt de schuldeiser een betaling zonder dat hij een titel dient te bekomen. De IOS-procedure is bovendien goedkoper ten aanzien van de schuldenaar, aangezien vele kosten wegvallen, zoals de gerechtskosten, de rolrechten, de registratiekosten en dagvaardingskosten. Tenslotte zijn ook daarbij de intresten en het schadebeding beperkt tot 10 % van de hoofdsom. De resultaten zijn inmiddels bevredigend. De procedure wordt massaal gebruikt door de ondernemingen.
Koninklijk besluit van 17/08/2018
Het toepassingsgebied ratione personae van de IOS-procedure werd uitgebreid. De koning verklaarde per KB van 17 augustus 2018 enkele buitenlandse databanken gelijkwaardig aan onze Kruispuntbank van Ondernemingen (BS van 17 september 2018).
Sinds 1 oktober 2018 is het wettelijk mogelijk om beroep te doen op deze administratieve procedure wanneer één of meerdere partijen officieel zijn ingeschreven in één van onderstaande buitenlandse ondernemingsregisters:13
1) Nederland: “het Handelsregister’’, zoals bedoeld in de Nederlandse wet van 22 maart 2007, houdende regels omtrent een basisregister van ondernemingen en rechtspersonen; 2) Frankrijk: “Le Registre du commerce et des sociétés”, zoals bedoeld in artikel L.123-1 van de Franse Code de commerce; 3) Duitsland: “das Handelsregister”, zoals bedoeld in § 8 van het Duitse Handelsgesetzbuch;4) Groothertogdom Luxemburg: “Le Registre de commerce et des sociétés”, zoals bepaald bij de Luxemburgse wet van 19 december 2002 concernant le registre de commerce et des sociétés; 5) Italië: “Il Registro delle Imprese”, zoals bedoeld in artikel 8 van de Italiaanse wet nr. 580 van 1993; 6) Spanje: “El Registro Mercanti”, zoals bedoeld in de Spaanse wet 19/1989 van 25 juli 1989; 7) Oostenrijk: “das Firmenbuch”, zoals bedoeld in het Oostenrijkse Firmenbuchgesetz uit 1990.
12 Art.10.1. Richtl. Europees Parlement en Raad nr. 2011/7, 16 februari 2011 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties, Pb.L. 23 februari 2011, afl. 48, 1.13 Het Centraal Register voor Onbetwiste Schulden (CROS) wordt eind 2019 hiervoor technisch op punt gesteld.P.
26
JA
ARVE
RSLA
G N
ATIO
NAL
E KA
MER
/ D
IGIT
ALIS
ERIN
G
Praktisch
In de hypothese waarin een buitenlandse handelaar deze procedure wil gebruiken tegen een Belgische onderneming-schuldenaar, zal het proces-verbaal van niet-betwisting dat uitvoerbaar is geworden normaliter probleemloos uitgevoerd kunnen worden op ons grondgebied. Omgekeerd geldt hetzelfde voor de Belgische schuldeiser ten aanzien van een buitenlandse schuldenaar met een uitbatingszetel in België.
Als in voormelde hypotheses de uitvoerbare titel daarentegen op het grondgebied van een andere Iidstaat moet uitgevoerd worden, staat de theorie niet altijd gelijk aan de praktijk. De functie van gerechtsdeurwaarder wordt in andere landen mogelijks anders ingevuld. Verder is er vaak sprake van complexe administratieve procedures en taalproblemen en stelt zich de vraag naar de toepassing van de Brussel I-bis Verordening.
De uitbreiding van het Centraal Register van Elektronische Akten (CREA)
Ingevolgde de ICT-wet zullen alle authentieke akten, zowel betekende als niet-betekende akten, uiterlijk op 1 januari 2020 digitaal beschikbaar zijn op het hiertoe opgerichte platform CREA.14 De digitale beschikbaarheid slaat bovendien zowel op de elektronisch als op de traditioneel betekende akten die vervolgens werden gedematerialiseerd.15
Het CREA kent een dubbele finaliteit. Enerzijds biedt het een antwoord op de vraag naar meer transparantie (in het kader van controle) over de activiteiten van de gerechtsdeurwaarders. Anderzijds is het een oplossing in antwoord op de wens van de minister van Justitie om de burgerrechtelijke en strafrechtelijke keten integraal te informatiseren.16
De centralisatie van de akten van gerechtsdeurwaarders in één enkel register, als open deur naar een centraal register van geding inleidende akten, geniet de steun van de NKGB.
Toegang tot het kadaster
Naar aanleiding van de positieve beraadslaging door het Sectoraal Comité voor de Federale Overheid17 wordt de toegang van de gerechtsdeurwaarders tot de gegevens18 van het kadaster gedigitaliseerd.19 Deze toegang is alsnog beperkt voor akten/pv’s tot bewarend of uitvoerend onroerend beslag.
De NKGB en de FOD Financiën stellen een protocol op dat de modaliteiten vastlegt van deze elektronische toegang.20
14 Art.32quater/2, Ger.W.15 Zie supra “E-betekening”.16 K. GEENS, Court of the Future, FOD Justitie, 25 oktober 2017, www.koengeens.be/policy/court-of-the-future.17 Beraadslaging FOD nr. 15/2017 dd. 19 mei 2017 van het Sectoraal Comité voor de Federale Overheid.18 Volgende gegevens worden geviseerd: identificatie van het/de kadastra(a)le perce(e)len, identificatie van de eigenaar, de geografische ligging van het perceel, oppervlakte van het perceel en de kadastrale aard.19 Zie ook: Koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende het aanleggen en bijhouden van de kadastrale documentatie en tot vaststelling van de modaliteiten voor het afleveren van kadastrale uittreksels, BS 9 oktober 2018.20 De onderhandelingen zijn intussen reeds afgerond en het protocol werd ondertekend in juli 2019. De technische ontwikkeling van het protocol zal ten vroegste eind 2019 afgerond zijn.
DIG
ITALISERING
/ JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 27
Centraal aanspreekpunt positieve kredietcentrale
In 2018, heeft de gerechtsdeurwaarder geen toegang tot het centraal aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten (het CAP, beter gekend als het bankenregister), beheerd door de Nationale Bank van België (hierna NBB). Hij is bijgevolg genoodzaakt om per dossier alle bankinstellingen van het land aan te spreken om te weten te komen waar de betrokken schuldenaar een rekening heeft. Deze werkwijze neemt heel wat tijd in beslag en brengt heel wat kosten met zich mee.
Desbetreffend werd een nieuw wettelijk kader gecreëerd.21 Europese schuldeisers hebben toegang tot de betreffende inlichtingen, maar wel enkel inzake bewarend beslag. De Europese schuldeiser zal een aanvraag moeten richten tot de bevoegde buitenlandse jurisdictie. Deze laatste zal bij de NKGB de nodige inlichtingen opvragen en de Nationale Kamer zal zich op haar beurt richten tot het CAP. Aldus zal de NKGB de rol van informatiegerechtigde22.
De NKGB blijft ijveren voor een ruimere toegang, geënt op de volgende factoren23:
1) de gerechtsdeurwaarder moet een rechtstreekse toegang krijgen tot het CAP bij de NBB;2) de gerechtsdeurwaarder moet ook informatie kunnen opvragen in het kader van uitvoerend beslag.
21 Wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, BS 2 juli 2018.22 Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die wettelijk is gemachtigd de in het CAP opgenomen informatie op te vragen met het oog op de uitvoering van de door de wetgever, na advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, toevertrouwde opdrachten van algemeen belang.23 Zie ook wetsvoorstel van 25 juni 2018 tot administratieve vereenvoudiging en betere transparantie in het kader van de werking van de gerechtsdeurwaarder (DOC 54 3199/001), dat na de val van de regering eind 2018 vervallen is.P.
28
JA
ARVE
RSLA
G N
ATIO
NAL
E KA
MER
/ D
IGIT
ALIS
ERIN
G
QU
ID N
OVI: W
ETGEVIN
G &
WERKG
ROEPEN
/ JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 29
Wetgeving
2018 was een jaar om u tegen te zeggen. De stortvloed aan geurige1, smakelijke2 en andere wetten hebben aanzienlijke wijzigingen aangebracht in het burgerlijk procesrecht, met alle gevolgen van dien voor de rechtspraktijk.
In wat volgt worden een aantal hoogtepunten onder de nieuwigheden verder toegelicht.
Voorlopige tenuitvoerlegging
Potpourri VI3 voorziet in een aantal nodige vernieuwingen voor artikel 1397 en artikel 1495 van het Gerechtelijk Wetboek. Voortaan wordt de tenuitvoerlegging niet enkel geschorst door het verzet, maar evenzeer door het hoger beroep ingesteld door de verstek latende partij.
Bovendien schorst nu ook de termijn om verzet of hoger beroep aan te tekenen de tenuitvoerlegging voor de verstek latende partij die is veroordeeld tot betalen van een geldsom tenzij de uitvoerbaarheid uitdrukkelijk is voorzien.
Verhoging algemene bevoegdheid vrederechter en aanleggrens
Vanaf 1 september 2018 werd de algemene bevoegdheid van het vredegerecht verhoogd van 2.500 EUR naar 5.000 EUR.4
Deze verhoging betekent meteen ook een aanpassing van de aanleggrens. Waar artikel 617 Ger.W. voorheen bepaalde dat een vonnis van de vrederechter of de politierechtbank m.b.t. een vordering die de 1.860 EUR niet overschreed in eerste en meteen in laatste aanleg werd geveld, wordt deze grens vanaf 1 september 2018 opgetrokken tot 2.000 EUR.
1 Cfr. Pot-Pourri wetten.2 De zogenaamde Waterzooiwet, of de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, BS 2 juli 2018.3 Wet van 25 mei 2018 tot vermindering en herverdeling van de werklast binnen de rechterlijke orde, BS 30 mei 2018.4 Wijziging van het art. 590 van het Gerechtelijk Wetboek, eveneens door de zogenaamde Pot-Pourri VI wet.
8 QUID NOVI: WETGEVING & WERKGROEPEN
P. 3
0
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
QU
ID N
OVI
: WET
GEV
ING
& W
ERKG
ROEP
EN
Hervorming rolrechten
In de nieuwe regeling voor de rolrechten zijn noch de waarde van de zaak, noch de rol waarop de zaak is ingeschreven bepalende factoren.5 De rolrechten bedragen voortaan:
• 50 euro voor de vredegerechten en politierechtbanken;• 165 euro voor de rechtbanken van eerste aanleg en de ondernemingsrechtbanken;• 400 euro voor de hoven van beroep;• 650 euro voor het Hof van Cassatie.
De inning van de rolrechten wordt overigens verplaatst naar het einde van de procedure. De rechter zal in de eindbeslissing vastleggen welke partij de rolrechten moet betalen.
Bij de gedinginleidende akte moet de eiser voortaan zijn rijksregister- of ondernemingsnummer vermelden. Op die manier wordt de eventuele latere invordering van de rolrechten makkelijker.
Wanneer de appellant in beroep veroordeeld werd tot het betalen van de rolrechten in eerste aanleg en hij dit niet doet binnen drie maanden vanaf de beroepsakte, wordt het aangevochten vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor wat betreft de rolrechten.
Nieuw Wetboek Vennootschappen
Het Belgisch vennootschaps- en verenigingsrecht is ingrijpend gewijzigd. Met de Wet van 23 maart 20196 kennen we een geheel nieuw wetboek vennootschappen en verenigingen.
De hervorming is geconcentreerd rond 3 belangrijke pijlers:
1. de afschaffing van het onderscheid tussen burgerlijke en handelsvennootschappen2. de incorporatie van het verenigingsrecht in het Wetboek van vennootschappen;3. de beperking van het aantal vennootschapsvormen (voortaan telt het wetboek nog slechts vier basisvormen: de maatschap, de coöperatieve vennootschap, de besloten vennootschap en de naamloze vennootschap).
Bestaande vennootschappen en verenigingen krijgen tot 1 januari 2024 de tijd om hun statuten in overeenstemming te brengen met het nieuwe wetboek. Voor wat betreft de nieuwe vennootschappen treedt de wet vanaf 1 mei 2019 in werking (“oude” vennootschapsvormen kunnen na 1 mei 2019 dus niet langer worden opgericht).
Een en ander heeft ook een invloed op de uitvoeringsmogelijkheden t.a.v. de vennoten. Enkel voor wat betreft de maatschap geldt nog een persoonlijke en hoofdelijke gehoudenheid van de vennoten.
5 Wet van 14 oktober 2018 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen, BS 20 december 2018.6 Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, BS 4 april 2019.
Uitbreiding toegang DIV
De gerechtsdeurwaarders beschikten slechts over een toegang tot het DIV-repertorium in het kader van hun opdrachten inzake bewarend en uitvoerend beslag op motorvoertuigen en aanhangwagens. Deze machtiging was echter niet aangepast aan het huidige statuut van de gerechtsdeurwaarder. Om diens uitgebreider takenpakket (m.n. de opdracht tot het verrichten van vaststellingen, het voeren van solvabiliteitsonderzoeken, het verzekeren van de algemene informatieplicht inzake de risico’s op insolvabiliteit) ten volle te kunnen uitoefenen, was een ruimere toegang noodzakelijk.
Met de wijziging van de wet van 19 mei 2010 houdende de oprichting van de Kruispuntbank ondernemingen7 heeft de wetgever aldus voorzien in een meer uitgebreide toegang tot het DIV-repertorium voor gerechtsdeurwaarders, meer bepaald in het kader van de wettelijke opdrachten onder de artikelen 519, §1, 2° (verrichten van vaststellingen), 519, §2, 14° (solvabiliteitsonderzoeken), en 519, §3 (informatieplicht) van het Gerechtelijk Wetboek. Op die manier is de betrokken gerechtsdeurwaarder in staat een snellere en accuratere beoordeling te maken van de solvabiliteit van de schuldenaar, en hierop volgend de gepaste maatregelen te nemen (bijvoorbeeld een opschorting van het dossier wegens insolvabiliteit).
Voor alle duidelijkheid: de uitbreiding beoogt niet de wijze waarop de gegevens momenteel worden verkregen, noch de daarmee verbonden garanties, te wijzigen. De toegang tot het DIV-repertorium blijft volledig beveiligd en geëncrypteerd via het gebruik van een elektronisch platform. Elk individueel gebruik van gegevens kan daarom nog steeds gemakkelijk worden gecontroleerd en laat de veiligheidsadviseur toe om de legitimiteit van elke handeling, op elk moment, na te gaan.
Mogelijkheid tot immobiliseren voertuig
Met het nieuwe artikel 1506/1 van het Gerechtelijk Wetboek8 kan de gerechtsdeurwaarder, wanneer zich onder de in beslag genomen goederen een motorrijtuig bevindt, dat voertuig immobiliseren wanneer de uitvoerbare titel geheel of deels betrekking heeft op een misdrijf inzake de belasting op de inverkeerstelling, de verkeersbelasting, de verplichte verzekering voor motorrijtuigen of het wegverkeer.
Dit kan zowel op het moment van beslag, als bij het betekenen van een nieuwe verkoopdag.
Enkel op het moment dat de schulden en kosten volledig zijn betaald, of nadat de partijen een overeenkomst hebben bereikt, dan wel nadat de beslagrechter ertoe heeft beslist, kan de immobilisering worden opgeheven.
7 Wetgevingsproces lopende in 2018 (wetsontwerp aangenomen door de Kamer van Volksvertegenwoordigers op 4 april 2019).8 Wetgevingsproces lopende in 2018, wet geworden in 2019 (wet van 5 mei 2019 houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank, BS 19 juni 2019).
QU
ID N
OVI: W
ETGEVIN
G &
WERKG
ROEPEN
/ JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 31
UBO-register
Sinds 31 oktober 2018 zijn alle vennootschappen, vzw’s, stichtingen, trusts, fiducieën en andere vergelijkbare juridische constructies verplicht om informatie over de eigenlijke economische eigenaars9 mee te delen aan het Ultimate Beneficial Owner Register (UBO-register).10 Dit dient uiterlijk tegen 31 maart 2019 te gebeuren, via het elektronisch platform MyMinFin.11 De werkingsmodaliteiten van het UBO-register worden bepaald via een koninklijk besluit van 30 juli 2018.
Met het UBO-register wordt de strijd aangegaan tegen het witwassen van geld en terrorismefinanciering. Ook moet het zorgen voor meer transparantie over de eigendomsstructuren van bovenstaande entiteiten.
De toegangsrechten van dit register zijn afhankelijk van het doel van de opzoeking en van het soort entiteit dat wordt opgezocht (vennootschap, vzw, trust of stichting). Zo kan een gerechtsdeurwaarder – net zoals elke burger – een opzoeking doen in het UBO-register maar hij kan enkel opzoeken op basis van het KBO-nummer of de naam van de betrokken vennootschap (art. 6 juncto art. 9 §1 van het KB betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register). Voor het zoeken naar vzw’s, stichtingen, trusts of gelijkaardige entiteiten is een dergelijke opzoeking niet mogelijk. Bovendien is de verkregen informatie onvolledig: er worden gegevens verschaft over elke uiteindelijke begunstigde van de onderneming, nl. diens naam, geboortemaand en- jaar, land van verblijf, nationaliteit, datum waarop hij uiteindelijk begunstigde van de betrokken onderneming is geworden en informatie over zijn hoedanigheid en het belang dat deze uiteindelijk begunstigde heeft in de betrokken onderneming.
Een gerechtsdeurwaarder kan ook een specifieke opzoeking verrichten in de hoedanigheid van onderworpene aan de antiwitwaswet. Daarbij zijn opzoekingen op naam mogelijk, maar de finaliteit moet gelinkt zijn aan deze specifieke hoedanigheid. Het is niet geoorloofd om het register te gebruiken in het kader van andere doeleinden (zoals een solvabiliteitsonderzoek).De exacte modaliteiten van deze opzoekingen moeten nog worden geregeld in uitvoeringsbesluiten.
9 Art. 4, 27° in de wet van 18 september 2017 betreffende de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en de beperking van het gebruik van contanten, BS 6 oktober 2017.10 Deze verplichting vloeit voort uit de anti-witwaswet die de Richtlijn 2015/849 omzet in het Belgisch recht.11 Art. 3 en 4 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register, BS 14 augustus 2018. Deze termijn werd intussen verlengd tot 30 september 2019 (met een gedoogbeleid tot december 2019).P.
32
JA
ARVE
RSLA
G N
ATIO
NAL
E KA
MER
/ Q
UID
NO
VI: W
ETG
EVIN
G &
WER
KGRO
EPEN
Werkgroepen
Hervorming tarief
Vandaag is het tarief voorzien bij KB van 30 november 1976 te omslachtig, onaangepast, niet up to date, noch transparant genoeg voor de buitenwereld. Op die manier leent het tarief zich mogelijks tot voorwerp van misbruiken.
Bovendien zijn er in de loop der jaren ambtsverrichtingen bijgekomen, die niet in het tarief zijn voorzien en waarvoor de Nationale Kamer een paraprofessioneel tarief heeft uitgewerkt.
De nood aan een hervorming van het tarief is aldus navenant. Daarom werd er een werkgroep opgericht met als doel te komen tot een vereenvoudigd en leesbaar tarief, dat beantwoordt aan de economische realiteit van vandaag.
Meer concreet bouwt de werkgroep aan een nieuw tarief met het oog op een aantal ankerpunten inzake:
1. Voorzienbaarheid van de kosten
Vandaag zien veel schuldeisers van geringe vorderingen af van verdere (gerechtelijke) invordering uit angst voor de grootorde van de kosten. Hierbij ontstaat een soort rechteloosheid, straffeloosheid welke absoluut te vermijden is. Het nieuwe tarief moet deze schuldeisers duidelijk voorspellen aan welke kosten zij zich mogen verwachten.
2. Transparantie
Een transparant tarief moet de debiteur in staat stellen om de gevraagde kosten beter te begrijpen. Dit betekent eveneens dat de debiteur de mogelijkheid moet hebben om de legitimiteit van deze kosten te verifiëren.
3. Bestrijding van misbruiken
Voor het imago van de gerechtsdeurwaarder, en opdat hij steeds beschouwd zou worden als een betrouwbaar en doeltreffend ministerieel ambtenaar, moet werk worden gemaakt van het efficiënt bekampen van buitensporige of ongerechtvaardigde kosten en het niet-naleven van het tarief.
QU
ID N
OVI: W
ETGEVIN
G &
WERKG
ROEPEN
/ JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 33
Deontologische Code
In een context van voortdurende evolutie, duiken nieuwe uitdagingen op voor het beroep, die vereisen dat het in staat is om deze aan te gaan met de professionaliteit en de nauwkeurigheid die men redelijkerwijze kan verwachten.
Informatisering van justitie – No cure no pay – Informatie van de rechtsonderhorige – Publiciteit/Reclame – Bemiddeling – openbare aanbestedingen, enz. zoveel thema’s waarvan de contouren verduidelijkt moeten worden.
Aangezien het moderniseringsproces van het beroep van gerechtsdeurwaarder onbetwistbaar versneld is de afgelopen jaren, is het noodzakelijk gebleken dat nieuwe reflecties worden gevoerd om bepaalde deontologische aspecten in verband met de nieuwe taken van de gerechtsdeurwaarder van vandaag in regelgeving te gieten.
De discussies gevoerd binnen de werkgroep “deontologie” worden voortgezet en hebben als belangrijkste doelstelling om de huidige versie van de gedragscode zoveel mogelijk te verfijnen opdat dit zou voldoen aan de behoeften van de hedendaagse praktijk.
Reglement m.b.t. de vennootschapsvormen
Sinds de hervorming van het statuut van gerechtsdeurwaarders in 2014 mag één ding duidelijk zijn: het aantal opgerichte ondernemingen en professionele associaties is meer dan aanzienlijk gestegen. Deze tendens is uiteraard niet enkel te verklaren aan de hand van de hervorming van het statuut. Een aantal andere factoren spelen hierbij eveneens een doorslaggevende rol: enerzijds de toegenomen administratieve, fiscale en boekhoudkundige verplichtingen welke worden opgelegd aan gerechtsdeurwaarders m.b.t. het beheer van hun kantoren, maar ook de investeringen die vandaag vereist zijn voor een studie om adequaat te kunnen voldoen aan de noden van automatisering en het niveau van professionalisme dat in de 21ste eeuw verwacht wordt van een “juridische professional”.
Hoewel deze snelle toename moet worden toegejuicht, omdat ze het vermogen van het beroep weerspiegelt om zich effectief aan te passen aan de evoluerende juridische, economische, sociale en fiscale context, blijft deze ook niet zonder gevolgen. De interne regelgeving ter zake heeft al snel zijn grenzen aangetoond, en de bestaande regels blijken zo, tot nog toe, grotendeels ontoereikend.
Reden waarom een werkgroep, die de verschillende actieve krachten binnen het beroep vertegenwoordigt, op poten werd gezet om te komen tot een uitgebreider regelingskader. Het doel is te komen tot een reglement dat onder meer een antwoord moet kunnen bieden op de waaier aan vragen zoals de draagwijdte van het begrip “geassocieerd”, de verschillende toelaatbare vormen van associatie en samenwerking (en de modaliteiten ervan), de eventuele mogelijkheden van kapitaalinbreng door derden, de maximale grootte van professionele structuren, het al dan niet toestaan van groeperingen over de arrondissementsgrenzen heen, de oprichting van vastgoedbeheerbedrijven, de oprichting van interprofessionele vennootschappen, etc. Een dergelijke reflectie gaat hand in hand van tal van vragen en antwoorden van deontologische aard, welke op hun beurt evenzeer deel zullen uitmaken van nieuwe reglementen.
P. 3
4
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
QU
ID N
OVI
: WET
GEV
ING
& W
ERKG
ROEP
EN
SOLVABILITEITSBARO
METER / JAARVERSLAG
NATIO
NALE KAM
ER P. 35
SOLVABILITEITSBAROMETER 9
P. 3
6
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
SOLV
ABIL
ITEI
TSBA
ROM
ETER
Aantal schuldenaars
In het Centraal Bestand van Berichten (CBB) wordt iemand als een schuldenaar beschouwd vanaf het moment dat er één of meer actieve berichten op zijn/haar naam staan in het CBB. Dit kunnen berichten van bevel, beslagberichten, berichten van delegatie, overdacht, protest of collectieve schuldenregeling zijn.
In het vierde kwartaal van 2018 telde België 765.087 schuldenaars in het CBB. Bij vennootschappen hebben 129.199 bedrijven schulden, bij de zelfstandigen zijn er 48.313 schuldenaars.
8163
39
8028
80
7892
04
7681
36
7650
87
1304
56
1310
89
1310
15
1273
79
1291
99
4984
9
5106
7
5162
3
4851
6
4831
3
2014 2015 2016 2017 2018natuurlijke personen vennootschappen zelfstandigen
Aantal schuldenaars
SOLVABILITEITSBARO
METER / JAARVERSLAG
NATIO
NALE KAM
ER P. 37
Aantal schuldenaars per provincie in 2018 - natuurlijke personen
51826
24782
50309
72376
43100
21230
109531
35167
145692
125347
85727
West-Vlaanderen
Waals-Brabant
Vlaams-Brabant
Oost-Vlaanderen
Namen
Luxemburg
Luik
Limburg
Henegouwen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Antwerpen
Aantal schuldenaars per provincie in 2018 - vennootschappen
9750
5793
8669
12511
4375
1966
10850
6584
13395
34416
20890
West-Vlaanderen
Waals-Brabant
Vlaams-Brabant
Oost-Vlaanderen
Namen
Luxemburg
Luik
Limburg
Henegouwen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Antwerpen
Aantal schuldenaars per provincie in 2018 - zelfstandigen
8655
1265
3625
7346
2009
811
3845
2756
5412
5589
7000
West-Vlaanderen
Waals-Brabant
Vlaams-Brabant
Oost-Vlaanderen
Namen
Luxemburg
Luik
Limburg
Henegouwen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Antwerpen
P. 3
8
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
SOLV
ABIL
ITEI
TSBA
ROM
ETER
Berichten van bevel
Wanneer een schuldenaar door de rechtbank, of een andere instelling die bevoegd is om een uitvoerbare titel af te leveren, wordt veroordeeld tot de betaling van een geldsom, kan de gerechtsdeurwaarder bij hem/haar langsgaan om een bevel te betekenen. Dit kan in de vorm van een bevel tot betalen met oog op beslag van roerende goederen of met oog op het leggen van een onroerend beslag.
In 2018 werden 476.451 berichten van bevel neergelegd op naam van natuurlijke personen, 143.953 voor vennootschappen en 57.211 voor zelfstandigen.
446885 438324466097
485563 476451
143428 136309 130767 142789 143953
57206 56983 58531 57417 57211
natuurlijke personen vennootschappen zelfstandigen
2014 2015 2016 2017 2018
Aantal nieuw neergelegde berichten van bevel
SOLVABILITEITSBARO
METER / JAARVERSLAG
NATIO
NALE KAM
ER P. 39
Aantal nieuw neergelegde berichten van bevel - natuurlijke personen
0
20000
40000
60000
80000
100000
120000
Antwerpen
Brussels Hoofdstedelijk…
Henegouwen
Limburg Luik
LuxemburgNamen
Oost-Vlaanderen
Vlaams-Brabant
Waals-Brabant
West-Vlaanderen
2014 2015 2016 2017 2018
Aantal nieuw neergelegde berichten van bevel - vennootschappen
Aantal nieuw neergelegde berichten van bevel - zelfstandigen
05000
1000015000200002500030000350004000045000
Antwerpen
Brussels Hoofdstedelijk…
Henegouwen
Limburg Luik
LuxemburgNamen
Oost-Vlaanderen
Vlaams-Brabant
Waals-Brabant
West-Vlaanderen
2014 2015 2016 2017 2018
0
20004000
60008000
10000
1200014000
Antwerpen
Brussels Hoofdstedelijk…
Henegouwen
Limburg Luik
LuxemburgNamen
Oost-Vlaanderen
Vlaams-Brabant
Waals-Brabant
West-Vlaanderen
2014 2015 2016 2017 2018
P. 4
0
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
SOLV
ABIL
ITEI
TSBA
ROM
ETER
Berichten van uitvoerend beslag
Wanneer een schuldenaar niet ingaat op het bevel dat hem werd betekend, kan de gerechtsdeurwaarder overgaan tot een uitvoerend beslag. Hierbij maakt de gerechtsdeurwaarder een inventaris op van de roerende goederen van de schuldenaar (bv. het meubilair). Deze goederen kunnen worden verkocht om de schulden aan te zuiveren. De gerechtsdeurwaarder kan ook beslag leggen op de onroerende goederen (bv. de woning) van de schuldenaar. Dit beslag wordt vervolgens gepubliceerd als een bericht van uitvoerend beslag in het CBB. Het aantal neergelegde berichten komt niet noodzakelijk overeen met een effectieve verkoop van de goederen. Wanneer de schuldenaar zijn schuld alsnog aflost, wordt de verkoop geannuleerd.
In 2018 werden 249.351 berichten van uitvoerend beslag neergelegd op naam van natuurlijke personen, 71.618 voor vennootschappen en 30.872 berichten voor zelfstandigen, hetzij in totaal 351.841 berichten.
233052 229351 239293 240244 249351
68782 67583 71764 72764 71618
28534 28915 29484 33128 30872
2014 2015 2016 2017 2018
natuurlijke personen vennootschappen zelfstandigen
Aantal nieuw neergelegde berichten van uitvoerend beslag
SOLVABILITEITSBARO
METER / JAARVERSLAG
NATIO
NALE KAM
ER P. 41
Aantal nieuw neergelegde berichten van uitvoerend beslag - natuurlijke personen
05000
100001500020000250003000035000400004500050000
Antwerpen
Brussels Hoofdstedelijk…
Henegouwen
Limburg Luik
LuxemburgNamen
Oost-Vlaanderen
Vlaams-Brabant
Waals-Brabant
West-Vlaanderen
2014 2015 2016 2017 2018
Aantal nieuw neergelegde berichten van uitvoerend beslag - vennootschappen
Aantal nieuw neergelegde berichten van uitvoerend beslag - zelfstandigen
0
5000
10000
15000
20000
25000
Antwerpen
Brussels Hoofdstedelijk…
Henegouwen
Limburg Luik
LuxemburgNamen
Oost-Vlaanderen
Vlaams-Brabant
Waals-Brabant
West-Vlaanderen
2014 2015 2016 2017 2018
0
10002000
30004000
50006000
7000
Antwerpen
Brussels Hoofdstedelijk…
Henegouwen
Limburg Luik
LuxemburgNamen
Oost-Vlaanderen
Vlaams-Brabant
Waals-Brabant
West-Vlaanderen
2014 2015 2016 2017 2018
P. 4
2
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
SOLV
ABIL
ITEI
TSBA
ROM
ETER
Berichten van beslag onder derden
Hierbij wordt rechtstreeks beslag gelegd bij een derde partij die geld verschuldigd is aan de schuldenaar. Dit kan onder meer de werkgever zijn (beslagbaar deel van het loon*), de rijksdienst voor jaarlijkse vakantie (vakantiegeld), de bank (bankrekeningen), een huurder of overheidsinstellingen (pensioenen, werkloosheidsuitkering, enz.). Zowel gerechtsdeurwaarders als de FOD Financiën kunnen een derdenbeslag leggen. De FOD Financiën maakt hiervan gebruik indien de verschuldigde directe belastingen of btw niet werden betaald.
* Bij onbetaalde onderhoudsgelden kan het volledige loon beslagen worden.
In 2018 werden 25.133 derdenbeslagen gelegd door de gerechtsdeurwaarders. Voor de FOD Financiën gaat het om 208.479 derdenbeslagen inzake directe belastingen en 2.172 beslagen inzake verschuldigde btw.
1788
4
1729
4
1760
3
2166
6
2513
3
1929
91
1875
58
2011
78
1982
09
2084
79
1175
2729
2443
1995
2172
2014 2015 2016 2017 2018
Gerechtsdeurwaarders FOD Financiën (directe belastingen) FOD Financiën (btw)
Aantal nieuwe berichten van beslag onder derden
SOLVABILITEITSBARO
METER / JAARVERSLAG
NATIO
NALE KAM
ER P. 43
Aantal derdenbeslagen door gerechtsdeurwaarders in 2018 per provincie
1858
620
2764
2423
772
326
2704
929
2365
6964
3408
West-Vlaanderen
Waals-Brabant
Vlaams-Brabant
Oost-Vlaanderen
Namen
Luxemburg
Luik
Limburg
Henegouwen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Antwerpen
Aantal derdenbeslagen door de FOD Financiën (directe belastingen) in 2018 per provincie
Aantal derdenbeslagen door de FOD Financiën (btw) in 2018 per provincie
9599
6952
13491
12749
14627
4349
24457
6696
45042
53361
17156
West-Vlaanderen
Waals-Brabant
Vlaams-Brabant
Oost-Vlaanderen
Namen
Luxemburg
Luik
Limburg
Henegouwen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Antwerpen
203
134
302
92
477
138
314
96
217
139
60
Antwerpen
Oost-Vlaanderen
Henegouwen
West-Vlaanderen
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Vlaams-Brabant
Luik
Limburg
Namen
Waals-Brabant
Luxemburg
P. 4
4
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
SOLV
ABIL
ITEI
TSBA
ROM
ETER
Collectieve schuldenregelingen
Een schuldenaar (niet-handelaar) met structurele schulden kan via de arbeidsrechtbank toegelaten worden tot de procedure van collectieve schuldenregeling. Hierbij zorgt een schuldbemiddelaar tijdens een periode van gemiddeld zeven jaar voor de afbetaling van de schulden. Het loon van de schuldenaar wordt rechtstreeks aan de schuldbemiddelaar gestort, de schuldenaar ontvangt van zijn schuldbemiddelaar leefgeld om te voorzien in zijn dagelijkse behoeften.
Een dossier wordt succesvol afgesloten als de schuldenaar zijn afgesproken regeling correct heeft nageleefd, de eventueel nog openstaande schulden worden dan kwijtgescholden. Zo krijgt de schuldenaar de kans om met een schone lei te herbeginnen.
In 2018 kenden de arbeidsrechtbanken 12.493 nieuwe collectieve schuldenregelingen toe.
22012
15832 14973 1419312493
2014 2015 2016 2017 2018
1579
674
1991
972
1983
219
581
2011
917
417
1149
Antwerp
en
Brusse
ls Hoo
fdsted
elijk G
ewes
t
Heneg
ouwen
Limburg
Luik
Luxe
mburg
Namen
Oost-Vlaa
nderen
Vlaams-B
raba
nt
Waa
ls-Brab
ant
Wes
t-Vlaa
nderen
Aantal nieuwe collectieve schuldenregelingen
Aantal nieuwe collectieve schuldenregelingen in 2018 per provincie
SOLVABILITEITSBARO
METER / JAARVERSLAG
NATIO
NALE KAM
ER P. 45
Berichten van delegatie
Bij loondelegatie* verleent de vrederechter machtiging aan een persoon, die recht heeft op een onderhoudsuitkering, om zelf rechtstreeks bij de werkgever van zijn/haar (ex-) echtgeno(o)t(e) het loon (of een deel ervan) in ontvangst te nemen. * Loondelegatie is slechts één van de procedures die kunnen worden toegepast om achterstallig onderhoudsgeld of alimentatiegeld te verkrijgen.
In 2018 werden 310 nieuwe berichten van delegatie neergelegd in het CBB.
Aantal nieuwe berichten van delegatie
573459 414
336 310
2014 2015 2016 2017 2018
Aantal nieuwe berichten van delegatie in 2018 per provincie
Antw
erpe
n
Brus
sels
Hoofdsted
elijk
Gew
est
Heneg
ouwen
Limbu
rgLu
ik
Luxe
mbu
rg
Namen
Oost-V
laand
eren
Vlaa
ms-B
raba
nt
Waa
ls-Br
aban
t
Wes
t-Vlaa
nder
en
P. 4
6
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
SOLV
ABIL
ITEI
TSBA
ROM
ETER
Berichten van overdracht
Bij een overdracht is er een overeenkomst tussen twee partijen dat de financiële inkomsten van de schuldenaar worden afgestaan om een onbetaalde schuld te vereffenen. De meest gekende vorm van overdracht is loonoverdracht. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt bij het afsluiten van een krediet. De schuldenaar verleent dan via een akte de toestemming aan de schuldeiser om zijn loon aan te spreken bij niet-betaling. Loonoverdracht wordt ook vaak gebruikt bij de aflossing van kredietschulden, zo maken winkels die producten (zoals gsm’s, auto’s, elektrotoestellen, tv’s) op afbetaling verkopen hier gebruik van.
In 2018 werden 144.294 nieuwe berichten van overdracht neergelegd in het CBB.
180143150224 146671 141455 144294
2014 2015 2016 2017 2018
Aantal nieuwe berichten van overdracht
Aantal nieuwe berichten van overdracht in 2018 per provincie
1826
2
1882
7
2773
1
8540
1752
8
3620
8131
1595
2
9625
4170
1190
8
Antwerp
en
Brusse
ls Hoo
fdsted
elijk G
ewes
t
Heneg
ouwen
Limburg
Luik
Luxe
mburg
Namen
Oost-Vlaa
nderen
Vlaams-B
raba
nt
Waa
ls-Brab
ant
Wes
t-Vlaa
nderen
DE G
ERECHTSD
EURW
AARDERS IN
CIJFERS / JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 47
DE GERECHTSDEURWAARDERS IN CIJFERS 10
PROFIEL VAN HET BEROEP
De gerechtsdeurwaarder als werkgever
Grootte gerechtsdeurwaarderskantoor(in aantal werknemers)
Aantal kantoren Totaal aantal werknemers
1 -4 131 269
5-9 81 521
10-19 43 559
20-49 23 639
50-99 2 141
100-199 2 234
131 81 43 23 2 2
269
521 559639
141234
1-4 5-9 10-19 20-49 50-99 100-199
aantal kantoren aantal werknemers
P. 4
8
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
DE
GER
ECH
TSD
EURW
AARD
ERS
IN C
IJFE
RS
Aantal gerechtsdeurwaarders, kandidaten en stagiairs in België
Aantal kantoren in België
322 321 308 325 301 308 281 260
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
531 517559 556 546 536 547 563
335366 345 344 351 363 360 348
134168
215260 251 265 259 264
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
gerechtsdeurwaarders kandidaat-gerechtsdeurwaarders
stagiai r-gerechtsdeurwaarders
Enkele cijfers uit 2018
Benoemingen 9 vrouwen (4 NL, 5 FR)14 mannen (6 NL, 8 FR)
Overlijden 11
Aantal nieuwe kandidaat-gerechtsdeurwaarders 11 vrouwen (5 NL, 6 FR)9 mannen (5 NL, 4 FR)
Aantal nieuwe stagiair-gerechtsdeurwaarders 20 vrouwen (15 NL, 5 FR)14 mannen (10 NL, 4 FR)
DE G
ERECHTSD
EURW
AARDERS IN
CIJFERS / JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 49
Verhouding mannen/vrouwen in het beroep
467
Kleurenlegende = gerechtsdeurwaarders = kandidaat-gerechtsdeurwaarders = stagiair-gerechtsdeurwaarders
96 156 192 149 115
Taalregime op nationaal niveau
337
NL FR NL FR NL FR
226 215 133 153 111
09
70
191
214
79
27
158
104
49
91
146
107
81 2 0
20-29 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar 50-59 jaar 60-69 jaar ≥ 70 jaar
gerechtsdeurwaarders
kandidaat-gerechtsdeurwaarders
stagiai r-gerechtsdeurwaarders
Gemiddelde leeftijd
Kleurenlegende = gerechtsdeurwaarders = kandidaat-gerechtsdeurwaarders = stagiair-gerechtsdeurwaarders
P. 5
0
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
DE
GER
ECH
TSD
EURW
AARD
ERS
IN C
IJFE
RS
Aantal per gerechtelijk arrondissement
1615
5395 12224763
57100
2136
5870
2028
617
2167
LUXEMBURG
NAMEN
HENEGOUWENLUIK
LIMBURGLEUVEN
ANTWERPEN
WEST-VLAANDEREN
OOST-VLAANDEREN
BRUSSEL
WAALS-BRABANT
Kleurenlegende = gerechtsdeurwaarders = kandidaat-gerechtsdeurwaarders
Gerechtelijk arrondissement
Aantal inwoners (2018)
Aantalgdw’s
Aantal kandidaat-gdw’s
Antwerpen 1.847.486 100 57
Brussel 1.830.860 95 53
Eupen 76.920 2 6
Henegouwen 1.341.645 70 58
Leuven 506.355 22 12
Limburg 870.880 36 21
Luik 1.014.969 67 21
Luxemburg 283.227 17 6
Namen 493.073 28 20
Oost-Vlaanderen 1.505.053 63 47
Waals-Brabant 401.106 15 16
West-Vlaanderen 1.191.059 48 31
3148
62
EUPEN
DE G
ERECHTSD
EURW
AARDERS IN
CIJFERS / JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 51
SOCIAAL-ECONOMISCHE BAROMETER
Cijfers van Statbel
Bevolkingscijfer - armoederisico
Materiële depravatie in 2018 Percentage van de personen die in een huishouden leven dat zich om financiële redenen niet kan veroorloven om :
Totaal
Rekeningen op tijd te betalen (huur, water, elektriciteit, enz.) 6,20 %
Een week vakantie per jaar te nemen buitenshuis 23,20 %
Minstens om de twee dagen vlees, kip, vis of een vegetarisch alternatief te eten 5,20 %
Een onverwachte uitgave te doen 24,10 %
Een telefoon te bezitten 0,20 %
Een kleurentelevisie te bezitten 0,70 %
Een wasmachine te bezitten 1,10 %
Een persoonlijke wagen te bezitten 5,80 %
Het huis voldoende te verwarmen 5,20 %
% van personen die van ten minste 4 van de 9 voorgaande elementen gedepriveerd is en dus "in een toestand verkeert van ernstige materiële deprivatie"
4,90 %
Er bestaat een duidelijk onevenwicht tussen de verschillende elementen waaruit materiële deprivatie bestaat. De aankoop van een televisie of telefoon vormt amper een probleem, maar een onverwachte uitgave doen (van 1.100 euro) is een groot knelpunt voor 24 % van de bevolking. Ook bijna een kwart van de bevolking kan om financiële redenen niet jaarlijks één week op vakantie gaan. Enkele maandelijkse kosten zoals de huur en de energierekeningen vormen ook een probleem voor 6 % van de bevolking. Bovendien heeft 6 % van de Belgen problemen met de aankoop van een wagen en 5 % met de regelmatige consumptie van vlees, kip, vis of een vegetarisch alternatief.
P. 5
2
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
DE
GER
ECH
TSD
EURW
AARD
ERS
IN C
IJFE
RS
Risico op armoede of sociale uitsluiting in 2018
Monetaire armoede (%)
Ernstige materiële deprivatie (%)
Totaal in België 16,40 % 4,90 %
Leeftijd
0-17 jaar 20,60 % 7,00 %
18-64 jaar 14,90 % 5,20 %
65 jaar en meer 16,70 % 1,70 %
Statuut hoofdactiviteit
Werkende 5,20 % 1,60 %
Werkloos 49,40 % 17,50 %
Pensioen/Brugpensioen 14,30 % 1,70 %
Inactief, andere 34,40 % 11,90 %
Geslacht
Man 15,60 % 4,50 %
Vrouw 17,20 % 5,30 %
Soort huishouden
1 persoon 23,80 % 9,20 %
2 volwassenen < 65 jaar zonder kinderen 8,90 % 3,50 %
2 volwassenen, minstens 1 > 65 jaar, zonder kinderen
15,70 % 0,60 %
Overig huishouden zonder kinderen 4,50 % 1,50 %
Alleenstaande ouder met 1 of meerdere kind(eren)
41,30 % 16,80 %
2 volwassenen met 1 kind 12,00 % 2,50 %
2 volwassenen met 2 kinderen 9,80 % 3,40 %
2 volwassenen met 3 kinderen of meer 25,00 % 5,50 %
Overig huishouden met kind(eren) 13,90 % 5,80 %
DE G
ERECHTSD
EURW
AARDERS IN
CIJFERS / JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 53
Cijfers ontvangen van de FOD Financiën - patrimoniumdocumentatie
Cijfers ontvangen van de FOD Financiën - patrimoniumdocumentatie
Rechten op geschriften
Artikels 6 (50 €) & 7 (7,50 €) uit het Wetboek diverse rechten en taksen
Artikel 11 uit het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten (verhoging van 25 € naar 50 € vanaf 1/7/2013)
Registratierechten
1299
3450
1288
4750
1482
9175
2218
5500
2331
4283
,76
2193
1179
,65
1949
7834
,79
1772
9883
,27
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
77522 84116 7986569359
239067,5
61372 6207050703,5
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
P. 5
4
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
DE
GER
ECH
TSD
EURW
AARD
ERS
IN C
IJFE
RS
Cijfers ontvangen van de FOD Financiën
Penale boetes
3877
2400
0
3824
2100
0
4308
1200
0
4456
8000
0
4495
6000
0
4573
7500
0
4659
9463
0
5417
1372
0
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
DE G
ERECHTSD
EURW
AARDERS IN
CIJFERS / JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 55
Aantal akten ingeschreven in het repertorium der gerechtsdeurwaarders in 2018
Cijfers ontvangen van de FOD Financiën - patrimoniumdocumentatie
176821
58817
198520
76958
32943
188664
133153
63612
271708
6549
334717
261686
West-Vlaanderen
Waals-Brabant
Oost-Vlaanderen
Namen
Luxemburg
Luik
Limburg
Leuven
Henegouwen
Eupen
Brussel
Antwerpen
9559341064422
885319833792
661352 636837 622030 635639
428085 391082 414195334717
2015 2016 2017 2018
Vlaanderen Wallonië Brussel
Totaal aantal akten in 2018: 1.804.148
P. 5
6
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
DE
GER
ECH
TSD
EURW
AARD
ERS
IN C
IJFE
RS
Directe beslatingen & BTW
Jaar DB BTW Totaal
2011 163.062.165,00 € 167.350.001,00 € 330.412.166,00 €
2012 149.971.916,96 € 101.239.569,09 € 251.211.485,90 €
2013 163.664.390,74 € 185.203.518,99 € 348.867.909,73 €
2014 167.464.362,00 € 196.106.161,00 € 363.570.523,00 €
2015 132.128.710,00 € 179.182.208,00 € 311.310.918,00 €
2016 129.443.163,00 € 113.819.505,17 € 243.262.668,17 €
2017 137.140.225,00 € 117.002.540,00 € 254.142.765,00 €
2018 159.502.160,00 € 105.128.037,00 € 264.630.197,00 €
In deze totalen zijn enkel de betalingen begrepen die door de belastingsplichtigen gedaan werden in handen van de gerechtsdeurwaarder en door deze laatste werden overgemaakt aan de Administratie en in hun IC/PC-systeem geboekt zijn.
Aantal akten met betrekking tot directe belastingen en BTW
258264
216499 220003
184503 184383171755 161942
5307433859
7316957802
2699656015 53164
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
aantal akten met betrekking tot directe belastingen
aantal akten met betrekking tot btw
DE G
ERECHTSD
EURW
AARDERS IN
CIJFERS / JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 57
Aantal protestakten*
39543601 3545
40063619
33393023
2702
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
* Een protestakte is een officiële vaststelling van de niet-betaling van een handelswissel door een gerechtsdeurwaarder. Indien de schuldenaar niet tijdig betaalt, wordt het protest gepubliceerd bij de griffie van de handelsrechtbank.
Aantal startende ondernemingen
7399
5
7050
1
9353
1
8305
1
9392
4
9585
2
9653
6
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Cijfers van Statbel
P. 5
8
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
DE
GER
ECH
TSD
EURW
AARD
ERS
IN C
IJFE
RS
Aantal faillissementen per regio
Cijfers van Statbel
4918 49085356
57425285
4769 4760 46884415
19152348 2263
26522203 2142
1954
2639
303327372968 2968
3346 32482851
2456 2641
2430
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Vlaams Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest Waals Gewest
Aantal faillissementen in België
9570
1022
4
1058
7
1174
0
1073
6
9762
9170
9968
9878
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Cijfers van Statbel
DE G
ERECHTSD
EURW
AARDERS IN
CIJFERS / JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 59
CROS
Hieronder vindt u een update van de cijfers en statistieken m.b.t. de invordering van onbetwiste geldschulden. U zal merken dat de beoogde efficiëntiewinst, voor invorderingen van geldschulden en de ontlasting van de ondernemingsrechtbanken met dossiers die niet tot hun kerntaken behoren, worden bereikt.
In 2018 werden er 28.181 dossiers aangemaakt in het Centraal Register voor Onbetwiste Schulden (CROS).
De administratieve procedure blijkt ook enkel gebruikt te worden voor die vorderingen waarvoor ze werd bedoeld: onbetwiste geldvorderingen. In slechts 342 van de 28181 dossiers, zijnde 1,2 % van het totaal, werd de procedure gestopt omdat er een betwisting werd geregistreerd. Dat is een verwaarloosbaar klein aantal.
In 43 % van de dossiers wordt een oplossing gevonden (volledige betaling of een afbetalingsplan) in de weken nadat de gerechtsdeurwaarder de opdracht ontvangt: 14 % uiterlijk op de dag van de betekening van de aanmaning tot betalen en 29 % in de dagen en weken die volgen na de betekening. Hieruit blijkt de meerwaarde van het ter plaatse gaan van de gerechtsdeurwaarder, die de schuldenaar informeert en die, meer algemeen, ten dienste staat van het algemeen belang in plaats van persoonlijke belangen en altijd streeft naar een minnelijke oplossing.
Wanneer de schuldenaar niet reageert, kan een proces-verbaal van niet-betwisting worden opgesteld. Voor de aangegeven periode gebeurde dit 15.844 keer. Op 28.181 dossiers is dat slechts 56 %. De kosten voor de opmaak van deze uitvoerbare titel zijn, ter herinnering, beperkt (geen registratierechten, geen rechtsplegingsvergoeding, enz.).
Samengevat, dankzij de vroegtijdige en actieve tussenkomst van de gerechtsdeurwaarder, wordt in een op twee dossiers een akkoord tussen partijen gevonden binnen de zes weken, en dus nog voor de uitvoerbare fase. Dit betekent een snellere cashflow voor de ondernemingen (schuldeisers) en een aanzienlijke besparing van nutteloze bijkomende kosten en procedures voor de debiteurs (gaande om zowel de klassieke gerechtelijke procedure als de uitvoering van een PV van niet-betwisting).
P. 6
0
JAAR
VERS
LAG
NAT
ION
ALE
KAM
ER /
DE
GER
ECH
TSD
EURW
AARD
ERS
IN C
IJFE
RS
Aantal opgestarte dossiers in 2018
Regeling van dossiers in 2018
Snelheid waaraan een dossier geregeld wordt na de opstart ervan
2612
21867
3702
Brussel Vlaanderen Wallonië
0
0,05
0,1
0,15
0,2
0,25
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21+
Week
3821
342409
780715802
Geregeld op aanmaning Betwistingen Afbetal ingsplan
Geregeld na aanmaning Titel
DE G
ERECHTSD
EURW
AARDERS IN
CIJFERS / JAARVERSLAG N
ATION
ALE KAMER
P. 61